Euthanasie in de politiek
De term 'euthanasie' komt uit het Oudgrieks, en betekent zoiets als: goede, milde dood of genadedood. Tegenwoordig bedoelt men hiermee het beëindigen van een mensenleven door een arts, op verzoek van de patiënt zelf. Men maakt hierin onderscheid tussen actieve en passieve euthanasie: bij actieve euthanasie dient een arts een dodelijk middel toe aan een patiënt, bij passieve euthanasie wordt afgezien van een verdere behandeling (wanneer iemand terminaal ziek is). Het uitvoeren van passieve euthanasie wordt ook wel 'abstinentiebeleid' genoemd. Sinds 2001 is euthanasie gelegaliseerd, maar hier is een lange weg aan voorafgegaan. Hoe is dat beleid ontstaan en hoe kijken de politieke partijen hier tegenaan?
Ontstaan
Zo rond het eind van de jaren 60 ontstond in Nederland een debat over euthanasie. Dit was naar aanleiding van nieuwe, levensverlengende technieken, die de kwaliteit van leven niet verbeterden.
Postma
Toch kwam het echte debat pas in 1973 op gang: dit was nadat de arts Postma in Noordwolde, haar doodzieke moeder (op uitdrukkelijk verzoek) doodde met behulp van een injectie die 200 gram morfine bevatte. Hierop werd zij veroordeeld tot een week voorwaardelijke gevangenisstraf (ze hoefde deze straf dus niet uit te zitten, tenzij ze nog een keer in de fout zou gaan). Wel stelde de rechtbank een lijst met eisen (vrijwillig en weloverwogen verzoek, uitzichtloos en ondraaglijk lijden, patiënt moet op de hoogte zijn van diagnoses en prognoses, etc.) op waaraan euthanasie zou moeten voldoen. Als gevolg van de hele zaak werd de 'NVVE' opgericht, de 'Nederlandse Vereniging Voor een Vrijwillig levenseinde'. Deze socialiserende institutie had als belangrijkste doel de legalisering van euthanasie. Dit lukte, want in 2002 trad de 'Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding' in werking. Daarnaast hebben zij als doel om euthanasie maatschappelijk aanvaardbaar te maken.
Geen vervolging
In 1982 kwam er opnieuw een zaak in het nieuws, waarbij de rechtbank stelde dat er bij een euthanasie-verzoek sprake moet zijn van langdurig lijden, een weloverwogen verzoek en zorgvuldig handelen van de arts. Doordat de betreffende arts aan deze eisen had voldaan, werd hij verder niet vervolgd.
KNMG
Hoewel in 1985 de artsenvereniging KNMG eigen richtlijnen opstelde die euthanasie als normaal medisch handelen erkenden, werd euthanasie pas in 2001 echt gelegaliseerd.
Euthanasie in de politiek
CDA
Het CDA is van mening dat de palliatieve zorg goed is verbeterd: men heeft nu meer aandacht voor de psychische kanten van het ziek-zijn, waardoor ook het aantal gevallen van euthanasie zou dalen. Het CDA hecht daarnaast veel belang aan het melden van euthanasie-gevallen, iets wat nog niet altijd gebeurt. Toch is het algemene standpunt dat de Euthanasiewet in de praktijk goed werkt.
SGP
De SGP is principieel tegen euthanasie: ze zijn van mening dat het leven een geschenk van God is en dat het altijd waardevol blijft, ook wanneer iemand met veel pijn geconfronteerd wordt. In hun optiek moet het verstrekken van informatie over zelfdoding, op welke manier dan ook, streng bestraft worden. Zorgmedewerkers die geen medewerking willen verlenen aan de voorbereiding of euthanasie mogen in geen geval geweigerd worden voor een opleiding, of ontslagen worden. Daarnaast is de SGP tegen palliatieve sedatie: ze vinden dit een route om de zorgvuldigheidseisen te ontlopen. Volgens de SGP zou in alle gevallen gebruik gemaakt moeten worden van palliatieve zorg.
VVD
De VVD vindt zelfbeschikking een belangrijk principe. Ouderen mogen volgens hen dan, mits ze goed bij geest zijn, zelf kiezen voor het beëindigen van hun leven. De VVD steunt dan ook initiatieven zoals levenseindeklinieken.
