De controle van de baby na de geboorte
Na de geboorte van je kleine spruit stel je je onmiddellijk de vraag of alles oké is met je baby. Je pasgeboren baby krijgt net na de geboorte een volledige check-up om te kijken of alles normaal is. Dit zijn nog even spannende momenten maar in de meeste gevallen zijn deze enkel een routinekarwei en krijg je snel het nieuws dat je baby kerngezond is. De controle van de baby bestaat uit een check-up van de heupen, de kleur van je baby en een uitgebreider onderzoek of alle lichaamsdelen goed functioneren en aanwezig zijn. Deze controle gebeurt de eerstvolgende dagen na de geboorte opnieuw om onregelmatigheden van in het begin te kunnen opsporen en op te volgen.
Controle van de baby: check-up van het volledige lichaam
Een eerste korte check-up gebeurt door de vroedvrouwen en de gynaecoloog net na de bevalling. De eerste dag na de bevalling komt de kinderarts langs en gebeurt er een uitgebreider onderzoek. De ruggenwervels, de longen, de lichaamstemperatuur, de handjes en de voetjes worden bekeken. Bij een jongetje zullen ook de teelballetjes gecontroleerd worden en zal worden nagegaan of deze al genoeg zijn ingedaald. Indien dit nog niet het geval is, dan wordt dat de volgende weken en maanden van dichtbij opgevolgd. Daarnaast zal je baby worden gewogen. Het is mogelijk dat je baby na de geboorte tot een tiende van het geboortegewicht verliest. Na de tweede of derde dag zal het gewicht van je baby dan terug in stijgende lijn gaan.
Controle van de heupen
De kinderarts zal heel goed de heupen van je baby gaan controleren. 2% van de baby’s wordt immers geboren met een onvoldoende ontwikkelde heupkom waardoor de heup gemakkelijk uit de kom kan schuiven. Heupproblemen komen frequenter voor bij baby’s in stuitligging of indien er te weinig plaats was in de baarmoeder. Tijdens de eerste maanden zal de kinderarts deze controle opnieuw doen omdat veel van deze problemen heel moeilijk te herkennen zijn en op iets latere leeftijd meer zichtbaar worden. Grote afwijkingen zijn uiteraard van in het begin al zichtbaar.
De kleur van de baby
Na de geboorte zien sommige baby’s er geel uit. Dit is echter geen reden om in paniek te slaan. Dit is een zeer normaal verschijnsel omdat de lever van je kleine spruit nog niet in staat is om
bilirubine in het bloed af te breken. Het is deze stof die immers zorgt voor de gele huidskleur. Vaak worden baby’s de eerste dagen met hun wiegje in het zonlicht geplaatst omdat zonlicht deze stof sneller afbreekt. Indien er echter te veel bilirubine aanwezig is, dan zal je baby toch een tijdje “onder de lamp” of in de couveuse moeten. Dit wordt vooral gedaan omdat een te hoog gehalte aan bilirubine schadelijk kan zijn voor de jonge hersentjes.
Vitamine K als bloedstollingsmiddel
Bij alle borelingen wordt onmiddellijk vitamine K toegediend. Vitamine K staat in voor de bloedstolling en moet dus bloedingen in het lichaam voorkomen. Vitamine K wordt met een spuitje of oraal toegediend. Na het spuitje is je baby voldoende beschermd. Indien de vitamine K oraal werd toegediend, dan zal je deze verder moeten innemen de komende maanden. De kinderarts zal je dan vertellen op welk moment en in welke frequentie.
De hielprik na enkele dagen
De hielprik is eigenlijk een klein prikje in de hiel of in de rug van de hand. Deze test wordt na een viertal dagen uitgevoerd. Met dit bloed zal men nagaan of er geen risico bestaat op
stofwisselingziekten. Deze hielprik is van groot belang net na de geboorte omdat deze ziektes van in het begin het best te behandelen zijn. Meestal zal je in de kraamkliniek hier niets meer van horen. Dit wil dan zeggen dat je baby geen stofwisselingsziekte heeft en je dus niet ongerust hoeft te zijn.
Professionele begeleiding in de kraamkliniek
De eerste dagen na de geboorte verlopen zeer hectisch. Je krijgt bezoek, de borstvoeding moet op gang komen en allerhande tests worden uitgevoerd voor het welzijn van je baby. Indien je echter ongerust bent over iets, dan moet je zeker niet aarzelen om raad te vragen aan de vroedvrouw, verpleegkundige of kinderarts.