Spirometrie: Onderzoek om de longfunctie te meten
Een spirometrie is een eenvoudig, niet-invasief, pijnloos en veilig medisch onderzoek dat de arts inzet bij het vaststellen en opvolgen van bepaalde longaandoeningen. Tijdens de spirometrie meet de arts de hoeveelheid lucht die de patiënt kan uitademen via een mondstuk. Het instrument dat voor deze meting wordt gebruikt, heet een spirometer. De patiënt moet bij het onderzoek lucht inademen en krachtig uitademen. Dankzij de resultaten van het onderzoek kan de arts de longfunctie beoordelen en vaststellen welke vorm van longlijden de patiënt heeft. Op basis van de betrouwbare onderzoeksresultaten kan de arts een geschikte behandeling vaststellen.
Indicatie spirometrie: Longaandoening opsporen en opvolgen
Diagnose longaandoening
Een spirometrie wordt uitgevoerd om een longaandoening te diagnosticeren of bij symptomen die mogelijk gerelateerd zijn aan een longaandoening, zoals een
aanhoudende hoest of
kortademigheid. Dit onderzoek is vooral van belang bij patiënten ouder dan 35 jaar en
rokers. Een vroege diagnose is essentieel om tijdig in te grijpen en de progressie van de aandoening te beperken.
Aandoeningen waarbij de arts een spirometrie inzet, zijn onder meer:
- Astma: Een chronische aandoening waarbij de luchtwegen periodiek ontstoken (gezwollen) en versmald zijn. Patiënten ervaren vaak aanvallen van kortademigheid, piepende ademhaling en een aanhoudende hoest.
- Chronisch obstructief longlijden (COPD): Een groep longaandoeningen waarbij de luchtwegen vernauwd zijn, meestal veroorzaakt door langdurig roken of blootstelling aan schadelijke stoffen. COPD gaat vaak gepaard met chronische bronchitis en emfyseem.
- Longfibrose: Littekenvorming in de longen die leidt tot kortademigheid. Het kan voortkomen uit verschillende oorzaken, zoals blootstelling aan bepaalde stoffen, infecties of auto-immuunziekten.
- Mucoviscidose: Een genetische aandoening waarbij de longen en het spijsverteringskanaal verstopt raken met dik, kleverig slijm (sputum). Dit kan leiden tot frequente luchtweginfecties en problemen met de spijsvertering.
Opvolgen longaandoening
De patiënt met een longaandoening krijgt een spirometrie om de ernst van de aandoening te monitoren of te evalueren hoe hij reageert op de behandeling. Het is cruciaal om de aandoening regelmatig op te volgen en zo nodig de behandeling aan te passen. Regelmatige evaluatie kan helpen bij het voorkomen van complicaties en het verbeteren van de kwaliteit van leven van de patiënt.
Daarnaast wordt de algemene gezondheid van patiënten met andere aandoeningen gevolgd, bijvoorbeeld bij patiënten met
reumatoïde artritis (een chronische auto-immuunaandoening met
ontsteking van gewrichten en andere organen). Bij deze patiënten kan een longaandoening het ziektebeeld compliceren, wat extra monitoring noodzakelijk maakt.
Effectiviteit van behandelingen
Tijdens de opvolging kan de arts de effectiviteit van de behandelingen beoordelen. Dit gebeurt aan de hand van de resultaten van de spirometrie en de algehele toestand van de patiënt. Wanneer blijkt dat de behandelingen niet het gewenste effect hebben, kan de arts besluiten om een andere benadering te kiezen of aanvullende therapieën voor te stellen.
Aanpassingen in de behandeling
Indien nodig kan de arts aanpassingen doen in de medicatie of therapie. Dit kan variëren van het veranderen van inhalatoren tot het introduceren van aanvullende geneesmiddelen. Het doel is om de longfunctie zo optimaal mogelijk te houden en de symptomen te verlichten.
Voor een operatie
Spirometrie is ook een standaardonderzoek voor patiënten die een operatie ondergaan. Dit helpt om te beoordelen of de longfunctie adequaat is voor de procedure en of er aanpassingen in de operatieplanning nodig zijn. Een goede longfunctie is cruciaal, vooral bij operaties waarbij anesthesie wordt gebruikt, omdat dit risico's voor de patiënt kan met zich meebrengen.
Risico’s tijdens de operatie
Patiënten met een verminderde longfunctie lopen mogelijk een groter risico op complicaties tijdens en na de operatie. Daarom is het essentieel dat chirurgen en anesthesisten goed geïnformeerd zijn over de longfunctie van de patiënt voor een veilige uitvoering van de ingreep.
Nazorg en herstel
Na de operatie is het belangrijk om de longfunctie te blijven monitoren, vooral als er sprake is van vooraf bestaande longaandoeningen. Een goede nazorg kan bijdragen aan een sneller en veiliger herstelproces.
