Mineralen en spoorelementen
Voeding speelt een belangrijke rol in ons leven. Niet alleen omdat we voedsel nodig hebben om gezond te blijven en omdat ons lichaam er dagelijks om vraagt. Eten (en drinken) doen we ook om er van te genieten, om gezellig samen te zijn, om van belangrijke gebeurtenissen een feest te maken.
Mineralen spelen een rol bij het versnellen van de spijsvertering. Zij dragen bij tot de opbouw en de werking van het organisme. Wanneer we te weinig mineralen binnen krijgen, is de kans op bloedarmoede erg groot. Bloedarmoede krijg je door een tekort aan ijzer. Een twintigtal mineralen zijn noodzakelijk voor de mens. Er zijn twee categorieën:
- Mineralen of macro-elementen: Deze hebben we nodig in relatief belangrijke hoeveelheden: calcium, kalium, fosfor, natrium, magnesium, ijzer en zink
- Oligo-elementen of spoorelementen: Deze hebben we in kleinere hoeveelheden nodig: koper, jodium, fluor, kobalt.
De mineralen
Calcium
Calcium is het mineraal dat in ons lichaam het meest voorkomt. Het bevindt zich vooral in de beenderen, die er een grote voorraad van opslaan. Calcium verzekert de stevigheid van het skelet en de hardheid van de tanden. Bloed bevat een kleine concentratie aan calcium, wat echter zeer belangrijk is: het speelt namelijk een rol in de reactie van zenuwen en spieren op prikkels.
Calcium is ook nodig:
- bij de bloedstolling
- bij het vrijmaken van hormonen
- bij verscheidene enzymensystemen
De absorptie van calcium gebeurt in de dunne darm. Tweederde deel van de calcium inname wordt verzekerd door het gebruik van melk en melkproducten.
Fosfor
Fosfor speelt een belangrijke rol in het organisme. Met name in de cellen voor wat betreft de energetische en de enzymatische functies. Fosfaten vormen een structureel bestanddeel van elk levende cel. 80-85% van de fosfor bevindt zich in het skelet. Een tekort aan fosfor is uitzonderlijk.
Magnesium
Dit komt meer en meer ter sprake, een verfijnde voeding is arm aan magnesium. De beste bronnen van magnesium zijn cacao, graanproducten, volkorenbrood en droge en oliehoudende vruchten. Magnesium is vooral belangrijk voor het goed functioneren van de hartspier. Gebrek aan magnesium heeft invloed in de evolutie van de voorkamerfribilatie, wat een plotselinge dood tot gevolg kan hebben!
Natrium
Natrium is een mineraal dat men anders moet behandelen als andere mineralen. Te weinig natrium is niet goed en te veel natrium is ook niet goed. Natriumchloride of keukenzout is veruit de belangrijkste bron van zout in de voeding. Zout speelt waarschijnlijk een rol in het mechanisme van een hoge bloeddruk. Men is de laatste jaren meer zout gaan gebruiken, meer en meer als smaakmaker. Regelmatig zout eten verzwakt de smaakpapillen wat opnieuw een verhoging van het zoutgebruik stimuleert.
Het is verstandig door gebruik van kruiden en aangepaste kookmethodes, minder zout te gebruiken. Denk eraan dat minder zout eten een kwesties van gewoonte is. En alle soorten zout moeten wettelijk 95% Natriumchloride bevatten!
Kalium
Kalium is een plantaardig ion dat in fruit en groenten wordt aangetroffen. Hoe groter het aandeel ervan is, hoe beter de zoutinname onder controle wordt gehouden. Dit is gunstig in verband met het probleem van hoge bloeddruk. Kalium is ook essentieel voor de groei en de spiervorming.
IJzer
IJzer is een mineraal dat zich in de eiwitten van de rode bloedlichamen nestelt en dat op die manier zuurstof naar de cellen brengt. Het is niet makkelijk, de behoefte aan ijzer via de voeding te geven. Voedingsstoffen welke rijk zijn aan ijzer bevatten heel weinig ijzer. Vlees, eieren, gedroogde groenten, peterselie en spinazie bevatten ijzer.
- Een tekort aan Vitaminen A en C kunnen een storende invloed hebben op het ijzertransport en stofwisseling en op de opslag in het lichaam.
