Alternatieven voor de leesbril: leeslenzen en operaties
Een leesbril. Veel mensen proberen dit hulpmiddel zo lang mogelijk uit te stellen door de krant wat verder van zich af te houden, maar op een gegeven moment kom je er toch niet meer onderuit. Waarom hebben we op een bepaald moment een leesbril nodig? En zijn er alternatieven?
Waarom heb je op een gegeven moment een leesbril nodig?
Om scherp te kunnen zien moet het licht dat je oog binnen komt precies op een punt in het netvlies terecht komen, namelijk in de gele vlek. Wanneer je naar een object in de verte kijkt, komen de stralen in parallelle bundels het oog binnen. Dankzij het hoornvlies en de lens in rusttoestand (plat) wordt het licht bij een optimaal werkend oog zo gebroken dat het op één punt in het netvlies terecht komt. Vergelijk dit met het door een vergrootglas laten gaan van zonnestralen, om zo op één brandpunt licht af te beelden. Bekijk je iets van dichtbij, zoals bij het lezen van de krant, dan komt het licht vanuit één punt je oog binnen. Om oog dit licht weer precies zo te kunnen breken dat het op één punt op het netvlies terecht komt, zal de lens boller moeten worden.
Accommoderen
Om het binnenvallende licht scherp te kunnen stellen op het netvlies moet de lens dus boller en minder bol kunnen worden. Dit verschijnsel noemt met accommoderen. Wanneer je je focust op iets in de verte wordt je lens plat; wil je iets van dichtbij bekijken wordt je lens boller. Het accommoderen van de lens wordt verzorgd door een accomodatiespier die zich in het oog bevindt.
Accommodatievermogen
Met het vorderen van de leeftijd neemt het vermogen van de lens om boller te worden af. Het verschil tussen een platte lens in rust en een bolle lens in geaccommodeerde toestand van het oog, het accommodatievermogen of de accommodatieve amplitude, neemt dus af. Het accommodatievermogen wordt uitgedrukt in dioptrie (D), juist, datgene wat je ook op de leesbrillen ziet staan die je in de winkel ziet liggen. In onderstaande tabel zie je per leeftijd het gemiddelde accommodatievermogen.
Leeftijd | Gemiddelde accommodatievermogen (+ of - 2 dioptrie (D)) |
8 jaar | 14 D |
12 jaar | 13 D |
16 jaar | 12 D |
20 jaar | 11 D |
24 jaar | 10 D |
28 jaar | 9 D |
32 jaar | 8 D |
36 jaar | 7 D |
40 jaar | 6 D |
44 jaar | 4,5 D |
48 jaar | 3 D |
52 jaar | 2,5 D |
56 jaar | 2 D |
60 jaar | 1,5 D |
64 jaar | 1 D |
68 jaar | 0,5 D |
Presbyopie
De afname in het vermogen van de lens om bol te kunnen worden wanneer mensen ouder worden wordt veroorzaakt door het feit dat de lens minder elastisch wordt. Zoals je in de tabel kunt zien halveert het gemiddelde accommodatievermogen tussen 40- en 50-jarige leeftijd van 6 naar minder dan 3 dioptrie. Dit is ook precies de leeftijd waarop veel mensen moeite krijgen met het lezen. Om licht wat van leesafstand binnenkomt scherp te kunnen stellen is namelijk zo'n 2,75 dioptrie nodig. Kan de lens het licht niet meer zo sterk breken? Dan valt het brandpunt achter het netvlies en krijg je een waziger zicht.
Waarom heb je later een leesbril nodig wanneer je bijziend bent?
