Het spijsverteringskanaal: de slokdarm (oesofagus)
De slokdarm, officieel eusofagus genoemd, is een rechte buis van spieren die de mond met de maag verbindt. Het is hiermee het eerste station van het spijsverteringskanaal, de tractus digestivus. De functie van de slokdarm is het vervoeren van voedsel van de mond naar de maag en bij overgeven andersom. Tevens zorgt de slokdarm er voor dat het sap uit de maag niet omhoog kan komen. De slokdarm kan verscheidene (aangeboren) afwijkingen vertonen. Tevens kunnen zich in de slokdarm tumoren ontwikkelen. We spreken dan van slokdarmkanker.
Inhoud
Functies van de slokdarm
De functies van de slokdarm zijn het verplaatsen van voedsel van mond naar maag (bij overgeven gaat dit andersom) en het afsluiten van de maag om te voorkomen dat maagzuur naar boven stroomt. Het verplaatsen van het voedsel en afsluiten wordt geregeld door twee sluitspieren, sficters genoemd en peristaltiek van de spieren van de slokdarm.
Anatomie van de slokdarm
De slokdarm heeft bij volwassenen een gemiddelde lengte van 25 centimeter. De slokdarm is direct achter de luchtpijp (trachea) gelegen en loopt van de mond naar de maag. De slokdarm wordt op twee plaatsen afgesloten door sluitspieren, sfincters genoemd. De eerste, of bovenste oesofagale sfincter bevindt zich aan het begin van de slokdarm in het strottenhoofd, de tweede onderste oesofagale sfincter bij de overgang naar de maag. De spierlaag in de slokdarm zorgt voor de peristaltiek, dit is het ritmisch spannen om het doorgeslikte eten naar beneden te vervoeren. Deze spieren zijn zo krachtig dat deze zelfs het voedsel naar de maag vervoeren als de persoon die eet op zijn kop staat.
De slokdarm is opgebouwd uit verschillende lagen.
- mucosa
- submucosa
- muscularis propria
- serosa (alleen in onderste gedeelte van slokdarm)
Mucosa
De mucosa is het slijmvlies dat de binnenkant van de slokdarm bekleedt. De mucosa bestaat uit niet-verhoornd plaveiselepitheel. Dit is hetzelfde epitheel als onder andere de huid. Dit epitheel beschermt goed tegen het geweld dat de slokdarm van binnen moet ondergaan door het verplaatsen van onverteerd voedsel.
Submucosa
De submucosa ligt direct onder de mucosa. Deze laag bevat onder andere bloedvaten, lymfevaten, klieren en de Plexus van Messner. Dit is een bundel zenuwen die de afscheiding van darm- en maagsap en de absorptie door de darmen reguleert.
Muscularis propria
Dit is de spierlaag van de slokdarm en verantwoordelijk voor het verplaatsen van het voedsel. De laag bestaat uit twee spierlagen met daartussenin de plexus van Auerbach. Deze bundel van zenuwen stuurt het samenknijpen van de spierlagen aan.
Serosa
De serosa is de beschermende buitenlaag van de slokdarm. Deze laag komt alleen voor in het gebied bij de maag.
Goedaardige afwijkingen slokdarm
De slokdarm kent vele goedaardige afwijkingen. Hoewel deze goedaardig zijn kunnen deze voor zeer veel ongemak zorgen.
Oesofagitis
Oesofagitis is een ontsteking aan de slokdarm. Dit kan verschillende aanleidingen hebben.
- Reflux: zure bestanddelen van de maag belanden in de slokdarm en tasten de mucosa aan
- Inname stoffen: irritatie van mucosa kan komen door bijvoorbeeld alcohol, zuren, roken of zeer hete vloeistoffen
- Cytotoxische stoffen: chemotherapie
- Bacteriele- of viraleontsteking: onder andere herpes en cytomegalovirus (CMV) tasten de slokdarm aan
- Schimmelinfecties: Candida is de meest voorkomende schimmel die de slokdarm irriteert
- Uremie (niervergiftiging): door slecht of niet werkende nieren
Reflux is hiervan de meest voorkomende veroorzaker. Reflux wordt ook vaak bij baby's gezien, omdat de onderste sfincter nog niet goed sluit. Langdurende gastro-oesofageale reflux kan leiden tot een Barrett's oesofagus.
