Antioxidanten en veroudering
Is verouderen onvermijdelijk, omdat de natuur het in onze genen ingebakken heeft? Of omdat de natuur nauwelijks nog iets om ons geeft als we eenmaal ouder dan vijftig zijn en we onze evolutionaire voortplantingstaak vervuld en onze genen doorgegeven hebben. En kunnen antioxidanten onze cellen beschermen tegen deze veroudering?
Waarom we niet eeuwig kunnen blijven leven
Met het verstrijken van de tijd wordt het steeds moeilijker om vrije radicalen, de vernietigers van onze cellen uit te schakelen.
Met het klimmen van de jaren versnellen twee biologische ontwikkelingen op natuurlijke wijze het verouderingsproces. Het tempo waarin vrije radicalen de cellen beschadigen neemt drastisch toe. En erger nog, onze aangeboren mogelijkheden om de schade ten gevolge van vrije radicalen tot staan te brengen en te herstellen - ons ontgiftingssysteem - verliezen aan kracht. Hoe ouder we worden, des te groter de schade in de cellen wordt en des te sneller het verouderingsproces verloopt.
Ouder worden betekent dus dat we in de positie komen dat we een steeds sterkere verdediging tegen de vrije radicalen moeten opwerpen in een futiele poging om het onverslaanbare te verslaan. Uiteindelijk verliezen we deze strijd natuurlijk allemaal, is het niet op het ene, dan wel op het andere front. Welke ziekte ons het sterkst aantast en uiteindelijk onze dood wordt, wordt tot op grote hoogte bepaald door de combinatie van genetische aanleg en individuele kwetsbaarheden.
Wat kunnen antioxidanten tegen veroudering doen?
Aangezien antioxidanten de schadelijke gevolgen van vrije radicalen kunnen neutraliseren en herstellen, doen we er verstandig aan om ervoor te zorgen dat we er zoveel mogelijk in onze cellen hebben. Hoe meer antioxidanten er zijn ter bescherming van tere celmembranen, celeiwitten en het DNA, des te minder de vrije radicalen kunnen toeslaan en schade aanrichten. En hoe minder schade er is, des te minder waarschijnlijk het is dat de tekenen van veroudering en aftakeling van het lichaam zich manifesteren. Er wordt gevraagd om een delicaat evenwicht: voldoende antioxidanten om de vrije radicalen stevig onder de duim te houden, zodat ze niet huishouden in het lichaam en schade aanrichten. We zitten in de nesten zodra er meer vrije radicalen dan antioxidanten zijn.
Enkele onderzoeken naar veroudering
De Amerikaanse genetici William Orr en Rajindar Sohal hebben onderzocht of fruitvliegjes met antioxidant producerende genen langer leefden. En inderdaad de genetisch aangepaste fruitvliegjes leefden een derde langer dan normaal! Sommige bleven zelfs de voor fruitvliegjes nooit eerder vertoonde recordtijd van 93 dagen in leven.
Nog beter was dat ze op 'hogere' leeftijd hun jeugdigheid behielden. Wetenschappers die de kleine vliegjes door een vergrootglas bekeken, konden meteen zeggen welke vliegjes antioxidanten producerende genen hadden gekregen, omdat ze aanzienlijk levendiger en vitaler waren. Ze liepen 10 tot 20% sneller dan normale, even oude vliegjes.. 'Met andere woorden,' zei dr. Sohal, de levenskwaliteit van de vliegen was beter. Ze waren fysiologisch sterker.'
Hiermee wil niet gezegd zijn dat het tijd wordt om dergelijke genen in mensen te implanteren. Het experiment bewijst niettemin overtuigend het principe dat een sterke verdediging met antioxidanten het leven en de levenskracht ten goede komt. Wij mensen zullen voorlopig antioxidanten nog uit onze voeding moeten zien te halen. In elk geval als antioxidanten fruitvliegjes kunnen redden van een voortijdige dood, dan mogen we zonder meer veronderstellen dat ze voor mensen dezelfde nuttige rol kunnen spelen.
We kunnen overigens het geriatrische medicijn dat aan de fruitvliegjes verstrekt werd niet zelf gebruiken. In het experiment werden stoffen gebruikt die het gehalte aan superoxide-dismutase en catalase opvoerden, in vliegen twee belangrijke enzymen die de aanmaak van antioxidanten bevorderen. Nu zijn superoxide-dismutase en catalase wel in sommige natuurvoedingswinkels te koop. Anders dan antioxidanten in voedsel hebben ze echter geen effect wanneer ze direct gegeten worden; ze worden simpelweg door de maagsappen vernietigd en niet geabsorbeerd.
Ratten en antioxidanten
Een ander onderzoek werd verricht door John Carney en Robert Floyd van de Stichting voor Medisch Onderzoek in Oklahoma. Het bleek dat antioxidanten bij ouder wordende woestijnratten hersenbeschadiging konden herstellen en zelfs informatie konden terugroepen uit het korte termijngeheugen, iets dat voordien beschouwd werd als een van de weinige onherstelbare verliezen bij het verouderen. Aanvankelijk maakten de bejaarde woestijnratten bij het vinden van hun weg door een doolhof tweemaal zoveel fouten als jonge dieren. De jonge ratten maakten gemiddeld ongeveer vier fouten en de oude tien. Maar na het inspuiten van een chemische stof, fenylbutylnitron, dat vrije radicalen vangt, kwamen de geriatrische woestijnratten op een spectaculaire manier terug en maakten evenveel fouten als de jonge dieren, namelijk vier. Onderzoek van hun hersenen onthulde een biologische reden voor de terugkeer van hun geheugen: de hoeveelheid vrije radicalen, die het herseneiwit aantasten, was aanzienlijk afgenomen!
Antioxidanten in ons voedsel
Dat antioxidanten een belangrijke rol kunnen spelen bij het gezond ouderen worden lijkt me duidelijk. Alleen hoe belangrijk is de rol en hoe efficient werken die antioxidanten als we ze opeten. Ondertussen lijkt het wel alsof bijna alle voedsel een antioxidant werking bezit, bessen, bonen, pepers, tomaten, perziken, kersen, ook veel specerijen en kruiden zoals rozemarijn en tijm en zelfs koffie en thee of genotmiddelen zoals chocolade. Een overvloed aan antioxidant waardoor ik mij afvraag of we dan wel tekorten kunnen hebben. In elk geval, antioxidanten bevestigen wel weer dat gewoon veel fruit, groenten en kruiden eten, niet alleen lekker maar ook gezond is.