Atkins dieet: voortgezet gewichtsverlies
Het voortgezet gewichtsverlies is de tweede fase in het Atkins dieet. In deze fase voeg je elke week vijf gram koolhydraten toe aan je voeding, tot je je zogenaamde koolhydratenevenwicht (ook wel ACE genoemd) bereikt hebt. Dit is de hoeveeldheid koolhydraten die je kan nuttigen terwijl je tegelijkertijd aan het afvallen bent.
Fase 2: voortgezet gewichtsverlies
Het voortgezet gewichtsverlies is de
tweede fase van het Atkins dieet. In deze fase verliest men geleidelijk aan
gewicht, en niet zo snel als in de eerste fase, de inductiefase. In de fase van het voortgezet gewichtsverlies mag je langzaamaan wat meer koolhydraten eten. Kies echter voor koolhydraten die je bloedsuikerspiegel stabiel houden. Met andere woorden, koolhydraten met een lage
glykemische index.
ACE
ACE is de afkorting van Atkins Carbohydrate Equilibrium. In de fase van het voortgezet gewichtsverlies mag je elke week vijf gram meer koolhydraten eten dan de week ervoor. Op een gegeven moment merk je dat je niet meer afvalt. Dit betekent dat je meer koolhydraten genuttigd hebt dan je stofwisseling aankan. De hoeveelheid koolhydraten waarbij je nog af blijft vallen wordt ook wel je
koolhydratenevenwicht genoemd. Dit getal kan per persoon verschillen, en wordt beïnvloed door onder andere leeftijd, geslacht, bewegingspatroon en medicijngebruik.
Regels van het voortgezet gewichtsverlies
- Eiwitten en vetten blijven de basis van je dieet
- Verhoog de hoeveelheid koolhydraten die je dagelijks tot je neemt met niet meer dan vijf gram per week
- Voeg de nieuwe producten toe in de volgorde van e koolhydratenladder
- Wanneer nieuw voedsel een gewichtstoename veroorzaakt of wanneer je weer klachten krijgt die tijdens de inductiefase verdwenen waren, staak het innemen van deze producten dan onmiddellijk
- Houdt de fase voortgezet gewichtsverlies vol tot je nog twee tot vier kilo af wilt vallen
Koolhydratenladder
- Sla en andere groenten op de lijst van toegestane voedingsmiddelen
- Verse kaas
- Noten en zaden (zonder suiker- of honinglaagje)
- Aardbeien en bessen
- Wijn en andere sterke dranken met slechts weinig koolhydraten
- Peulvruchten
- Overig fruit
- Groenten met zetmeel
- Hele granen