Wanneer je een bril voor veraf, met negatieve glazen, hebt, heb je gemiddeld gezien pas op latere leeftijd een leesbril nodig ten opzichte van mensen die zonder hulpmiddelen in de verte scherp kunnen zien. Dit komt doordat bij mensen met een bril voor veraf, de ooglens het licht wat het oog binnenkomt te sterk breekt (myopie). Hierdoor valt het brandpunt al vóór het netvlies en is het al weer wat uitgewaaierd wanneer het bij het netvlies aankomt waardoor je waziger ziet. Het feit dat de lens bij myope ogen van nature sterker breekt, zorgt ervoor dat de afname in accommodatievermogen pas later een probleem wordt. En op dat moment kunnen mensen het vaak een tijd corrigeren door hun bril af te zetten bij het lezen, waardoor het gebroken licht van dichtbij dankzij de sterker brekende lens ten opzichte van hun leeftijdsgenoten precies op het netvlies valt.
De leesbril: verplaatsing van het brandpunt
Wanneer een persoon met presbyopie een leesbril met positieve glazen gebruikt, zal het licht wat vanuit leesafstand het oog binnenkomt weer sterker gebroken worden en op het netvlies vallen, waardoor het beeld weer scherp wordt. In onderstaande tabel staat de gemiddelde benodigde sterkte voor een leesbril per leeftijd.
Leeftijd | Sterkte van de leesbril |
42 jaar | 0,5 D |
45 jaar | 1,0 D |
46 jaar | 1,25 D |
47 jaar | 1,5 D |
48 jaar | 1,75 D |
50 jaar | 2,0 D |
52 jaar | 2,25 D |
60 jaar | 2,5 D |
75 jaar | 2,75 D |
Bifocale of multifocale bril
Wanneer je ook een bril voor veraf hebt, kun je een leesgedeelte onderin de glazen aan laten brengen om scherp te kunnen zien bij het lezen. Zo'n bril wordt ook wel een bifocale of multifocale bril genoemd. Bij een multifocale bril is het glas zo geslepen dat je zowel van dichtbij als veraf en alle tussengelegen afstanden scherp ziet. Bij een bifocale bril is er een echt 'leesvenster' aanwezig dat men kan gebruiken voor het lezen en voor het kijken in de verte gebruikt men de rest van de bril.
Alternatieven voor de leesbril
Hoewel de leesbril als hulpmiddel erg nuttig en op een bepaalde leeftijd zelfs onmisbaar is, is hij wel vrij onhandig. Dit geldt zeker de losse variant, die je niet de hele dag op de neus hebt staan. Vaak hoor je dat mensen hun leesbril weer ergens hebben laten slingeren en nu kwijt zijn. Of dat ze er helemaal klaar mee zijn dat ze hun leesbril de hele dag bij zich moeten dragen. Er zijn een aantal alternatieven voor deze mensen.
Leeslenzen
Tegenwoordig zijn er bifocale en multifocale lenzen te koop die je de hele dag kunt dragen waardoor een leesbril niet meer nodig is. Bij de bifocale lenzen zie je zowel scherp bij het lezen als veraf, de tussenliggende afstanden zijn minder helder. Dit is bij multifocale lenzen niet het geval. Hiermee zie je op alle afstanden scherp. Een andere oplossing voor presbyopie is nog monovision. Hierbij gebruik je twee lenzen; één voor veraf en één voor dichtbij, en gebruik je dus je ene oog voor kijken in de verte en je andere oog voor het lezen. Met monovision lenzen heb je wel een iets verminderd dieptezicht en contrast; hiervoor moeten beide ogen immers samenwerken.
Operatie
Vind je al die hulpmiddelen maar niks, of zijn de boven genoemde mogelijkheden om presbyopie te corrigeren geen geschikte optie, dan kun je kiezen voor een operatie om je zicht van dichtbij te herstellen. Dit kan bijvoorbeeld door de ooglens operatief te vervangen door een multifocale kunstlens. Deze procedure wordt refractieve lensexchange genoemd. Verder kan er een laserprocedure (bijvoorbeeld LASIK) uitgevoerd worden om het hoornvlies te vervormen. Het hoornvlies is immers na de lens het belangrijkste deel van het oog dat zorgt voor correcte breking van het licht. Er kan voor gekozen wordt om deze operatie maar in één van beide ogen uit te voeren. Hierdoor gebruik je één oog voor het lezen en één oog voor het kijken in de verte. Dit wordt, vergelijkbaar met de contactlenzen, monovision genoemd.