Soorten suikers
Suiker is een stof die nodig is als brandstof voor ons lichaam. Suiker is de chemische naam van een koolhydraat (sacharide). Er zijn verschillende soorten sachariden, suiker is de verzamelnaam voor deze verschillende soorten. Verschillende soorten suiker worden eerst bekeken op molecuulniveau om inzicht te krijgen in de structuur van verschillende soorten suiker. Ook wordt er bekeken in welke voedingsmiddelen bepaalde soorten suikers voorkomen.
Monosachariden
Van veel monosachariden bestaan meerdere vormen. Een voorbeeld daarvan is het aanwezig zijn van spiegelbeeldisomeren. Dit zijn moleculen die bijna dezelfde ruimtelijke structuur hebben, maar elkaars spiegelbeeld hebben. Soms hebben deze moleculen verschillende chemische eigenschappen. Omdat in voedingsmiddelen niet gecontroleerd kan worden, welke vorm van een bepaalde suiker daarin aanwezig is, is dit overzicht (met uitzondering van glucose) beperkt tot de algemene soorten sachariden.
Glucose
Glucose is ook wel bekend als druivensuiker of dextrose. Glucose is een monosacharide want het bestaat uit één suikermolecuul. Glucose kan makkelijk worden verteerd en opgenomen in de bloed. De molecuulformule van glucose is C6H12O6. Glucose bestaat in verschillende vormen, namelijk α-glucose en β-glucose. Het verschil tussen deze vormen is de richting van de OH-groep aan de rechterkant van het molecuul.
Galactose
Galactose is ook een monosacharide. Deze lijkt erg op glucose, maar de richting van de OH-groepen is anders. De ruimtelijke structuur verschilt dus, de molecuulformule is gelijk aan die van glucose, net als alle andere monosachariden met zes koolstofatomen. Galactose is vaak aanwezig in melkproducten als een deel van lactose.
Mannose
Mannose is een suiker die aanwezig is in bepaalde soorten fruit en groente, bijvoorbeeld cranberry’s, appels, blauwe bessen, groene bonen en tomaten. Deze monosacharide kan worden gebruikt voor het behandelen van door de bacterie E. Coli veroorzaakte blaasontsteking, doordat deze bacterie hecht aan mannose. Het menselijk lichaam is zelf in staat om deze stof te produceren uit glucose. Mannose wordt niet makkelijk omgezet en opgeslagen waardoor een groot deel vrijwel direct naar het bloed gaat en daarna wordt uitgescheiden.
Tagatose
Tagatose is een suiker die weinig calorieën bevat, maar bijna even zoet smaakt als bijvoorbeeld glucose. Het komt voor in melkproducten. Tagatose is ook een sacharide met zes hoofdkoolstofatomen.
Fructose
Fructose is ook wel bekend als fruitsuiker omdat deze suiker in fruit zit. Dit is een monosacharide die moeilijker kan worden verteerd dan glucose. Fructose moet in de lever in glucose worden omgezet om verteerd te kunnen worden. De molecuulformule van fructose is net als glucose C6H12O6, maar het molecuul heeft vijf hoofdkoolstofatomen in plaats van zes.
Ribose en 2-deoxyribose
Ribose en 2-deoxyribose zijn beide monosachariden, ze verschillen in een OH-groep rechtsonder aan het molecuul. Ribose heeft een OH-groep meer. Deze twee monosachariden vormen een belangrijk onderdeel van de nucleotiden in ons DNA en RNA. Nucleotiden zijn de bouwstenen waaruit DNA is opgebouwd. DNA is een lang molecuul dat erfelijke informatie bevat. RNA wordt gebruikt om erfelijke informatie van het DNA te kopiëren, zodat erfelijke eigenschappen zichtbaar kunnen worden. Deoxyribose komt voor in DNA moleculen met formule C5H10O4, ribose komt voor in RNA-moleculen met molecuulformule C5H10O5.
Xylose
Xylose is een grondstof voor xylitol (een zoetstof). Xylose wordt bij de hydrolyse van houtstof met verdunde zuren gevormd. Xylose wordt door het menselijk lichaam niet afgebroken en verteerd, dus de stof wordt uitgescheiden. Deze monosacharide heeft dezelfde molecuulformule als ribose.
Disachariden
De tweede grote groep suikers zijn disachariden. Dit zijn suikerketens die zijn opgebouwd uit twee koolstofringen ('di' staat voor twee). Disachariden zijn dus opgebouwd uit twee dezelfde of twee verschillende monosachariden.
Sacharose
Sacharose is ook wel bekend als tafelsuiker, het is de meest gebruikte vorm van suiker in voedingsmiddelen. Sacharose wordt gewonnen uit suikerriet en suikerbieten. Een sacharosemolecuul bestaat uit een glucose- en fructosemolecuul, deze moleculen zijn aan elkaar gebonden (disacharide). De molecuulformule van sacharose is C12H22O11.
Voor de vertering van sacharose moet de binding tussen de twee moleculen eerst worden verbroken.
Maltose
Maltose wordt ook wel moutsuiker genoemd, dit ontstaat door het knippen van lange suikerketens (polysachariden) in korte ketens. Maltose is een disacharide van twee glucosemoleculen. Deze vorm van suiker komt in bier voor. De molecuulformule is ook C12H22O11.
Lactose
Lactose wordt ook wel melksuiker genoemd, omdat deze in melkproducten voorkomt. Lactose is een disacharide die bestaat uit een galactose- en glucosemolecuul. Lactose is moeilijk te verteren, het komt zelfs voor dat mensen lactose niet kunnen verteren (lactose-intolerant). De molecuulformule van lactose is net als maltose en sacharose C12H22O11.
Oligosachariden en polysachariden
Naast deze monosachariden en disachariden zijn er ook nog oligosachariden en polysachariden. Deze laatste twee groepen zijn sachariden die bestaan uit meerdere mono- en disachariden. Dit is voor te stellen als een trein die bestaat uit meerdere wagons, hierbij stellen de monosachariden de wagons voor. Oligosachariden bestaan uit drie tot negen eenheden en polysachariden uit negen of meer eenheden. Er zijn van deze verschillende monosachariden enorm veel combinaties te maken, dus er bestaan heel veel oligo- en polysachariden. Om deze reden wordt in ons onderzoek slechts één soort polysacharide behandeld: namelijk zetmeel.
Zetmeel is een lange ketting van glucosemoleculen. Rijst, aardappelen, pasta en brood bestaan voornamelijk uit zetmeel. De structuurformule van zetmeel is dus het veelvoud van de structuurformule van glucose.
Bewerkte suikers en zoetstoffen
Bewerkte suikers worden ook wel geraffineerde suikers genoemd. Deze bewerkte suikers worden ‘schoongemaakt’ in fabrieken. Dit gebeurt om de suiker bijvoorbeeld wit van kleur te maken, neutraal te laten smaken en lang houdbaar te laten blijven. Ongeraffineerde suikers bevatten vitaminen, enzymen, mineralen en vezels. Deze stoffen worden bij het proces ook verwijderd.
Zoetstoffen zijn stoffen die niet tot de suikers behoren, maar wel zoet smaken net als suikers. Een voorbeeld hiervan zijn de stevioglycosiden. Deze stoffen worden gewonnen uit de steviaplant. Zoetstoffen zijn geen suikers die zijn bewerkt, maar dit zijn compleet andere stoffen.