Voorkomen is beter dan genezen

Preventie is het voorkomen van iets. Als je spreekt over de preventie van aandoeningen kun je deze verschillende soorten preventie op 3 verschillende manieren indelen, namelijk kijkend naar de functie van de preventie, naar het niveau en naar het stadium van de ziekte.

Preventie ingedeeld naar de functie

Gezondheidsbescherming

Gezondheidsbescherming houdt in dat je de gehele bevolking of bepaalde groepen hiervan beschermd tegen bepaalde aandoeningen. Een goed voorbeeld hiervan is de hoeveelheid straling in de lucht. Straling is schadelijk voor ons, dus er is een limiet gesteld aan aan hoeveel straling een persoon mag blootstaan.

Gezondheidsbevordering

Naast deze preventieve bescherming, is er natuurlijk ook gezondheidsbevordering. Dit houdt in dat je de levensomstandigheden van (groepen) mensen verbetert.

Ziektepreventie

Hierbij voorkom je echt dat een bepaalde ziekte voorkomt in een bevolkingsgroep. Bijvoorbeeld het inenten van kinderen tegen difterie en kinkhoest.

Preventie ingedeeld naar niveau

Individueel

Dit houdt in dat het gericht is op individuen. Bijvoorbeeld het voorkomen van een longontsteking bij een vrouw, door haar antibiotica te geven als je dit ziet aankomen.

Collectief

Is gericht op bepaalde groepen mensen. Weer is hier het voorbeeld van de inentingen bij kinderen tegen difterie en kinkhoest.

Preventie ingedeeld naar stadium van de ziekte

Primaire preventie

Er wordt getracht te voorkomen dat mensen ziek worden, door bijvoorbeeld preventief te vaccineren of voorlichting te geven over bijvoorbeeld SOA.

Secundaire preventie

Is gericht op het vroegtijdig opsporen en bestrijden van een ziekte. Voorbeeld hiervoor is het borstkankeronderzoek bij vrouwen, om zo borstkanker vroegtijdig op te sporen.

Tertiaire preventie

Het bestrijden van negatieve effecten van een ziekte. Mensen die ernstig ziek zijn en niet meer beter kunnen worden, chronisch zieken of terminaal zieken, wordt geprobeert het leven nog wel zo aangenaam mogelijk te maken, door de symptomen van hun aandoening zo veel mogelijk te bestrijden. Maar ook mensen met bijvoorbeeld astma of COPD hebben te maken met tertiaire preventie, om te voorkomen dat ze aanvallen krijgen.