Tegenindicatie meting van de longfunctie
Het onderzoek kan de druk in het hoofd, de borst, de buik en de ogen verhogen tijdens het uitademen. Daarom wordt het onderzoek vermeden bij patiënten met aandoeningen die door spirometrie verergerd kunnen worden. Spirometrie is niet aanbevolen bij:
Risico’s bij de meting
Bij patiënten met de bovengenoemde aandoeningen kunnen de risico’s van spirometrie de voordelen overstijgen. Daarom is het van belang dat de arts deze factoren in overweging neemt voordat het onderzoek wordt uitgevoerd.
Alternatieve testen
Voor patiënten die niet in aanmerking komen voor spirometrie, zijn er alternatieve testen beschikbaar die de longfunctie kunnen evalueren zonder de risico’s van spirometrie. Deze tests kunnen nuttig zijn om een beter beeld van de longgezondheid te krijgen.
Voorbereiding op de spirometrie
De arts zal de patiënt vragen naar de gebruikte medicatie. Medicatie die de luchtwegen verwijdt (meestal inhalatoren) moet worden gestopt voor het onderzoek, maar dit dient altijd met de arts te worden besproken. Het is essentieel dat patiënten goed voorbereid zijn om accurate resultaten te garanderen.
Aanpassingen in medicatie
Patiënten wordt aangeraden om, indien mogelijk, de medicatie voor de test te stoppen. Dit kan enkele uren tot een dag voor de test gelden, afhankelijk van het type medicatie. Het is belangrijk dat patiënten deze richtlijnen nauwgezet volgen voor een optimale uitkomst.
Leefstijlaanpassingen
De patiënt moet 24 uur voor het onderzoek stoppen met roken en geen alcohol drinken. Zware lichamelijke inspanningen en grote maaltijden enkele uren voor het onderzoek zijn niet aanbevolen. Deze leefstijlaanpassingen helpen bij het verkrijgen van de meest betrouwbare resultaten.
De patiënt dient in losse, comfortabele kleding naar het onderzoek te komen. Voor het onderzoek worden ook het gewicht en de lengte gemeten. De totale duur van het onderzoek bedraagt ongeveer dertig tot negentig minuten.
Tijdens een spirometrietest: Lucht inademen en krachtig uitademen
De patiënt kan in een gewone ruimte zitten, maar soms zit hij in een apart glazen hokje voor betere resultaten. De arts plaatst een zachte klem op de neus van de patiënt zodat hij niet via de neus kan ademen. Het is belangrijk dat de patiënt zich op zijn gemak voelt tijdens de test om de nauwkeurigheid van de resultaten te waarborgen.
De ademhalingsprocedure
De patiënt zit op een stoel en moet op verzoek lucht zo diep en krachtig mogelijk inademen om de longen volledig te vullen. Vervolgens sluit hij de lippen stevig rond het mondstuk van de spirometer en ademt zo snel en krachtig mogelijk uit om de longen volledig te ledigen. Deze ademhalingstest wordt minstens drie keer herhaald om een betrouwbaar resultaat te verkrijgen. De herhaling is cruciaal om eventuele inconsistenties in de resultaten te elimineren.
Effect van medicatie
In sommige gevallen kan de arts een luchtwegverwijder toedienen en de test na vijftien minuten herhalen om het effect van de medicatie op de longfunctie te evalueren. Dit biedt inzicht in hoe goed de luchtwegen reageren op de voorgeschreven behandeling.
Na het onderzoek
Na de spirometrie kan de patiënt gewoon naar huis en zijn normale activiteiten hervatten. Er zijn doorgaans geen speciale instructies nodig, tenzij anders aangegeven door de arts. Het is echter wel belangrijk dat patiënten de resultaten van de spirometrie met hun arts bespreken, vooral als er veranderingen in hun gezondheid zijn opgetreden of als er zorgen zijn over hun longgezondheid.
Resultaten spirometrie
De resultaten worden niet onmiddellijk aan de patiënt verstrekt. Een longspecialist bekijkt eerst de resultaten en deelt deze vervolgens met de behandelende arts van de patiënt. Dit proces zorgt ervoor dat de resultaten grondig worden geanalyseerd en dat de juiste conclusies worden getrokken.
Interpretatie van de resultaten
De arts zal de resultaten van de spirometrie vergelijken met de referentiewaarden die zijn vastgesteld op basis van leeftijd, geslacht, lengte en etniciteit van de patiënt. Op basis van deze vergelijkingen kan de arts bepalen of er sprake is van een longaandoening en zo ja, welke behandeling nodig is.
Vervolgafspraken
Afhankelijk van de resultaten kunnen vervolgafspraken worden gepland om de voortgang te monitoren of aanvullende tests uit te voeren. Regelmatige opvolging is essentieel voor het effectief beheren van longaandoeningen en het verbeteren van de levenskwaliteit van de patiënt.
Lees verder