Barrett's oesofagus
Barrett's oesofagus is een complicatie van langdurige reflux. Hierbij wordt door lange prikkeling van de zure bestanddelen uit de maag, de cellaag plaveiselepitheel aangetast. Deze laag wordt vervangen door metaplastisch intestinaal epitheel. Dit epitheel lijkt op dat van de maag en bepaalde delen van de darmen. Hoewel de patiënt zelf weinig last heeft (buiten reflux-klachten) is dit een zeer belangrijke risicofactor van slokdarmkanker. Het epitheel kan door de zeer lange prikkeling en overgang in ander epitheel gaan woekeren en onrustig worden. Uiteindelijk kunnen hier tumorcellen uit ontstaan.
Diverticulitis
Diverticulitus zijn uitstulpingen van het verteringskanaal, welke een of meerdere lagen van de wand betreffen. Symptomen bij deze aandoening zijn het blijven hangen van voedsel hetgeen leidt tot ontstekingen en bulten in de hals.
Mallory Weiss Syndroom
Dit syndroom wordt gekenmerkt door traanvormige scheuren (laceraties) in de wand van de slokdarm. Deze ontstaan door overmatig overgeven en hiermee de onderste sfincter niet kunnen ontspannen. Dit syndroom wordt veel gezien bij alcohollisten. De scheuren kunnen leiden tot overgeven van bloed en ontstekingen van verschillende delen van de tractus digestivus.
Varices
Varices zijn verwijdde aderen, welke in het hele lijf kunnen voorkomen. Varices in de slokdarm worden veroorzaakt door het slecht functioneren van de lever. Als het bloed hier niet goed heen kan stromen, is het genoodzaakt een andere weg te zoeken en komt het in de dunne vaten van de slokdarm terecht. Ook deze aandoening wordt vaak bij (zware) alcoholisten gezien. De symptomen zijn bloedbraken en zelfs de dood.
Hernia diafragmatica
Niet te verwarren met hernia in de rug. Bij hernia diafragmatica komt de maag boven het middenrif uit. Deze zit normaliter in zijn geheel onder het middelrif. Er zijn twee soorten te onderscheiden:
- glijdende: hierbij is de slokdarm te kort waardoor de maag genoodzaakt is boven het middenrif te beginnen
- rollende: via een gat het middenrif rolt de maag omhoog en komt naast de slokdarm te liggen.
Oesofagale fistel
Een fistel is een abnormale verbinding tussen twee holtes. Deze kan aangeboren zijn, maar ook door een tumor of na slechte genezing van een operatie. De slokdarm vormt bij een fistel een kanaal naar de luchtpijp toe. Deze aandoening is zeer gevaarlijk omdat voedsel naar de luchtpijp kan reizen. Dit kan leiden tot longontsteking of zelfs stikken.
Kwaadaardige aandoeningen slokdarm
Slokdarm kanker is een kwaadaardige (maligne) tumor die uitgaat van het weefsel van de slokdarm. Belangrijke aanleidingen voor slokdarmkanker zijn onder andere roken, alcohol, eenzijdige voeding, reflux of Barrett en overgewicht. Slokdarmkanker komt voornamelijk in twee vormen voor:
- Plaveiselcelcarcinoom
- Adenocarcinoom
Plaveiselcelcarcinoom
Het plaveiselcelcarcinoom gaat uit van het normale plaveiselepitheel van de slokdarm.
Adenocarcinoom
Het adenocarcinoom is een woekering van kwaadaardige cilinderepitheelcellen. Deze cellen vormen de kleerbuizen in de slokdarm. Ook kan een adenocarcinoom voort komen uit het Barrett syndroom, waarbij het plaveiselepitheel is veranderd in cilinderepitheel.
Prognose
Overlevingskansen voor beide vormen hangen af van het tijdstip van het ontdekken en of er uitzaaiingen (metastasen) aanwezig zijn. Metastasen zijn voornamelijk te vinden in lymfklieren, de longen en de lever. Omdat klachten bij slokdarmkanker vaak lang uitblijven wordt een tumor echter vaak laat ontdekt. De kans dat deze door het volledige weefsel is heen gegroeid of is uitgezaaid naar andere organen is hierbij groot.
Klachten die serieus genomen moeten worden zijn:
- Passageklachten waarbij eten niet goed zakt
- Verminderde eetlust
- Pijn in borst
- Vermoeidheid
- Bloed in braaksel of ontlasting
- Chronische hik