Geef luizenleven geen kans
Het is een veel voorkomend probleem op de basisscholen: hoofdluis. Vooral aan het begin van een nieuw schooljaar is er een piek in besmettingen. De GGD heeft een nieuw draaiboek gepresenteerd hoe de luizen tegen te gaan. Kernwoorden: vaak controleren.
Luizen blijven ondanks de vele bestrijdings- en behandelingsmethoden terugkomen, daarom blijft er voortdurend onderzoek plaatsvinden naar hoe deze plaaginsecten, die leven van bloed van de mens, nog beter en sneller weg te krijgen of beter nog; voorkomen dat ze er zijn.
Wat zijn hoofdluizen
Hoofdluizen zijn kleine, ongeveer 3 mm grote grijsblauwe insecten. Ze komen alleen bij mensen voor. Ze leven dicht op de hoofdhuid en zijn meer irritant dan gevaarlijk.
Een luis brengt ongeveer een maand door op het hoofd van een mens, maar bij de eerste besmetting worden de luizen pas na ongeveer twee weken opgemerkt. Er ontstaan dan jeukklachten. De eerste twee weken is het lichaam nog bezig met de aanmaak van antistoffen. Bij volgende besmettingen is er meteen jeuk. Luizen houden de populatie in stand door neten te leggen. Vrouwtjes leggen gemiddeld 6 eitjes (neten) per dag. Deze zijn tonvormig en een kleine millimeter lang. De neten worden op warme, donkere plaatsen op het hoofd gelegd, zoals achter de oren, in de nek en onder de pony. De neten komen na een dag of acht uit. Omdat neten witgeel kunnen zijn, worden ze vaak verward met roos. Roos is echter makkelijk uitkambaar en neten zitten vastgeplakt aan het haar.
Vaststelling van hoofdluis
Kijken in het haar, zonder kammen, is niet voldoende om goed te kunnen vaststellen of er luizen zijn. Daarvoor is kammen met een luizenkam noodzakelijk. Neten zijn vaak wel waarneembaar door hun kleur. Het is belangrijk op de juiste manier te kammen, luizen bevinden zich heel dicht tegen de huid.
Het kammen gaat als volgt:
- Maak het haar een beetje nat en smeer wat crèmespoeling in het haar.
- Neem een luizenkam en schuif een gaasje (hydrofiel) over de tanden van de kam.
- Bij kammen boven een wit stuk papier of boven de wasbak is het beste te zien of er luizen uit het haar gekamd zijn. Leg anders een handdoek op de schouders.
- Kam al het haar op het hoofd, lok voor lok.
- Begin telkens bij de hoofdhuid
- Als er luizen uit het haar komen, spoel deze dan met water weg in de wasbak.
- Als er hoofdluis is vastgesteld bij een gezinslid, controleer dan alle andere gezinsleden op hoofdluis.
Bestrijding van hoofdluis
De enige methode die zekerheid biedt dat de luizen echt verdwenen zijn, is het kaalscheren van een persoon. Dit is echter heel drastisch en wordt alleen bij hardnekkige voortdurende besmetting gedaan. Eerst wordt toevlucht gezocht bij kammen, eventueel in combinatie met een hoofdluismiddel.
Kammen
Er zijn luizenkammen (ook stofkammen genoemd) en netenkammen. De GGD adviseert in haar laatste publicatie de luizenkammen die ook wel stofkammen of Nisska kammen genoemd worden. Deze zijn van plastic en zijn te gebruiken in combinatie met een antihoofdluismiddel.
Minstens twee weken dient het haar dagelijks gekamd te worden volgens de methode zoals bij de vaststelling omschreven. Na afloop van het kammen moet de kam ontsmet worden door de kam uit te koken of te ontsmetten met alcohol.
Kammen met gebruik van een antihoofdluismiddel
In Nederland zijn er verschillende middelen beschikbaar voor het bestrijden van hoofdluis. Dit zijn lotions, crémes en shampoos op basis van Malathion, Permetrine en Dimeticon. De middelen zijn te verkrijgen bij de drogist en apotheek en doden de luizen. Deze genoemde chemische stoffen hebben echter ook nadelen: ze kunnen bijwerkingen hebben als huidirritatie; kinderen mogen niet zwemmen i.v.m. contact met chloor en zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven mogen niet in aanraking komen met deze stoffen.
Nieuwe methode: hete lucht
Naast bovengenoemde methode is er een nieuwe methodiek ontwikkeld voor luizenbestrijding: het met hete lucht drogen van de luizen om ze op die manier te doden. De resultaten van deze methode moeten nog verder worden onderzocht, maar voorlopig is de conclusie dat ze alle luizen doden.
Hoofdluisfabels
Hoofdluis komt al eeuwenlang voor. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat hoofdluis alleen voorkomt bij mensen met een onhygiënische leefstijl. Dit is een fabel, luizen blijken juist voorkeur te hebben voor schoon en gewassen haar. De luis veroorzaakt jeuk en is zeer besmettelijk en verspreidt zich razendsnel door haarcontact. Iedereen met haar, ongeacht veel of weinig, kan hoofdluis krijgen. De tweede fabel is dat luizen van jas op jas springen of overgedragen worden via bijvoorbeeld koptelefoons en beddengoed. Dit is nooit wetenschappelijk aantoonbaar geweest, ondanks divers onderzoek. Luizen krijgt men door direct haarcontact. Ze kunnen niet springen of vliegen.
Werkgroepen op scholen
Over de zgn. luizencapes is discussie op basisscholen nu blijkt dat alleen direct haar-haar contact voor besmetting zorgt en jassen dus gerust naast elkaar kunnen hangen. De meeste basisscholen hebben een ouderwerkgroep die kinderen periodiek controleert op hoofdluis. Daarnaast heeft deze werkgroep vaak een voorlichtende functie.
Geef ze geen kans!
Luizen blijven een probleem, voortdurend onderzoek en nieuwe behandelmethoden zorgen voor een steeds betere bestrijding. Het is daarom als ouder en school belangrijk voortdurend de ontwikkelingen te monitoren. De GGD publiceert regelmatig over de luizenproblemen. Geef een luizenleven geen kans!