De werking van de milt

- Algemeen
- Opbouw van de milt
- De taken van de milt
- B-lymfocyten
- Filtratie
- Recirculatie van B- en T-lymfocyten
Algemeen
De milt is het grootste secundaire lymfoïde orgaan van ons lichaam. Circa 25% van alle B- en T-lymfocyten bevinden zich in de milt. Dit orgaan speelt daarmee een rol in het lymfesysteem en in het immuunsysteem. Net als bij de lymfeklieren wordt de milt omgeven door een stevig kapsel van bindweefsel. Van daaruit dringen bindweefselschotten trabekels genoemd het miltweefsel binnen om zo enige stevigheid geven.Opbouw van de milt
Het miltweefsel worden opgedeeld in een met bloed gevulde rode pulpa en een lymfoïde witte pulpa, doch het grootste deel van de milt wordt gevormd door de rode pulpa. Microscopisch bezien bestaat de rode pulpa uit open bloedsinussen met daartussen weefselstrengen, de strengen van Billroth, waarin vooral veel macrofagen liggen. Een groot deel van het bloed wordt rechtstreeks in bloedsinussen van de rode pulpa uitgestort en verlaat de milt weer zonder dat daar veel filtering plaatsvindt. Een klein gedeelte van het aangevoerde bloed komt in de strengen van de Billroth terecht. Terwijl dit bloed langzaam richting sinussen sijpelt, wordt het uitgebreide macrofagensysteem van de strengen van Billroth gepasseerd. Alwaar het wordt gefiltreerd, om weer via de sinussen te worden afgevoerd.Witte pulpa
De witte pulpa wordt vooral bevolkt door de B- en T-lymfocyten en wordt georganiseerd rondom de arteriolen die vanuit de trabekels (bindweefselschotten) het miltweefsel binnendringen. Deze kleinere arteriolen worden omgeven door een manchet van T-lymfocyten, de periarteriolaire lymfocytenschede (PALS). In de PALS liggen behalve CD4 en CD8 T-lymfocyten ook wat B-lymfocyten, vooral in de periferie. Ook liggen daar een groot aantal antigeen-presenterende, dendritische cellen.
De taken van de milt
Deze kunnen worden onderscheiden in:- de vorming van witte bloedcellen in het bijzonder lymfecellen en monocyten
- verwijdering van afgestorven cellen
- de vorming van afweerstoffen tegen lichaamsvreemde eiwitten en andere stoffen
- de afbraak van rode bloedcellen
B-lymfocyten
In de milt zijn B-lymfocyten (spelen een rol in het humorale immuunsysteem) georganiseerd in twee verschillende compartimenten:- de follikels
- de marginale zone
Tegen de PALS aan liggen de follikels. Ze bestaan in rust vooral uit naïve B-lymfocyten die zowel IgM als IgD tot expressie brengen en uit clusters van immuuncomplex-presenterende FDC's. Onder invloed van antigene stimulatie kunnen zich in deze follikels kiemcentra ontwikkelen, wat omgeven wordt door een krans van vooral naïve B-lymfocyten. Een tweede B-celcompartiment van de witte pulpa wordt gevormd door de marginale zone. Deze zone ligt voornamelijk om de follikels heen en in veel mindere mate om de PALS en ligt dus op de grens van de rode pulpa. De marginale zone wordt voornamelijk bevolkt door de marginale-zone-B-lymfocyten. Deze lymfocyten hebben andere eigenschappen dan folliculaire B-lymfocyten. Marginale-zone-B-lymfocyten circuleren nauwelijks door het lichaam en hebben in tegenstelling tot folliculaire B-lymfocyten weinig oppervlakte IgD, maar relatief wel veel IgM. Direct om de marginale zone heen ligt een gebied, de perifolliculaire zone geheten, waarin de centrale arteriolen uitmonden. Dit gebied kan beschouwd worden als onderdeel van de rode pulpa, omdat het grote hoeveelheden erytrocyten, granulocyten en monocyten bevat.