Waardoor word ik dik?
Dikker worden is voor veel mensen een probleem. Overgewicht is inmiddels een groter probleem dan honger in de wereld. Wie eenmaal goed te eten heeft, kan er blijkbaar niet mee mee stoppen. Hoe komt het dat we dikker worden? Waarom vliegen de kilo's eraan? Maar vooral: Hoe krijg ik deze kilo's er weer af?
Waarom word ik dik?
Na de darmdrankjes die goed zijn voor de weerstand, is in de zuivelvakken van de supermarkt nu ook plaats ingeruimd voor yoghurtdrankjes waar je dun van wordt. Dat wil zeggen: ze remmen de eetlust en dragen zo bij aan een gezond gewicht, zegt de fabrikant. Neem je zo'n drankje, dan eet je bij de volgende maaltijd minder. Want door de vetbolletjes van palmolie en haver in de drank zou je beter verzadigd raken. Niet gek in een tijd waarin vetzucht inmiddels een epidemie heet, en dikkerds niet ver verwijderd zijn van de verdomhoek in de samenleving. Dik worden is het simpele gevolg van meer energie innemen dan je verbruikt. Een volwassen man, met een niet al te actieve levensstijl, heeft per dag ongeveer 2500 kilocalorieën nodig, een vrouw 2000. Neem je minder in, dan val je af.
Gezien het aantal mensen dat met overgewicht kampt, nemen we nu massaal per dag meer energie in dan we verbruiken. Dat we dat doen, komt door onze omgeving. Bijvoorbeeld door het zeer grote aanbod van energiedicht voedsel en eten met veel vetten en koolhydraten. Hamburgers en rijkelijk belegde pizza's zijn op elke hoek van de straat te krijgen. En je zou een dief zijn van je eigen portemonnee als je niet die extra grote voordeelzak chips koopt. Zou je bij al dat eten nu ook nog genoeg bewegen, dan bleef in elk geval je gewicht op peil. Alleen bewegen we ook niet meer zo veel. Naar het werk met de auto, en liever de roltrap dan de gewone trap die er gewoon naast is gebouwd. Daar slib je van dicht.
Maar waarom zijn hamburgers toch zo veel verleidelijker dan een bos wortelen? Waarom krijg je aan het einde van de middag, rond een uur of vier, altijd weer honger? En waarom stop je niet met eten als het genoeg is?
Waar komt honger vandaan en hoe stop ik het hongergevoel?
Bij eetgedrag zijn twee processen betrokken: metabole processen en sensorische processen. De metabole processen (metabolisme is de stofwisseling) zorgen voor de energiebalans in het lichaam. Heb je bijvoorbeeld te weinig energie, dan moet je eten. De metabole processen spelen zich af in het maag-darmstelsel en in vetcellen. Bij een lege maag gaan verschillende signalen naar de hersenen. Zo geven 'rekreceptoren' vanuit de maagwand een hongersignaal af. Je maag maakt het hormoon ghreline aan, ook wel bekend als het 'hongerhormoon'. Hierdoor daalt het glucosegehalte.
Al deze informatie gaat naar je hersenen, die je dan vertellen dat je honger hebt. Je begint met eten. Maar eten kan niet oneindig doorgaan. Je moet een keer stoppen. Dat gebeurt doordat verzadiging optreedt. De rekreceptoren in de maagwand geven aan dat het genoeg is. En ook de aanmaak van hormonen zoals bijvoorbeeld insuline leidt ertoe dat je hersenen een teken geven te stoppen met eten. Nadat je hebt gegeten, komen de opgenomen voedingsstoffen in het bloed en in de lever terecht. Ook daardoor worden weer signalen van verzadiging afgegeven, deze keer onder meer door het dunne-darmhormoon 'PYY'. En dan begint het hele proces van voren af aan. Vroeg of laat krijg je weer honger. Die hele rondgang van honger en verzadiging gebeurt elke dag een paar keer.
Behalve deze metabole processen, die de energiebalans op orde moeten houden, spelen ook de sensorische processen een rol. Deze gaan over proeven, ruiken, voelen en zien. Over wat je precies lekker vindt. Sensorische processen zorgen ervoor dat we variatie aanbrengen in wat we eten. De metabole en sensorische processen komen bij elkaar in onze hersenen, en ze conditioneren ons eetgedrag. Dit komt doordat eetgedrag een aangeleerd gedrag is. Waarom krijg je om vijf uur 's middags weer trek? Doordat je dit hebt aangeleerd. Net zoals je 's ochtends koffie wilt en 's avonds een borrel. Dat is allemaal geconditioneerd. Het is net als het beroemde onderzoek met 'de hond van Pavlov'.
Een goed voedingspatroon?
Die drijfveer die we hebben naar energie en naar variatie bepalen dus ons voedingspatroon. Maar dat is niet automatisch een goed voedingspatroon. We vinden bijvoorbeeld energiedichte producten nu eenmaal veel lekkerder. De hamburger krijgt meestal de voorkeur boven een bos wortelen. Omdat je er beter verzadigd van raakt. Je moet heel wat wortelen eten om eenzelfde gevoel van verzadiging te krijgen als van een hamburger.
