Ben ik te dik?! Wanneer spreek je van overgewicht
Uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) blijkt dat mensen in Nederland steeds dikker worden. Begin jaren tachtig was zo'n 27 procent van de Nederlandse bevolking te dik, in 2011 was dit ruim 40 procent. Met name mannen van 40 jaar of ouder vormen een risicogroep; meer dan de helft van hen hebben te kampen met overgewicht.
Wanneer spreek je van overgewicht?
Je kunt stellen dat je 'te dik' bent, wanneer je
te zwaar bent voor je leeftijd en je lengte. Om te bepalen of je te dik bent, kun je jouw BMI berekenen (Body Mass Index). Deze geeft de verhouding weer tussen je gewicht en je lengte. Je BMI berekenen is vrij eenvoudig; je vermenigvuldigt jouw lengte (in kommagetallen) met nogmaals je lengte. Dan deel je die uitkomst met jouw gewicht. Wanneer je dit doet krijg je een resultaat te zien, welke je kunt opzoeken in de zogenaamde 'BMI-Index'. Natuurlijk kun je zelf aan het rekenen gaan, maar het is misschien nog eenvoudiger om je BMI te laten berekenen via een website zoals die van het Voedingscentrum of de Hartsstichting.
BMI zegt niet alles
Je BMI berekenen is één ding, maar zegt lang niet altijd genoeg over jouw gezondheid en je gewicht. De BMI-gegevens zijn bijvoorbeeld niet voor alle bevolkingsgroepen geschikt. En natuurlijk zijn de gegevens ook niet direct toepasbaar bij kinderen (hier is een aparte tabel voor). Ook lichaamsbouw zegt heel wat over 'te dik' zijn. Zo kan een 'breedgebouwde' man met matig overgewicht toch een vrij
gezond gewicht hebben, zeker wanneer hij weinig vet rond zijn buik heeft. Een vrouw met een gezond gewicht maar met veel buikvet kan toch in een
risicogroep vallen vanwege het vet rondom haar buik. En uit onderzoek is gebleken dat sommige mensen met matig overgewicht er goed aan doen om rond dat gewicht te blijven en geen gewicht te verliezen. De kans dat ze door bijvoorbeeld diëten te volgen in gewicht aankomen is namelijk aanwezig, bijvoorbeeld doordat de stofwisseling wordt verstoord.
Wanneer moet je afvallen?
De BMI-gegevens zeggen dus misschien niet alles, maar geven meestal wel een indicatie of er sprake is van overgewicht. Mensen met overgewicht doen er goed aan hun eet- en leefpatroon onder de loep te nemen om te zien of zij hierin aanpassingen kunnen maken. In de meeste gevallen wordt overgewicht veroorzaakt door inname van teveel
calorieën in combinatie met te weinig bewegen. Daarnaast zijn er nog andere oorzaken te noemen voor overgewicht; bijvoorbeeld door een slechte hormoonhuishouding of het eten van slecht voedsel. Gewicht verliezen of afvallen is meestal niet erg eenvoudig. Maar wie bereid is om goed naar zijn/haar eet- en leefpatroon te kijken zal waarschijnlijk wel een of meerdere oorzaken van het overgewicht kunnen vinden.
Cijfers
Ondanks dat er anno 2014 heel veel bekend is over overgewicht en de oorzaken (en de gevolgen) daarvan, vinden veel mensen het nog lastig om er daadwerkelijk iets aan te doen. In de meeste gevallen ontstaat overgewicht door de inname van teveel, te vet, te zout en te zoet voedsel (en drinken). Uit cijfers van het CBS (2011) blijkt dat met name mannen van
40 jaar en ouder kans hebben om overgewicht te krijgen. Vrouwen in diezelfde leeftijdsgroep hebben ook vrij veel kans op overgewicht, maar in die groep zijn er juist meer excessen te zien, zoals een aardig grote groep vrouwen met ernstige obesitas. Over het algemeen valt te zeggen dat vrouwen meer geleidelijk aankomen in gewicht en dat het bij mannen wat sneller gaat.
Leefstijl
Mensen die willen (of moeten) afvallen, doen er goed aan om hun eet- en leefpatroon nauwkeurig onder de loep te houden. Het bijhouden van een eet- en beweegdagboek kan bijvoorbeeld veel inzicht geven in bepaalde patronen. Een bepaald (vastgeroest) patroon doorbreken kan erg lastig zijn, daarom is het belangrijk om kleine stapjes te nemen op weg naar een gezond gewicht. Tussendoortjes laten staan kan op korte termijn zo een paar kilo schelen. En een keer in de week een bezoekje aan de sportschool kan ook helpen. Wie een helder inzicht krijgt in zijn/haar eigen leefgewoonten kan verandering aanbrengen. Probeer dit niet te rigoreus te doen, want dan is de kans op een terugval groot. Een positief zelfbeeld kan ook bijdragen aan gewichtsverlies, negatieve gedachten en emoties kunnen gewichtsverlies tegenwerken. Wie het niet lukt om af te vallen kan natuurlijk hulp zoeken. Eerst via de huisarts die bijvoorbeeld kan doorverwijzen naar een diëtist.