Wat te doen aan een winterdip?
In het najaar wordt het al vroeg donker. Het wordt kouder, je hebt weinig energie, je bent vermoeid en je voelt je somberder dan normaal. Hoeveel je ook rust of slaapt, het lijkt allemaal niet te helpen. Herkenbaar? Dan zou je wel eens last kunnen hebben van een winterdip. Hoe ontstaat een winterdip? Wat voor symptomen krijgt men en wat kun je aan een winterdip doen?
Inhoud
Winterdip
Een winterdip, winterdepressie of winterblues. Allemaal vallen ze onder de noemer Seasonal Affective Disorder (SAD), oftewel seizoensgebonden emotionele stoornis. Ongeveer 40 tot 60% van de Nederlandse bevolking heeft jaarlijks te maken met een winterdip. Voor de meeste mensen is dit ieder najaar (oktober t/m maart) een terugkomend probleem. In de zomer is er niets aan de hand. Een winterdip wordt ook wel een sub-syndromale winterdepressie, herfstmoeheid of winterblues genoemd. Bij een winterdip zijn er verschillende symptomen. Een winterdip zal voor iemand maandenlang een last zijn op het psychische en/of lichamelijke welbevinden. Het dagelijkse leven, het werk en een relatie zullen er onder lijden.
Oorzaak
De oorzaak van een winterdip is te weinig daglicht. Mensen die het hele jaar werken in een ruimte zonder ramen zouden het hele jaar last kunnen hebben. Doordat de dagen korter en donkerder zijn loopt de biologische klok niet meer gelijk met het dag- en nachtritme. Het lichaam zal hierdoor extra melatonine (slaaphormoon) produceren waardoor men 's ochtends niet goed wakker kan worden. Dit zorgt voor aanhoudende vermoeidheid. De extra aanmaak van melatonine overdag heeft ook een negatieve invloed op iemand zijn stemming, eetlust, concentratie- en prestatievermogen.
Symptomen
Bij mensen met een winterdip beginnen de symptomen vaak in de herfst. De klachten hebben hun hoogtepunt in de winter en neemt in de loop van het voorjaar weer af. Een aantal symptomen die iemand met een winterdip kan ondervinden zijn:
- Je voelt je vermoeid
- Je bent futloos
- Je hebt een neerslachtig gevoel
- Je hebt de behoefte om te slapen
- Je voelt je somber/depressief
- Je hebt concentratieproblemen
- Je slaapt veel, maar bent niet uitgerust
- Je bent afwezig
- Je voelt je prikkelbaar
- Je hebt meer behoefte aan eten, vooral aan suiker
- Je gewicht neemt toe
- Je hebt minder behoefte aan intimiteit
- Je hebt minder behoefte aan contact met anderen
Behandeling: lichttherapie
Door een gebrek aan daglicht is lichttherapie een goede behandeling. Tijdens een behandeling zit men voor een lichtbak. Uit de lichtbak komt licht dat het daglicht nabootst. Tijdens de behandeling is het belangrijk dat je er goed voor zit zodat het licht recht in de ogen valt. Pas dan kan de behandeling zijn werk doen.
Lichttherapie dient een week lang elke dag te worden herhaald. Een behandeling duurt drie kwartier. Na een week zullen de klachten mogelijk afnemen. Indien de klachten later weer toenemen, zal er opnieuw lichttherapie gevolgd moeten worden zodat het lichaam weer een oppepper krijgt.
Vitamine D
Een lichaam heeft vitamine D nodig. Bij zonlicht (uv-straling) maakt de huid vitamine D aan. Er zijn aanwijzingen dat vitamine D een rol speelt in het voorkomen van een winterdip. Bij te weinig daglicht in verband met de kortere dagen krijgt het lichaam een tekort aan vitamine D en heeft men een grotere kans op het krijgen van een winterdip. Zodra de zon goed van kracht is zullen de klachten verdwijnen. De waardes van vitamine D in het bloed dalen als het najaar begint te worden.
Naast dat een tekort aan vitamine D een winterdip kan voorkomen, zorgt vitamine D in het algemeen voor:
- Het opnemen van calcium en fosfor vanuit de darm
- Het onderhoud van botten en het voorkomen van osteoporose (botontkalking)
- Het aansturen van spieren en het voorkomen van spierzwakte
- Een sneller herstel na een operatie van orthopedische aandoeningen
- Het zorgen voor een normale toestand in het immuunsysteem en bij ontstekingsreacties
Het lichaam heeft volgens het Voedingscentrum dagelijks 10 µg vitamine D nodig. Afhankelijk van de intensiteit van de uv-straling maakt het lichaam in ongeveer 15 tot 30 minuten ca. 6-8 µg vitamine D aan. De overige 4-2 µg halen we uit onze voeding. Er kunnen ook supplementen worden ingenomen om het tekort aan te vullen. De gezondheidsraad adviseert risicogroepen om extra vitamine D te slikken in de vorm van tabletjes of druppels.
Dagelijks 10 µg extra vitamine D
- Kinderen tot 4 jaar
- Vrouwen onder de 50 jaar die een donkere huidskleur hebben of onvoldoende buiten komen
- Mannen onder de 70 jaar die een donkere huidskleur hebben of onvoldoende buiten komen
- Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven
- Vrouwen onder de 50 jaar die een sluier dragen
- Vrouwen vanaf 50 jaar die een lichte huidskleur hebben en voldoende buiten komen
- Mannen vanaf 70 jaar die een lichte huidskleur hebben en voldoende buiten komen
Dagelijks 20 µg extra vitamine D
- Mensen die botontkalking (osteoporose) hebben
- Mensen die in een verzorgings- of verpleeghuis zitten
- Vrouwen vanaf 50 jaar die een donkere huidskleur hebben of onvoldoende buiten komen
- Mannen vanaf 70 jaar die een donkere huidskleur hebben of onvoldoende buiten komen
- Vrouwen vanaf 50 jaar die een sluier dragen
Vitamine D komt voor in de volgende voedingsmiddelen:
Voedingsmiddel | Vitamine D (µg) per 100gr |
Tonijn | 5 µg |
Verse/zoute haring | 17 µg |
Verse makreel | 16 µg |
Gerookte makreel | 8 µg |
Blik zalm of verse zalm | 12 µg |
Gerookte zalm | 3 µg |
Sardientjes in olie | 11 µg |
Forel | 2 µg |
Heilbot | 13 µg |
Kabeljauw | 1 µg |
Schol | 2 µg |
Tong | 4 µg |
Volle melk | 0.06 µg |
Ei | 2 µg |
Roomboter | 0,75 µg |
Margarine | 7,5 µg |
Avocado | 1 µg |
µg staat voor microgram.
Lees verder