NLD, een niet-verbale leerstoornis bij kinderen
NLD is een niet-verbale leerstoornis. Kinderen met NLD praten goed en veel, maar ze hebben moeite met de motoriek en het begrijpen van visuele informatie. Sociale situaties kunnen ze moeilijk inschatten. Kinderen met NLD hebben een grote woordenschat, een goed geheugen en ze kunnen zich goed verwoorden. Daarom duurt het vaak lang voordat de diagnose wordt gesteld. Bovendien is de mate van deze beperking per kind verschillend. NLD vertoont veel overeenkomsten met stoornissen als PDD-NOS, Asperger en AD(H)D. Voor een kind met NLD is het aanbrengen van structuur in de dag, voorspelbaarheid en een duidelijke communicatie belangrijk om goed te kunnen functioneren.
Wat is een niet-verbale leerstoornis?
Bij een niet-verbale leerstoornis (NLD) is de informatieverwerking in de hersenen verstoord. De samenwerking tussen de linker- en rechterhersenhelft is niet in balans. Dit wordt veroorzaakt door een tekort aan de stof myeline rond de zenuwbanen, die de informatie snel door de hersenen vervoert. De rechterhersenhelft functioneert hierdoor minder goed. In de rechterhersenhelft wordt namelijk nieuwe, complexe en ruimtelijke informatie verwerkt. NLD is aangeboren en kan niet met medicijnen worden behandeld.
De gevolgen van een verkeerde inschatting
Omdat kinderen met NLD verbaal heel vaardig zijn, schat de omgeving ze vaak te hoog in. Ze worden dan steeds overvraagd, wat zich uit in aanvallen van woede, angst of huilbuien. In de schoolsituatie wordt NLD vaak niet herkend. Het overvraagde kind reageert zich meestal thuis af, in zijn veilige omgeving. Naarmate het kind ouder wordt en de wereld om hem heen complexer, openbaren de problemen zich ook duidelijker.
Een kind met NLD bezit een aantal vaardigheden en een aantal tekorten.
De vaardigheden van kinderen met NLD zijn
- Praten – Ze vertellen graag over dat wat ze hebben beleefd of gehoord en hebben een grote woordenschat.
- Vragen – Door het stellen van vragen proberen ze de wereld om hen heen te begrijpen.
- Luisteren – Alles wat wordt verteld kunnen ze beter onthouden en begrijpen.
- Het gehoor – Geluiden komen sterker binnen. Vaak hebben deze kinderen een hekel aan harde, schelle of hoge geluiden en aan geroezemoes op de achtergrond (drukke bijeenkomsten, feestjes).
- Details – Ze zien veel details.
De tekorten die kenmerkend zijn voor kinderen met NLD
- Het ruimtelijk inzicht is beperkt.
- Sociale situaties leveren vaak problemen op. Deze kinderen kunnen zich moeilijk inleven in de ander en begrijpen gezichtsuitdrukkingen en emoties niet goed.
- Ze kunnen het geheel niet overzien. Ze zien vooral details.
- Ze hebben moeite met het oplossen van problemen.
- Nieuwe situaties leveren vaak problemen op. Dit kan zich uiten in woede, angst en verzet.
- De emotionele stabiliteit is beperkt. Woede- en angstaanvallen kunnen spontaan optreden. Vaak wordt dit veroorzaakt door onduidelijkheid van de omgeving, door overprikkeling, of door het niet herkennen en kunnen uiten van emoties.
- De grove en de fijne motoriek kunnen problemen opleveren. Kinderen zijn houterig en stijf in hun bewegingen. Als ze vallen kunnen ze hun val vaak niet breken met de handen, waardoor ze meer beschadigingen oplopen dan andere kinderen in een vergelijkbare situatie.
- Nieuwe opdrachten zijn vaak te moeilijk.
- Ze hebben moeite met het inzicht bij rekenen. Sommen worden op een omslachtige manier opgelost. Dit levert problemen op wanneer de sommen moeilijker worden.
- Ze kunnen meerdere handelingen niet tegelijk uitvoeren.
- Ze hebben moeite met woordgrapjes omdat ze alles letterlijk nemen.
- Ze hebben moeite met het houden van overzicht op plaatsen waar het druk is en in het verkeer. Daardoor kunnen ze gemakkelijk verdwalen.
