Margarine voor kinderen
Margarine wordt door vele Nederlanders gebruikt om mee te bakken of om op het brood te smeren. Daarnaast wordt het veel in de industrie gebruikt voor de bereiding van bijvoorbeeld koek, taart, zoutjes en pizza. Margarine is ontstaan als een vervanger voor roomboter. Er rijst echter steeds vaker de vraag of margarine wel gezonder is dan roomboter. Uit metingen is gebleken dat kinderen teveel van de schadelijke stof 3-MCPD binnen krijgen, dat afkomstig is uit margarine. Anderzijds wordt gesteld dat margarine minder verzadigde vetten bevatten waardoor het een gezondere keuze zou zijn.
Geschiedenis margarine
Margarine is ontstaan als houdbare vervanger van roomboter. Al in 1869 werd de eerste margarine ontwikkeld op basis van dierlijke vetten. In 1902 werd ontdekt hoe vloeibare plantaardige oliën gehard konden worden. Vanaf deze tijd kon margarine op basis van plantaardige vetten gemaakt worden. In 1923 startte Unilever met het merk Blue band, een margarine gericht op gezinnen met kinderen. De plantaardige oliën worden gewonnen uit onder andere zonnebloemen, maïs, koolzaad en palmvruchten.
Soorten
Margarines zijn in vele soorten verkrijgbaar. Er zijn varianten om mee te bakken en braden, varianten om mee te frituren en smeerbare varianten voor op het brood. Daarnaast bestaan er hardere en vloeibaardere soorten. Over het algemeen bevatten de hardere soorten meer verzadigde vetten. Naast margarine wordt er ook halvarine gebruikt. Deze variant bevat minder calorieën dan de margarine. Ook bestaan er varianten speciaal voor kinderen.
Transvetten
In 1956 werd er onderzoek gedaan naar transvetten die ontstaan bij het harden van vetten. Hieruit bleek dat transvetten slecht zijn voor de bloedsomloop. Pas in 1990 werd door de voedingsindustrie erkend dat transvetten ongezond zijn. Transvetten verhogen de cholesterol en verhogen de kans op hart- en vaatziekten en diabetes. Ze kunnen ook de kans op allergieën bij kinderen verhogen. Vanaf toen werd de industrie aangemoedigd de hoeveelheid transvetten in margarine te minimaliseren. Vandaag de dag is de hoeveelheid transvet in de meeste margarines minimaal, maar er bestaan nog steeds margarines waarin een gedeelte transvetten aanwezig is.
Palmolie
In margarine wordt veelal palmolie verwerkt. Palmolie is een hard plantaardig vet. Palmolie wordt in margarine verwerkt vanwege de smeerbaarheid. Door de combinatie van hard palmvet en vloeibare oliën kan men een margarine krijgen die mooi smeerbaar is. Door de toepassing van palmolie in margarine heeft de industrie het gehalte aan transvetzuren in margarine enorm weten te verlagen. Het imago van palmolie is echter niet zo goed. Voor de grote vraag naar palmolie worden namelijk tropische regenwouden gekapt om plaats te maken voor palmplantages. Dit gaat ten koste van de fauna in de regenwouden. Daarnaast is palmolie niet goed voor de gezondheid. Het bestaat namelijk voor een groot deel uit verzadigde vetten die leiden tot een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen.
Atherogeen vermogen
Palmolie bevat meer dan 40 procent atherogene verzadigde vetzuren. Het atherogeen vermogen van vetzuren geeft de mate aan waarin ze aderverkalking veroorzaken. De aanbeveling is om de inname van deze vetten te beperken tot minder dan acht procent van de energiebehoefte. Atherogene verzadigde vetzuren komen ook veelvuldig voor in melkvetten, waardoor een vervanging van margarine door roomboter dezelfde problemen oplevert.
3-MCPD
3-monochloorpropaan-1,2-diol, ook wel afgekort met 3-MCPD, ontstaat bij de productie van plantaardige oliën. Met name bij de productie van palmolie wordt er veel van deze stof gevormd. 3-MCPD kan bij een hoge dosering schadelijkzijn voor de nieren. Een te hoge dosering komt voornamelijk voor bij kinderen. Vooral bij kinderen van 7 jaar is de inname gemiddeld te hoog, 35 procent van deze doelgroep heeft een te hoge inname van 3-MCPD. De schadelijke stof wordt niet in boter gevormd, omdat dit geen plantaardig vet is, maar een dierlijk vet. Vervanging van margarine door roomboter kan de inname van 3-MCPD voor kinderen beperken.
Vitamine D
Aan margarine wordt vitamine D toegevoegd. In roomboter zit van nature vitamine D, maar veel minder dan in margarine. Jonge kinderen hebben een verhoogde behoefte aan vitamine D welke nodig is voor de groei. Er wordt voor deze doelgroep geadviseerd om dagelijks 10 milligram extra vitamine D te slikken. Hierdoor kan gesteld worden dat zolang de kinderen extra vitamine D slikken, de toegevoegde vitamine in margarine niet zoveel toegevoegde waarde hebben.
Advies Voedingscentrum
Het voedingscentrum adviseert om de inname van roomboter te beperken. Halvarine en margarine worden wel aangeraden vanwege het hogere gehalte aan onverzadigde vetten ten opzichte van roomboter. Voor kinderen tot vier jaar wordt er margarine aangeraden en vanaf vier mag er ook de minder vette halvarine gebruikt worden. In het advies van het voedingscentrum is geen rekening gehouden met het gehalte aan 3-MCPD in margarine. De reden hiervan is dat er nog niet genoeg onderzoek is verricht om er conclusies uit te kunnen trekken.