Aan- en uitkleden van kinderen of cliënten
Aan- en uitkleden lijken simpele handelingen. Als een cliënt dat niet meer goed zelf kan doen, moet je hem helpen. Dat is niet zo eenvoudig als het lijkt. Een gezond mens kan zijn armen en benen goed bewegen en dan kun je zo iemand ook vrij gemakkelijk aan- en uitkleden. Maar wat als iemand helemaal niet begrijpt wat jij bedoelt? Of als iemand armen en benen niet goed, of helemaal niet kan bewegen? Dan zijn die eenvoudige handelingen ineens eens stuk moeilijker.
Baby's aan- en uitkleden
Voor baby's en peuters gelden andere richtlijnen voor het aan- en uitkleden dan voor jongeren en volwassenen. Dat je met een baby voorzichtig moet zijn, weet je wel. Voor het verschonen van de luier en voor het aan- en uitkleden kun je de baby daarom het beste op een aankleedkussen op een commode leggen. Je kunt de baby beter niet op een gewone tafel leggen om te verschonen, dat is niet zo hygiënisch.
Voorkom dat het hoofdje van de baby 'los' hangt en ondersteun het met je vlakke hand. Als de baby op het aankleedkussen ligt, word het hoofdje ondersteund door het kussen.
Bij het uitkleden kan je het beste met de onderkant beginnen. Bij het aankleden trek je als eerste de halsopening over het hoofd. Trek daarvoor de opening zo wijd mogelijk open. Bij het aankleden moet je erop letten dat je de vingers van de baby beschermt, zodat je ze niet de verkeerde kant op trekt als je het mouwtje over de arm trekt.
Let erop dat de baby niet kan afkoelen tijdens het aan- en uitkleden. Baby's kunnen hun eigen lichaamstemperatuur nog niet zo regelen als oudere kinderen en volwassenen.
Peuters aan- en uitkleden
Peuters willen zich graag zelf aankleden, of juist niet. Als zij zich bij het aankleden verzetten tegen jouw hulp, denk er dan aan dat zij zo zelfstandig proberen te worden. Toch moet de peuter natuurlijk uiteindelijk wel aangekleed worden, of hij nu wil of niet. Vaak scheelt het als je de peuter mee laat helpen. Vraag bij elke handeling zijn medewerking. Zo heeft de peuter het gevoel dat hij een flink aandeel heeft in het aankleden. Daardoor accepteert hij jouw hulp gemakkelijker. Wat ook wil helpen is er een soort kiekeboespelletje van maken. 'Doe je oogjes eens dicht'. En dan trek je het hemdje over zijn hoofd. 'Oogjes open... kijk nou eens... zit er een hemdje om je hals, dat is leuk!'. Je kunt het kind ook zijn eigen pop laten aankleden: 'Nu doe jij de pop een hemdje aan, dan krijg jij een hemdje aan'.
Mensen met een beperking helpen bij het aan- en uitkleden
Niet iedereen hoeft er hetzelfde uit te zien, liever niet zelfs want dat zou maar een saaie boel worden. Maar in sommige situaties zijn bepaalde kleren handiger of nuttiger dan andere.
Dementerenden of mensen met een verstandelijke beperking kunnen een andere mening over kleding hebben dan jij. Sommige dingen die voor ons zelfsprekend zijn, begrijpen zij niet. Mensen die dement zijn, hebben niet altijd in de gaten dat ze aanstoot geven als ze niet gekleed zijn. Ze begrijpen niet dat ze perse kleren aanmoeten. Helpen bij het aankleden of uitkleden betekent dat je de cliënt zelf laat doen wat hij zelf kan doen. Voor veel cliënten kan het voldoening geven als zij zelf nog wat kunnen doen.
Tips voor in de praktijk
- Houd rekening met het schaamtegevoel bij je cliënt
- Dwing je cliënt niet een bepaald soort kleding aan te trekken.
- Leg van tevoren alles klaar wat je nodig hebt.
- Let goed op bij de verzorging van de baby
- Laat de peuter meehelpen
- Laat cliënten zoveel mogelijk zelf doen