Hyperfagie - overmatig eten
Veel vrouwen kennen die periode in de maand voor de eigenlijk visite van oma: vreet-bui!. Je mond verandert in een eenarmige bandiet: het wil meer en meer en meer. Wat er ook ingaat, het is niet genoeg.
Hyperfagie is ook wel overmatig eten of vraatzucht. Het is een symptoom van de atypische depressie. De drang naar het eten van koolhydraat-rijk eten is sterk aanwezig. Wat meestal een burger, patat, chips, chocolade, ijs en pizza inhoudt. De zogenaamde 'comfort foods' doen ook precies dat: ze stellen ons zenuwstelsel gerust. Dat heeft alles te maken met serotonine.
Serotonine en tryptofaan
Serotonine is een neurotransmitter (molecule verantwoordelijk voor het overdragen van signalen tussen zenuwcellen in het zenuwstelsel). Tryptofaan speelt een rol bij de productie van serotonine. Serotonine is verantwoordelijk voor de regulering van onze slaap, stemming en eetlust. Althans dat is het idee van de 'serotonine theorie'. Wat in ieder geval duidelijk is geworden, is dat het complexer is dan slechts een tekort van één bepaald iets. Het is nog niet duidelijk wat precies gebeurt bij personen met depressies en hoe dit in verhouding staat tot een vraatzuchtig gedrag. Het is in ieder geval wel een belangrijk verschil met de typische depressies, waar mensen juist hun eetlust verliezen.
Mensen met vraatzucht en atypische depressie zouden volgens de theorie onbedoeld proberen de serotonine-gehalte in hun lichaam te verhogen. Dat lukt aardig met koolhydraten. Helaas zit in het soort eten wat de voorkeur heeft veel vetten die ernstige gevolgen voor de lijn hebben. Koolhydraat-rijk eten werkt bovendien slechts tijdelijk en kan leiden tot diabetes. Tryptofaan aan de ander kant komt in de natuur voor in veel verschillende soorten producten zoals: vette vis, kip en bananen. Het eten van dat soort eten, zou ervoor moeten zorgen dat de regulering van onze stemming, slaap en eetlust 'normaal' blijft.
Er worden vele onderzoeken gedaan naar obesitas. Het is complex probleem waar niet een duidelijk oorzaak voor aan te wijzen is. Hieronder volgen enkele bijzondere bevindingen ten aanzien van overgewicht in relatie tot depressie.
Belangrijke onderzoeksresultaten
Een onderzoek van Murphy et al naar gewichtstoename in relatie tot depressie uit 2009 heeft het volgende uitgewezen:
Depressies van obese (BMI > 30) personen in een gemeenschap met obese personen zijn meer geneigd ernstiger te zijn dan wanner de gemeenschap uit niet obese mensen bestaat. Gewichtstoename tijdens de depressie is een belangrijke aanwijzing voor de ernst van de depressie.
Hongaars onderzoek uit 2008 naar de associatie van obesitas met depressies:
Het is al langer bekend dat mensen met overgewicht aan de Bipolaire depressies lijden, 20-45%. Het is de meest voorkomende symptoom bij depressies. Hoewel het vaak ook komt door de levensomstandigheden van individuen en niet enkel en alleen door een depressie. Het kan leiden tot resistentie van insuline en het versterkt de suïcidale gevoelens. Inname van Omega-3 vetzuren, regelmatig beweging, calorie-inname verlagen, lijken een positief effect te hebben op de depressie en suïcidale gevoelens.
In 1984, the National Institute of Health (NIH):
Zij ontdekte dat ons biologische klok beïnvloed wordt door helder licht and dat licht ook serotonine produceert. Sindsdien wordt ook licht therapie ontwikkeld voor mensen met seizoengebonden depressie of ook wel winterdepressie. In 2002 berichtte het medisch blad 'The Lancet' dat helder licht de serotonine productie positief beïnvloed terwijl geen/weinig licht of weinig licht zorgt voor een afbraak van de neurotransmitters.