Alle soorten E-nummers op een rij
E-nummers zijn toegevoegde stoffen die voedingsmiddelen onder meer houdbaar houden en kleur of smaak geven. E-nummers zijn lang niet altijd kunstmatig, veel stoffen hebben een natuurlijke oorsprong. Ook zijn de toevoegingen die in producten zitten die in Nederland verkrijgbaar zijn door de Europese Unie goedgekeurd. Het E-nummer wordt pas aan een stof gegeven wanneer deze is goedgekeurd door de European Food and Safety Authority (EFSA). Hieronder staan de verschillende soorten E-nummers op een rij.
Kleurstoffen
E-nummers E100 tot E180
Kleurstoffen laten voedingsmiddelen er beter uitzien. Ze geven kleur aan snoepjes, limonade, toetjes, vla, vruchtenyoghurt en margarine.
Er zijn verschillende soorten kleurstoffen:
- Natuurlijke kleurstoffen: deze komen meestal uit planten. Bieten en bepaalde bessen geven bijvoorbeeld een rode kleur.
- De kleurstoffen E120 en E161g zijn dierlijk. De Cochinille luis wordt gedood, gedroogd en gemalen en geeft daarna een stof (E120) met een mooie rode kleur die wordt gebruikt in chips, worst en zuivel. Flamingoveren en kreeft bieden de grondstof voor oranje kleurstof (E161g).
- Natuur-identieke kleurstoffen: deze stoffen zijn kunstmatig. Ze worden chemisch nagemaakt maar zijn identiek aan natuurlijke stoffen.
- Synthetische kleurstoffen: deze stoffen komen niet voor in de natuur.
- Ako-kleurstoffen: dit zijn ook synthetische stoffen die regelmatig in het nieuws zijn gekomen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat sommige kinderen hyperactief worden van deze stoffen wanneer ze worden gecombineerd met natriumbenzoaat (E211). Daarom moet op producten met ako-kleurstoffen altijd een waarschuwing staan. Ako-kleurstoffen zijn E102, E110, E122, E124 en E129. Hoewel geen ako-kleurstof, geldt voor E104 ook de waarschuwingsplicht.
Conserveermiddelen
E-nummers E200 tot E290
Deze middelen zorgen ervoor dat voedingsmiddelen langer houdbaar blijven. Meestal worden zout, suiker of azijn gebruikt als conserveermiddel. De producten zijn dan zo zoet, zout of zuur dat schimmels en bacteriën niet kunnen groeien. Ook sulfiet is een bekend conserveermiddel (E220).
Antioxidanten
E-nummers E300 tot E321
Antioxidanten zorgen ervoor dat producten minder reageren op zuurstof. Iedereen kent het voorbeeld van de geschilde appel die na verloop van tijd bruin kleurt. Dat is een reactie op zuurstof en heet oxidatie. Vaak gebruikte oxidanten zijn vitamine C (E300) en vitamine E (E306).
Voedingszuren
E260 tot E300 en E322 tot E386
Voedingszuren versterken het effect van conserveermiddelen en antioxidanten. Merkzuur en citroenzuur worden veel gebruikt.
Stabilatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen
E400 tot E495
Stabilatoren zorgen ervoor dat producten hun eigenschappen behouden. Ze laten voedingsmiddelen bijvoorbeeld niet uit elkaar vallen of schiften. Emulgatoren behoren ook tot de stabilatoren. Zij laten moeilijk mengbare stoffen toch mengen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan water en olie. Eigeel en lecithine (E322) zijn veelgebruikte emulgatoren.
Verdikkingsmiddelen binden of verdikken stoffen of voedingsproducten.Vaak gebruikt men hiervoor koolhydraten. Geleermiddelen hebben hetzelfde effect als verdikkingsmiddelen. Producten krijgen hierdoor stevigheid.
Rijsmiddelen, antiklontermiddelen en zuurteregelaars
E500 tot E585
De meest gebruikte zuurteregelaar is citroenzuur. Wanneer het zuurgehalte in een product niet goed is, proef je dat meteen. Zuurteregelaars zorgen voor de juiste zuurgraad. Antiklontermiddelen maakt poeders zoals soepen, puddings en sauzen waterafstotend waardoor het niet klontert. Rijsmiddel wordt met name gebruikt in deeg. Het laat deeg rijzen en geeft het de juiste vorm en structuur.
Smaakversterkers
E620 tot E650
Zout is een van de meestgebruikte smaakversterkers. Het helpt andere smaken te versterken. Behalve zout wordt ook een stof gebruikt die voorkomt in tomaat of oude kaas: mononatriumglutamaat (E621). Wanneer de fabrikant dit middel gebruikt, is er minder zout nodig.
Zoetstoffen
E420, E421 en E950 tot E968
Zoetstoffen worden meestal gebruikt in lightproducten. Ze smaken als suiker maar bevatten nauwelijks calorieën. De bekendste zoetstof is aspartaam (E951).
Glansmiddelen en antischuimmiddelen
E900 tot E914
Glansmiddelen worden gebruikt in snoepjes en toetjes.
Zetmelen
E1400 tot E1451
Deze E-nummers hebben veel verschillende functies. Eigenlijk is het een soort multi-inzetbaar middel. Het kan dienen als verdikkingsmiddel, stabilisator, bindmiddel of emulgator. Zetmeel wordt gehaald uit aardappelen, rijst, tarwe en peulvruchten.
Kunstmatige aroma’s
E1505 tot E1520
Niet alle aroma’s hebben een E-nummer. Natuurlijke aroma’s worden door de Warenwet namelijk aangemerkt als ingrediënt en niet als toevoeging. Kunstmatige aroma’s hebben alle wel een e-nummer. Er is wel onduidelijkheid over de vermelding van aroma’s op verpakkingen. Vaak staat er alleen ‘aroma’, ook als het om een kunstmatige variant met een E-nummer gaat.