- Zelfs een gering ijzertekort kan het goed functioneren van het lichaam in het gedrang brengen.
- De voornaamste risicogroepen met ijzertekort zijn zuigelingen, pubers en vooral jonge meisjes die snel groeien en vroeg menstrueren, vrouwen in het algemeen en zwangere vrouwen in het bijzonder.
- De absorptie van ijzer uit vlees is ongeveer 20 maal beter dan uit spinazie.
Niet zozeer de hoeveelheid ijzer in de voeding, maar wel de kwaliteit en de vorm waarin ijzer voorkomt, is de bepalende factor met betrekking tot het dekken van de behoefte. Daarnaast wordt de absorptie eveneens sterk bepaald door allerlei interacties tussen ijzer en andere elementen uit de voeding.
- Belemmerende factoren zijn: tanninen, fytaten, cafeïne, soja-eiwitten
- Bevorderende factoren zijn: vitamine C, dierlijke eiwitten.
- Heem ijzer: gemiddelde absorptie van 25%
- Niet-heem ijzer: gemiddelde absorptie van minder dan 5%. Dierlijke producten zorgen dus voor een groot gedeelte van de ijzeraanvoer.
Jodium
70-80% van het aanwezige jodium in het lichaam, bevindt zich in de schildklier. De oceanen vormen het grootste jodiumreservoir, dat gevoed wordt door de rivieren die jodium transporteren dat afkomstig is van gesteenten. Jodium is essentieel voor de synthese van de schildklierhormonen: zij dragen bij tot het reguleren van een hele reeks fysiologische processen, zoals het groeiproces, ontwikkeling van weefsels tijdens de eerste levensfase en in het bijzonder de groei van de hersenen.
Zink
Zink is essentieel voor de stofwisseling van de eiwitten. Zink en koper treden in competitie met betrekking tot hun absorptie. Groenten en fruit bevatten weinig zink. Uit een vleesrijke en vezelarme maaltijd wordt ongeveer 26% van de totale hoeveelheid zink opgenomen, uit een vezelrijke schotel zonder vlees wordt ongeveer 11% opgenomen. De beschikbaarheid verhoogt in het geval van zinktekort en varieert sterk in functie van de samenstelling van de voeding. Zinktekort is vooral een probleem bij armere bevolkingsgroepen die een weinig gevarieerde voeding gebruiken met weinig eiwitten van dierlijke oorsprong. Zink is belangrijk voor het groeiproces, de celdifferentiatie, de seksuele rijpwording, de smaakontwikkeling en het nachtelijke gezichtsvermogen.
Koper
Koper is een co-factor van talrijke enzymen die onder andere een rol spelen in de synthese van collageen, elastine en neuro-actieve peptiden. Het kan ook een rol spelen als antioxidant.
Mineralen
Soort | Noodzakelijk voor | Bronnen |
Natrium | het handhaven van de homeostase *, het compenseren van de obligate verliezen (zweet, urine), de groeibehoefte | keukenzout, kaas, mineraalwater, brood |
Kalium | het handhaven van de homeostase, het compenseren van de obligate verliezen, de groei en de spiervorming | rauwe groenten, fruit (bananen), aardappelen, brood |
Calcium | de opbouw van beenderen, de overdracht van zenuwimpulsen en de spiersamentrekking | melk en zuivelproducten, kaas, mineraalwater rijk aan calcium, volkorenbrood, groene groenten (broccoli, waterkers), gedroogde vruchten, noten, amandelen, hazelnoten |
Fosfor | de kalkvorming in de beenderen, de aaneenschakeling van de reacties op de stofwisseling | melk en zuivelproducten, graanproducten, vlees, gevogelte, chocolade, gedroogd fruit |
Magnesium | de normale hartfunctie en botontwikkeling, de overdracht van de zenuwimpulsen en de eiwitsynthese | volkorenproducten, noten, groene groenten, mineraalwater rijk aan magnesium, gedroogde vruchten, bananen, chocolade |
IJzer | het transport van zuurstof naar de cellen | vlees, volle granen, graanproducten |
Zink | de vorming van enzymen | brood, graanproducten, kaas |
Selenium | antioxidatie | orgaanvlees, schaal- en schelpdieren, granen |
* homeostase = het fysiologische evenwicht tussen de intra- en extracellulaire vloeistoffen.
Lees verder