Borstvoeding het meest geschikt voor een baby
Wat is er niet mooier om uw baby zelf te voeden? Borstvoeding sluit precies aan op de wensen van uw baby en veranderd van samenstelling als dit nodig is door de groei van uw baby.
Borstvoeding is de beste en meest geschikte voeding voor een baby. Moedermelk bevat een heleboel afweerstoffen en voorziet in alle behoeftes van een baby.
Borstvoeding
Borstvoeding is ideaal voor uw baby. De moedermelk past zich aan naar de behoefte van uw baby door enigszins van samenstelling te veranderen. Door het groeien van uw baby verandert zijn/haar behoefte en de borstvoeding past zich daarbij aan. Moedermelk is altijd bij de hand, vers en een product waarin antistoffen in voorkomen die uw baby beschermen tegen bepaalde infecties. Ongeveer na een half jaar heeft uw baby zijn/haar eigen afweersysteem opgebouwd.
Begin van borstvoeding
Het is belangrijk dat uw baby binnen een uur na zijn/haar geboorte wordt aangelegd. Het is een mooi moment, maar het stimuleert ook het op gang komen van de melkproductie. Door het zuigen trekt de baarmoeder samen, waardoor bloedverlies wordt beperkt en de placenta beter los komt.
Eerste moedermelk
De eerste moedermelk is geelachtig en wordt ook wel colostrum genoemd. Deze kleur komt door de concentratie van vitamine A. Het lijkt of de melk vet is, maar dat is ze juist niet. De eerste moedermelk bevat een hoge concentratie eiwitten en antistoffen. Ze heeft een licht laxerende werking zodat de eerste ontlasting snel wordt geloosd. Door het zuigen van de baby komen er bij de moeder hormonen vrij die ervoor zorgen dat de melkproductie opgang komt (prolactine) en er tevens voor zorgt dat de melk toeschiet (oxytocine).
Vaak aanleggen
Als u borstvoeding gaat geven is het belangrijk de eerste 2 weken uw baby veel aan te leggen. Veel aanleggen is nodig om de voorraad capaciteit van de borstklierweefsel voldoende te benutten en ervoor te zorgen dat de melkproductie voldoende is, ook voor langere periode. Als er om welke reden ook de eerste 6 uur geen borstvoeding gegeven kan worden, wordt geadviseerd de borstvoeding met kolven op gang te brengen. Na ongeveer 3 dagen komt de borstvoeding goed op gang en zal uw baby om de 2 à 4 uur willen drinken.
Voedingshoudingen
Bij het geven van borstvoeding is de juiste houding aan nemen heel belangrijk, voor u zelf maar ook voor uw baby. Uitgangspositie is dat het oor, de schouder en de heupen van uw baby in recht lijn liggen. Het hoofdje licht achterover gekanteld (op het oortje) zodat uw baby makkelijk kan slikken en niet aan uw borst trekt. U kunt zittend of liggend voeden.
Er zijn verschillende manieren:
- Madonna-of wiegenhouding
- bakerhouding
- zijligging
Madonna-of wiegenhouding
In deze houding zit u rechtop. Het hoofdje van uw baby rust op uw onderarm of in uw elleboogholte. Uw baby ligt op de zij tegenover u, dicht naar u toegetrokken.
Bakerhouding
In deze houding zit u rechtop. Uw baby ligt op een groot kussen naast u, met de beentjes onder uw arm door. Het hoofdje rust in uw hand en het ruggetje wordt door uw onderarm gesteund. Deze houding wordt vooral voor vrouwen met zware borsten of vlakke tepels, maar ook bij stuwing of na een keizersnee, aanbevolen.
Zijligging
Liggend op de zij voeden. Een kussen onder uw hoofd is bij de zijligging aanbevolen. Uw onderste arm ligt om de baby heen of onder uw hoofd en het hoofdkussen. U trekt het hoofdkussen stevig teven uw schouder en met de andere arm brengt u de baby naar u toe. De beentjes van uw baby liggen tegen u aan.
Uw baby is goed aangelegd wanneer:
- hij/zij rustig kan ademhalen tijdens het voeden.
- het neuspuntje van uw baby uw borst raakt en zijn/haar kinnetje ligt in uw borst.
- zijn/haar mondje wijd open is en de borst ver achter in zijn/haar mond kan nemen.
- de onderlip naar buiten is gekruld en de tong over de onderkaak ligt.
- de onderkaak tegen de borst aanligt, zodat de tong goed onder de tepelhof kan komen.
- de onderkaak duidelijk open naar beweegt, de orgen bewegen mee.
Einde voeding
Veel baby's geven zelf aan dat ze genoeg hebben gedronken en laten de borst zelf los. Het kan voorkomen dat u halverwege het voeden besluit ook de andere borst te geven. Verbreek dan het vacuüm door met uw vinger de tepelhof opzij te duwen en met uw pink duwt u even op het kinnetje van uw baby.
Genoeg voeding
Hoe weet u dat u genoeg voeding heeft voor uw baby? Als uw baby 4 tot 6 natte luiers heeft per dag, kunt u er vanuit gaan dat uw baby genoeg drinkt. Aan het gewicht van uw baby kunt u ook zien of het goed gaat. De kans op te weinig moedermelk is klein als je baby telkens wordt aangelegd als hij/zij daar om vraagt. Mocht u toch het idee hebben te weinig melk te produceren, laat uw baby dan vaker drinken. Let er op dat uw borst goed leeggedronken wordt. Eventueel kunt u het aanmaken van moedermeld nog stimuleren door te kolven. Neem voldoende rust, want vermoeitheid doet borstvoeding geen goed.
Problemen met borstvoeding
Er kunnen problemen voordoen met het geven van borstvoeding. De meest voorkomende zijn:
- tepelkloven
- borstontsteking
Tepelkloven
Tepelkloven kunnen ontstaan doordat uw baby niet goed is aangelegd en de borst niet goed in zijn/haar mondje heeft. Dit zijn kleine scheurtjes in de huid van de tepel. De kloven zijn zeer pijnlijk en bemoeilijken het voeden. Tepelkloven kunnen de kans op borstontsteking vergroten. In dit geval kunt u het beste de kraamhulp raadplegen.
Borstontsteking
Borstontsteking ontstaat meestal door verstopte melkkanaaltjes waardoor de doorstroming van de melk in de borst onvoldoende is. Klachten kunnen zijn dat u harde pijnlijke plekken ervaart in de borst en een grieperig gevoel met hoofdpijn en spierpijn. De huid van de borst kan rood aanzien en de koorts kan snel oplopen. Bij de borstontsteking kunt u het beste de verloskundige raadplegen.
Regeldagen
Bij borstvoeding geven kan het zijn dat er dagen tussen zitten dat het lijkt of uw baby niet genoeg voeding krijgt. Uw baby is onrustig en wil vaker drinken. Dit heten ook wel regeldagen. Regeldagen komen meestal rond de leeftijd van 10 dagen, 3 weken, 3 maanden en 6 maanden deze kunnen ook op andere dagen plaats vinden. Uw baby heeft behoefte aan meer voeding. Door steeds opnieuw aan te leggen blijft u de melkproductie stimuleren. Het vaker aanleggen om in de behoefte van uw baby te voorzien werkt gedurende de gehele borstvoedingsperiode.