De werking van het geheugen
Het geheugen is iets dat we allemaal dagelijks gebruiken. Zonder ons geheugen zouden we nergens zijn. Maar, hoe werkt het geheugen nou precies? Hoe zorgt het geheugen er voor dat we informatie kunnen opslaan? Je leest het hier!
Informatie moet door drie stadia lopen om het op te slaan in het permanente geheugen. Als eerste gaat de informatie door het sensorisch geheugen, als tweede door het werkgeheugen (oftewel het kortetermijngeheugen) en als derde wordt het opgeslagen in het langetermijngeheugen. Hieronder worden deze stadia uitgelegd.
Sensorisch geheugen
Het eerste stadium is het sensorisch geheugen. Het sensorisch geheugen heeft als belangrijkste taak om alle indrukken die je krijgt net lang genoeg vast te houden zodat de hersenen kunnen bepalen welke informatie belangrijk is en waar dus aandacht aan geschonken moet worden. Dit wordt meestal gedaan binnen een kwart seconde. Het vermoeden gaat dat de werkelijke capaciteit van het sensorisch geheugen bestaat uit negen of meer items, maar dat er maar drie of vier items zijn die uiteindelijk het bewustzijn bereiken. Het sensorisch geheugen kun je zien als een filmdoek waarop beelden korte tijd worden geprojecteerd, maar die na die korte tijd weer verdwijnen. Het is echter niet zo dat het sensorisch geheugen alleen bestaat uit visuele beelden. Dit komt doordat elk zintuig een aparte sensorische opslagruimte heeft en daarom bevat elk deel van het sensorisch geheugen een ander soort informatie. Zo is het iconisch geheugen de sensorische opslagruimte van visuele beelden, en het echoïsch geheugen is het sensorisch geheugen voor geluiden.
Werkgeheugen
Het tweede stadium is het werkgeheugen. Het werkgeheugen is de verwerker van ervaringen die je bewust meemaakt, samen met de informatie die wordt opgehaald uit het sensorisch geheugen en de informatie uit het langetermijngeheugen. Het werkgeheugen kan worden gezien als een psychische werkplaats waar informatie wordt gesorteerd en gecodeerd voordat het in het langetermijngeheugen komt. Het werkgeheugen kan worden gezien als de centrale verwerkingsschap voor het hele geheugensysteem. Informatie die in het werkgeheugen komt, blijft hier ongeveer twintig seconden. Maar dit kan verlengd worden wanneer er moeite gedaan wordt om de informatie door repeteren actief te houden. Het werkgeheugen is ook de psychische werkplaats waar er gespeeld wordt met ideeën en beelden die uit het langetermijngeheugen zijn opgehaald. Dit proces wordt ook wel denken genoemd. Het werkgeheugen werkt met het magische getal zeven. Dat betekent dat het werkgeheugen ongeveer zeven items kan bevatten, met een afwijking van twee. Maar, het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit. Het werkgeheugen heeft dan ook de geringste capaciteit van alle drie de geheugensystemen. De beperkingen die worden veroorzaakt door de geringe capaciteit van het werkgeheugen kunnen op twee belangrijke manieren worden omzeild: ten eerste door chunking en ten tweede door repeteren. Deze twee worden later nog uitgelegd.
De theorie van verwerkingsniveaus zorgt er voor dat nieuwe informatie aan betekenis toeneemt vanwege de diepere verwerking. Hierdoor kan deze informatie dus beter herinnerd worden.
Langetermijngeheugen
Het derde stadium is het langetermijngeheugen. In het langetermijngeheugen zijn woorden en concepten naar hun betekenis gecodeerd. Op die manier worden ze verbonden met andere items die een gelijkwaardige betekenis hebben. Het langetermijngeheugen kan worden gezien als een enorm netwerk van onderling verbonden associaties. Het langetermijngeheugen bevat alle kennis die een mens heeft over de wereld en over zichzelf en lijkt oneindig te zijn. Twee belangrijke onderdelen van het langetermijngeheugen zijn het procedureel geheugen en het declaratief geheugen. Het procedureel geheugen wordt gebruikt om vaardigheden die ooit zijn aangeleerd te herinneren, zoals bijvoorbeeld veters strikken. Het procedureel geheugen wordt gebruikt om mentale aanwijzingen of procedures op te slaan voor goed geoefende vaardigheden. Dit gebeurt grotendeels onbewust. Het declaratief geheugen wordt gebruikt voor het opslaan van feiten, indrukken en gebeurtenissen. Het declaratief geheugen vereist een zekere mate van bewuste psychische inspanning. Het declaratief geheugen heeft twee onderafdelingen: het episodisch en het semantisch geheugen. In het episodisch geheugen liggen rijke details opgeslagen van persoonlijke ervaringen. Het episodisch geheugen bevat mentale tijdlabels, waardoor er vastgesteld kan worden wanneer bepaalde gebeurtenissen plaatsvonden, en contextuele labels, die aangeven waar een bepaalde gebeurtenis plaatsvond. In het semantisch geheugen ligt algemene kennis opgeslagen, inclusief de betekenis van woorden en concepten.
Lees verder