PVV
De PVV vindt dat de huidige euthanasiewet verruimd moet worden: niet alleen mensen die fysiek ondraaglijk lijden of terminaal ziek zijn zouden een euthanasie-verzoek moeten kunnen doen, ook mensen die een psychische of psychiatrische aandoening hebben zouden hiervoor in aanmerking moeten kunnen komen. Wel vinden ze dat er meer aandacht binnen de medische studie moet komen voor de kwaliteit van leven rond het levenseinde, en daarmee voor het stoppen van de behandeling.
PvDD
De Partij voor de Dieren vindt persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van mensen heel belangrijk. Ze zijn dan ook van mening dat mensen zelf mogen beslissen over hun leven en dood.
PVDA
De PVDA vindt dat de Euthanasiewet op dit moment goed wordt uitgevoerd. Wel vinden ze dat er meer bekendheid moet worden gegeven aan euthanasiewensen van psychiatrische patiënten: deze mensen moeten beter worden gehoord. Ook vinden ze het debat over ouderen die hun leven voltooid vinden, een goed initiatief. Tevens is de PVDA voor een wettelijke verwijsplicht voor artsen die zelf geen euthanasie-verzoek willen uitvoeren.
Christenunie
De ChristenUnie ziet de mens niet als beschikker, maar als ontvanger en hoeder van het leven. De partij is van mening dat de wet die euthanasie en abortus legaliseerde, de verkeerde weg is geweest. Ze pleiten voor andere oplossingen onder andere in de vorm van hospices en palliatieve zorg. Het liefst zien ze dat er nog meer oplossingen gaan komen.
D66
D66 vindt dat ouderen die hun leven voltooid vinden, zelf moeten kunnen bepalen hoe en wanneer ze willen sterven. Mits het zorgvuldig is uitgevoerd, vinden ze dat mensen in deze situatie gebruik moeten kunnen maken van stervenshulp.
De partij vindt dat Artikel 294, lid 2 van het 'Wetboek van Strafrecht', waarin staat dat hulp bij zelfdoding strafbaar is, veranderd moet worden. Iemand die vrijwillig een ander helpt die uit eigen overwegingen het leven wil beëindigen, moet volgens D66 niet meer strafbaar zijn. Ook voor pasgeborenen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden moet, in overleg met de ouders en neonatologen, stervenshulp mogelijk zijn. Ten slotte wil D66 graag een verwijsplicht voor artsen die zelf geen euthanasie-verzoeken willen uitvoeren.
SP
De SP heeft als standpunt dat mensen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden, zelf mogen kiezen om te sterven en hierbij professionele zorg moeten krijgen. Mensen mogen echter niet in een situatie terechtkomen waarbij ze moeten verantwoorden waarom ze niet voor euthanasie kiezen.
Tevens vinden ze dat in de beroepsopleidingen voor artsen en verpleegkundigen meer aandacht moet komen voor stervensbegeleiding en palliatieve zorg. Er moet in elke regio een palliatief team beschikbaar komen om artsen te helpen bij het begeleiden van terminale patiënten. Verblijf in hospices en palliatieve units moet voldoende gefinancierd worden, thuiszorg voor terminale patiënten moet onbeperkt beschikbaar zijn.
GroenLinks
GroenLinks is van mening dat het niet humaan is om mensen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden, daarmee te laten zitten. Belangrijk is voor hen wel om hier heel duidelijke regels voor op te stellen: voor de patiënt moet het een geheel vrije keuze zijn, artsen moeten ook overleggen met een andere arts, en als laatste heeft de arts een meldingsplicht. Ook wilsonbekwamen als pasgeborenen, mensen in coma, of demente bejaarden kunnen ondraaglijk lijden. GroenLinks vindt dat voor deze groepen nog strengere zorgvuldigheidseisen moeten worden gesteld.
50Plus
50Plus is, net als de PVDA, van mening dat er een verwijsplicht moet komen voor artsen die om principiële redenen geen euthanasie-verzoeken willen uitvoeren. Dit is vooral belangrijk vanwege het feit dat op die manier mensen zich niet genoodzaakt voelen om een naaste te helpen met zelfdoding. Bovendien hecht 50Plus veel waarde aan het regelmatig bijwerken van een wilsverklaring, met name voor mensen die zich in een toestand bevinden waarin ze hun eigen wil niet goed meer kunnen uiten.
Over het algemeen
Over het algemeen is te stellen dat alle politieke partijen met een geloofsovertuiging, CDA uitgezonderd, tegen euthanasie zijn. De overige partijen zijn in meer of mindere mate voor.