Gezondheid is een illusie

Inhoud:
- Wie gezond is, is niet ziek?
- In het dagelijks leven kom je weinig zieke mensen tegen
- Maakt ziek zijn geweest je bewuster?
- Waarom nadenken over ziekte als je gezond bent?
Wie gezond is, is niet ziek?
Als je gezond bent heb je vaak het gevoel dat je de wereld aankan. Je werkt, zorgt voor je gezin, voor je huishouden en hebt oog voor het wel en wee van familie, vrienden en kennissen. Je ontspant, sport, geniet van vrije tijd en uitjes. Hoewel iedereen zich natuurlijk weleens zorgen maakt probeer je dat niet teveel te doen onder het mom van 'De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest'. Als je ziekte in je omgeving ziet trek je je dat aan, probeert wellicht de zieke en de naaste familie te helpen waar dat kan, met oppassen, een boodschap doen of eens een maaltijd koken. Je denk 'wat vreselijk, gelukkig ben ik gezond'. Maar klopt dat wel?Op het moment dat je je niet ziek voelt kun je wel degelijk al iets onder de leden hebben. Wat vermoeidheid, wat verhoging doe je af met 'een virusje, het heerst op mijn werk' of 'ik ben gewoon moe, heb vast last van najaarsmoeheid'. Maar veel ziektes beginnen met vage ziekteverschijnselen, zoals: de ziekte van Lyme, fybromyalgie ofwel weke delen reuma, of de vreselijke ziekte ALS. Maar ook vele vormen van kanker kunnen beginnen met vermoeidheid en wat afvallen qua gewicht. Pas als de ziekte in een verder stadium is, soms al te ver, komt deze aan het licht als men met grotere klachten naar de huisarts gaat voor onderzoek. Een van de vormen van kanker die in deze 'gunstiger' genoemd wordt is borstkanker. Immers: deze is via borstonderzoek waarneembaar. De borst ligt op het lichaam, in tegenstelling tot bijvoorbeeld darmen en longen, waar een kwaadaardige tumor kan groeien zonder dat snel te merken.
We hebben de neiging om ons aan de goede kant van de lijn te voelen staan zolang bij ons maar geen ziekte is geconstateerd. Zwart-wit denken ofwel hokjesdenken komt veel voor in onze maatschappij, zo ook in dit verhaal: "ik ben gezondheid, maar hij/zij is ziek, ik kan werken, hij/zij kan niet werken". Karel de Vlieger, een 'verteller en rekenkundige' zoals hij zichzelf noemt, beschrijft het:
Nooit denk ik “als ik morgen gezond uit bed kom dan ga ik dit-of-dat doen”. Nee, ik denk altijd “morgen ga ik dit-of-dat doen”. Iedere dag worden er vele duizenden mensen ziek en iedere dag sterven er minstens vijfhonderd mensen in dit land, maar altijd weer is er een vanzelfsprekendheid in mij die mij voorhoudt dat dat ‘de anderen’ zijn. Deze vanzelfsprekendheid is helemaal nergens op gebaseerd. Zelfs nu ik toch aan de lopende band merk dat ik geen twintig meer ben, leef ik des te meer de illusie dat ik morgen nog steeds de wereld aan kan. In mijn illusie bestaat er helemaal geen Man met de Zeis.
In het dagelijks leven kom je weinig zieke mensen tegen
Natuurlijk is het zo dat je in je dagelijkse bezigheden relatief weinig echt zieke mensen tegenkomt. Die lopen immers niet door de supermarkt, laten hun partner de kinderen naar school brengen en melden zich ziek van het werk. Hooguit de lege stoel op je werk tegenover je doet je realiseren dat in de tijd dat jij je werkzaamheden uitvoert je college ziek thuis is. Maar ook is het zo dat veel mensen niet goed weten hoe ze met zieke mensen in hun omgeving moeten omgaan en deze ontwijken. Uit een onderzoek van SIRE bleek dat zelfs een op de vier mensen in Nederland het contact met een dodelijk zieke in hun omgeving laat verwateren. En ruim tachtig procent zoekt minder contact met de zieke dan ze zou willen hebben. Onzekerheid en niet weten wat te zeggen, dat zijn de voornaamste redenen. De campagne 'Ik ben er nog' probeerde daar een verandering in te brengen. Vind je een bezoekje te moeilijk dan kun je altijd eerst nog een kaartje met persoonlijke tekst sturen aan een ernstig zieke.Maakt ziek zijn geweest je bewuster?
Ex-zieken hebben vlak na hun ziekte nog vaak last van de gevolgen, zoals:“Tachtig procent van de vrouwen noemde ten minste één aspect van hun leven dat zelfs positief veranderd was als gevolg van kanker, bijvoorbeeld hun kijk op het leven, hobby’s en sociale contacten”.
Mols stelt: "Mensen die de ziekte overleven, hebben een geweldige strijd geleverd. Vaak hebben ze daarna het gevoel de wereld aan te kunnen. Vooral na zoveel jaar, als de ergste angst voor terugkeer van de tumor wat weggezakt is. Ex-kankerpatiënten zien de tijdelijkheid van het leven in en genieten daardoor soms meer van de dagelijkse dingen. En ze kunnen vaak beter prioriteiten stellen." 'Ik ben er gelukkig nog' voelen veel veel oud-patiënten. Het zet de vaak waargenomen fysieke restklachten zoals vermoeidheid, lichamelijke verminkingen of chronisch medicijngebruik op een tweede plaats.