De ontwikkeling van kinderen met NLD
Elk kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn eigen manier, zo ook een kind met NLD. Dat betekent dat niet elk kind dezelfde vaardigheden en tekorten heeft en ook niet in dezelfde mate. Daarnaast is de mate van de stoornis ook bij elk kind verschillend. Naarmate je het kind beter leert begrijpen en in kunt spelen op de situatie zul je merken dat de woedeaanvallen afnemen. Het kind voelt zich veilig en begrepen.
Het stellen van een diagnose
Vaak krijgen kinderen de diagnose NLD na een psychologisch onderzoek. Omdat NLD veel overeenkomsten heeft met andere stoornissen zoals PDD-NOS, AD(H)D, Asperger en dyscalculie is een psychologisch onderzoek niet voldoende. Aanvullend onderzoek door een (kinder)neuroloog, die bekend is met NLD, kan uitsluitsel geven.
Hoe kun je als ouders/verzorgers NLD herkennen?
In de verschillende leeftijdsfases van een kind zijn er een aantal kenmerken die vaak voorkomen bij kinderen met NLD. Deze kenmerken komen niet bij elk kind voor en ook niet in dezelfde mate.
Baby/peuter
- Huilbaby.
- Weinig spelen en niet op ontdekking uitgaan.
- Slaan de kruipfase over.
- Lopen laat en vallen of botsen vaak.
- Hebben moeite met de grove/fijne motoriek.
- Spelen graag alleen, in een vertrouwde omgeving.
- Ze blijven graag in de buurt van de ouders.
- Ze hebben moeite met het aanleren van nieuwe vaardigheden. Ze doen liever dat wat ze al kunnen.
- Als ze kunnen praten, dan praten ze veel en goed.
- Ze begrijpen gezichtsuitdrukkingen, gebaren en de toon waarop iets gezegd wordt niet goed.
- Ze kunnen heel angstig of boos worden.
De kleuterfase
- Moeite met het houden van overzicht in het verkeer en in grote ruimtes.
- Ze verdwalen gemakkelijk.
- Ze proberen alles te begrijpen door steeds vragen te stellen.
- De situatie willen beheersen en daardoor bazig overkomen.
- Sociale situaties zijn lastig zoals bijv. het spelen met leeftijdgenoten.
- Moeite met de grove en fijne motoriek (fietsen, klimmen, hinkelen, knutselen, aankleden).
- Puzzelen en bouwen met blokken is moeilijk.
- Veranderingen en nieuwe situaties zijn moeilijk (dagje uit, het nemen van een andere route, op bezoek gaan, veranderingen in de gezinssituatie).
- Lage spierspanning van de spieren in en rondom de mond.
- Boosheid en angst.
- Gevoelig voor harde of schelle geluiden.
- Moeite met gebaren en gezichtsuitdrukkingen.
- Structuur, voorspelbaarheid en regelmaat is belangrijk.
Het schoolkind
- Moeite met inzichtelijk rekenen en ruimtelijk inzicht bij vakken zoals topografie.
- Moeite met leren fietsen en zwemmen.
- Het goed kunnen zien van details maar niet het geheel zien.
- Moeite met het aanleren van vaardigheden en routines. Aangeleerde vaardigheden worden goed gedaan en vaak herhaald.
- Veel vragen.
- Moeite met complexe sociale situaties.
- Ze hebben er moeite mee wanneer dingen anders gaan dan verwacht.
- Alles letterlijk nemen.
- Moeite met het houden van overzicht en gemakkelijk verdwalen. Door het gebrek aan overzicht zijn groepssporten zoals voetbal of volleybal minder geschikt.
- Kunnen niet meerdere dingen tegelijk doen.
- Woedeaanvallen of angst.
- Denken negatief over zichzelf.
- Zijn naïef, goedgelovig.
- Hebben moeite met klok kijken.
- Zijn snel overprikkeld.
- Hebben moeite met kritiek.
- Zijn vaak verlegen.
Wat kunnen de leerkrachten doen om een kind met NLD te helpen?
- Duidelijk communiceren.
- Opdrachten in stapjes uitleggen en uit laten voeren.
- Het kind kan alles wat wordt verteld beter onthouden en begrijpen. Maak de lesstof begrijpelijk door er over te praten.
- Geef het kind een rustige plek, bij voorkeur voor in de klas. Zo kun je beter communiceren en krijgt het kind minder prikkels.
- Let op non-verbale signalen van angst, onbegrip of onzekerheid en praat daarover.
- Ondersteun bij de sociale en emotionele ontwikkeling.
- Geef het kind extra tijd om te werken.