Naast de metabole en sensorische processen die zich, zoals gezegd, dagelijks afspelen, bestaat er ook nog een ander proces: de regulatie op langere termijn. Dat proces hang af van de vetmassa in je lichaam. Als de vetvoorraad groeit, produceren de vetcellen het hormoon leptine. Dat vertelt de hersenen dat minder gegeten moet worden, en dat het energieverbruik moet worden opgevoerd. Daarnaast gaat de aanmaak van insuline omhoog, en ook dat remt de eetlust. Stel nu dat je lange tijd te weinig eet. De vetvoorraad slinkt, en je valt af. Dan ga je de hormonen afscheiden die ervoor zorgen dat je honger krijgt, en dat je wat zuiniger omgaat met je energie.
Alleen loopt die regulatie niet helemaal symmetrisch. Een mens is minder gevoelig voor een overschot dan een tekort. Extra eten boven wat we nodig hebben aan energie, vinden we helemaal niet erg. Honger verdragen we daarentegen niet. Als je minder eet, zorgt je lichaam dat je honger krijgt. Maar als je meer eet, is dat niet zo'n probleem. Een gebakje bij de koffie voelt prima. Je lichaam gaat dat niet zo snel herstellen. Het geeft niet aan: ho, niet doen! Hoe dit kan? Het is de erfenis van de evolutie. Ons lijf heeft een paar miljoen jaar lang met voedselschaarste gekampt. Wat het aan voedsel binnenkreeg, hield het zo goed mogelijk vast. Dat doet ons lichaam nog steeds, hoewel de schaarste nu voorbij is. Een waarschuwing voor te veel voedsel hoef je van je lichaam dus echt niet te verwachten.
Eten is té aangenaam
Zit in al die processen van honger en verzadiging dan misschien het verschil tussen mensen met een normaal gewicht en mensen met overgewicht? Het antwoord is nee. In de metabole processen die zijn betrokken bij de regulatie van de eetlust, gebeurt bij mensen met overgewicht niet veel afwijkends. Misschien wel bij enkelen, maar die groep is heel klein. Ook wijken de voedselvoorkeuren bij mensen met overgewicht niet af. Het zijn geen zoetekauwen of iets dergelijks. Wel lijkt het erop dat mensen met vetzucht gevoeliger zijn voor de 'aangenaamheid' van het eten. Met de aangenaamheid van voedsel wordt het plezier bedoeld dat mensen ervaren als zij iets eten. Mensen met overgewicht zouden heftiger op dat plezier reageren dan mensen zonder overgewicht. Als de zwaarlijvigen iets lekker vinden, eten ze er daarom meer van. Het is een drang om te eten die voortkomt uit een sensorische prikkel. Er zal nog veel onderzoek moeten worden gedaan om te achterhalen hoe het allemaal precies zit. Maar linksom of rechtsom: de kilo's komen er alleen aan als je meer energie tot je neemt dan je verbruikt. En zo veel hoef je per dag al niet te veel te nemen om elk jaar weer een kilogram in gewicht toe te nemen. Voor een kilo vet heb je gemiddeld 7000 kilocalorieën nodig. Per dag zijn dat zo'n twintig kilocalorieën extra. Dat is elke dag slechts een pepermuntje te veel. Of, voor gezonde eters, slechts drie olijven. Dit is ook nog een punt van onderzoek voor veel deskundigen. Want worden mensen nu dikker door die paar kilocalorieën per dag te veel? Of gaat het in grote stappen, bijvoorbeeld doordat we na een vakantie of na de kerstdagen de opgedane extra energie nooit meer compenseren?
Werkt dieet-yoghurt echt?
Voorlopig is minder eten en meer bewegen de enige oplossing die we hebben om vetzucht tegen te gaan. En je verstand gebruiken, want je kunt een gezond eetpatroon aanleren. Maar als meer duidelijk wordt over hoe honger en verzadiging precies in elkaar zitten, dan kunnen we in de toekomst ook met speciale voedingsmiddelen ons eetgedrag beïnvloeden. De yoghurtdrank tegen honger is een begin. Maar veel deskundigen twijfelen nog aan de werking daarvan. De studies van de fabrikanten van dit dieet yoghurt zijn vaak niet overtuigend. Dit soort claims moeten stevig worden onderbouwd. Er zijn ook pillen en poeders op de markt waarvan je afvalt, maar die doen ook niet veel. Maar als een claim gerechtvaardigd blijkt, dan zijn dit soort producten prima.
Europeanen worden dikker en zwaarder
Van de volwassenen in Nederland heeft 45 proces overgewicht. Ongeveer 11 procent daarvan heeft ernstig overgewicht. 5 procent van de totale jaarlijkse sterfte in Nederland is toe te schrijven aan overgewicht. Als de ontwikkeling zich op dezelfde voet doorzet, zal over een kleine 10 jaar zo'n 15 tot 20 procent van de Nederlanders lijden aan vetzucht. De Belgen doen het nog net iets slechter dan de Nederlanders. Hoewel overgewicht en vetzucht in Nederland een probleem zijn, blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie dat we nog op de vijfde plaats van de 'dunne' landen staan. Met een gemiddelde BMI van 24,9 vallen nog net niet in de categorie overgewicht. De Belgen doen dat wel. Met een gemiddelde BMI van 25,1 behoren ze tot de 'dikke' landen. De Maltezen zijn met een BMI van 26,6 het dikst. Het dunst zijn de Italianen met een BMI van 24,3. Van alle EU-landen vielen slechts 5 in de categorie gezond gewicht, de rest was allemaal te zwaar.