- Sommige opdrachten zoals tekenopdrachten zijn te moeilijk voor deze kinderen. Geef het kind dan een andere opdracht.
- Zorg voor structuur en voorspelbaarheid. Veranderingen zijn moeilijk voor kinderen met NLD ook al zijn ze maar klein.
- Het automatiseren kost meer tijd dan gemiddeld. Herhaling is belangrijk.
- Een kind moet op school leren en thuis spelen. Vaak wordt lesstof meegegeven om thuis extra te kunnen oefenen. Het kind zal dan zeker overprikkeld raken.
- Is het handschrift slecht leesbaar? Gebruik dan vaker een computer om op te werken.
Het leren begrijpen van de lesstof en de contacten met andere kinderen kunnen ervoor zorgen dat het kind overprikkeld raakt. Vaak uit zich dat in de thuissituatie door woedeaanvallen. Dit is op te lossen door dagelijks een rustmoment in te bouwen. Het kind mag even op een rustig plekje gaan spelen of een boekje lezen.
Tips voor ouders/verzorgers
Een kind met NLD heeft sterke kanten en beperkingen. Als je leert om met die beperkingen om te gaan dan kan het kind beter functioneren. De woede- en angstaanvallen zullen ook verminderen. De volgende tips kunnen hierbij helpen.
Communiceren
Het is heel belangrijk om duidelijk met je kind te communiceren, maar hoe kun je dat doen?
- Het kind neemt alles letterlijk, vermijd daarom woordspelingen of figuurlijk taalgebruik.
- Leg goed uit wat je gaat doen, of wat je kind moet doen en neem hier voldoende tijd voor.
- Herhaal wat je hebt gezegd en vraag of je kind dit heeft begrepen.
- Zorg voor een duidelijke dagindeling en voorspelbaarheid.
- Kinderen met NLD houden niet van verrassingen en veranderingen. Leg veranderingen daarom goed uit en probeer het kind ruim op tijd voor te bereiden.
- Geef het kind een plekje waar het zich terug kan trekken en tot rust kan komen.
Afleiden
Kinderen met NLD zijn niet flexibel. Ze willen graag hun zin door drijven en alles moet gaan op hun manier. Probeer een kind dat dwarsligt op andere gedachten te brengen door hem af te leiden. Praat over onderwerpen die zijn interesse hebben en geef ondertussen een opdracht. Vertel ook dat niet altijd alles gaat zoals het kind dat wil. Daar moet hij mee leren omgaan.
Oplossingen bedenken
Als het kind een woedeaanval heeft, geef hem dan de gelegenheid om uit te razen. Blijf rustig en probeer de oorzaak te achterhalen. Bedenk daarna samen een oplossing. Als het kind leert om over zijn problemen te praten, dan zal hij op den duur sneller vertellen wat hem dwars zit. De woedeaanvallen zullen verminderen. Geef het kind ook een plekje waar hij dan tot rust kan komen.
Sport of hobby
Sport of het uitoefenen van een hobby is goed voor de sociale ontwikkeling van het kind. Teamsporten zijn minder geschikt omdat het kind dan het overzicht verliest. Geschikte sporten zijn: zwemmen, paardrijden, gymmen of hobby's zoals kookles en bloemschikken.
Tijd voor elkaar
En tot slot nog één belangrijke tip. Vergeet de andere gezinsleden niet! Neem tijd voor elkaar en voor de andere kinderen in het gezin. Help en ondersteun elkaar bij de opvoeding. Daarnaast kun je de naaste omgeving informeren over het gedrag van je kind. Zij kunnen je steunen en helpen en misschien een keer extra oppassen.
Professionele ondersteuning
Naast hulp uit de directe omgeving is er ook professionele ondersteuning mogelijk. Soms is het mogelijk om een PGB aan te vragen waaruit die hulp betaald kan worden. Ook de zorgverzekeraar vergoedt professionele hulp. In beide gevallen wordt er wel om een eigen bijdrage gevraagd.
- Voor de zwakke spierspanning in en rondom de mond kan logopedie helpen. Door de oefeningen worden de spieren sterker.
- De orthopedagoog kan helpen door het geven van advies en begeleiding aan de ouders en het kind, maar biedt ook hulp in de schoolsituatie.
- Speltherapie kan helpen bij het oefenen van moeilijke situaties thuis en op school. De therapeut geeft ook advies en ondersteuning.
- Jeugdzorg – Bij jeugdzorg kun je terecht met alle vragen over de opvoeding en het gedrag van het kind.