Lui oog bij kind als gevolg van scheelzien is te genezen
Scheelzien is een afwijking van de oogstand, waardoor de ogen niet (meer) op het zelfde punt zijn gericht. Vaak ontstaat dit loensen in de kinderjaren, maar de afwijking kan ook bij ouderen optreden. Gemiddeld 3 tot 5% van de bevolking heeft deze oogafwijking. Om te voorkomen dat er een lui oog ontstaat dient het scheelzien al op jonge leeftijd te worden gesignaleerd. Alleen bij jonge kinderen is een lui oog namelijk met succes te behandelen.
Oorzaak scheelzien
Wij zien met beide ogen en onze hersenen regelen dat van de twee verschillende opnames één beeld wordt gemaakt. Dit vermogen ontwikkelt zich in de eerste zeven levensjaren. Factoren die van invloed zijn op het ontstaan van scheelzien: verschil in sterkte van de ogen, een oogheelkundige afwijking, de conditie van het kind rond de bevalling en erfelijke aanleg. Als het scheelzien na de eerste zeven jaren ontstaat heeft dat vaak te maken met verlamming van een of meer oogspiertjes. Aangezien de hersenfuncties in dat stadium al volledig zijn ontwikkeld zal het feit dat iemand dan scheel gaat zien niet meer in een lui oog resulteren. Maar de persoon gaat helaas wel dubbel zien.
Lui oog
Een lui oog is de meest voorkomende oogaandoening bij kinderen. Een jong kind dat scheel ziet neemt alles dubbel waar. Om dubbelzien te voorkomen wordt door het kind ongemerkt het afwijkende oog uitgeschakeld. Als dit steeds met het zelfde oog gebeurt, zal dit oog zich echter verkeerd ontwikkelen en neemt het gezichtsvermogen af. Er is dan sprake van een lui oog. Als er voor het zesde jaar met de behandeling wordt begonnen kan een lui oog worden verholpen. Een lui oog gaat niet vanzelf over.
Onderzoek
Tegenwoordig worden de ogen van kleine kinderen onderzocht door kleuter- en consultatiebureaus. Bij twijfel zal de onderzoekende persoon het kind doorverwijzen naar orthoptist of oogarts. Een orthoptist is een deskundige op gebied van loensen bij kinderen en de behandeling daarvan. De orthoptist werkt weliswaar grotendeels zelfstandig, maar legt verantwoording af aan een oogarts.
De behandeling
Behandeling kan een langdurige kwestie zijn. Meestal zal eerst het luie oog worden hersteld en veel later zal de orthoptist bepalen of een oogspieroperatie is gewenst. Een lui oog kan op meerdere manieren worden hersteld: Door het gezonde oog af te plakken oefent het kind met het luie oog en waardoor het vooruit gaat. Een bril kan soms ook uitkomst bieden, want daardoor ontvangt het luie oog een zo scherp mogelijk beeld. En dan bestaat er nog een druppeltherapie.
Oogspieroperatie
Bij een aantal kinderen dienen de ogen te worden “rechtgezet” via een operatie. Bepaalde oogspieren worden dan versterkt of verzwakt, door inkorting of verplaatsing. Het hangt ervan af of dit bij een of bij beide ogen moet plaats vinden. Zo’n oogspiercorrectie vindt onder algehele narcose plaats. Doorgaans is het een dagbehandeling en kunnen de ouders bij het inslapen en ontwaken aanwezig zijn.
Na de operatie
In het begin kan misselijkheid optreden. En de ogen zijn vaak pijnlijk, gezwollen en rood. Daartoe worden meestal druppels voorgeschreven. Na circa een week zal het kind weer bij de orthoptist op bezoek komen voor controle. Meestal volstaat één operatie maar soms is een tweede ingreep nodig.
Op oudere leeftijd
Aangezien de hersenen van de patiënt het dubbel zien vaak hebben gecorrigeerd, bestaat het risico dat juist na het rechtzetten van de ogen de patiënt alsnog dubbel gaat zien, terwijl hij dat tijdens het scheelzien niet (meer) deed. De kans op zo'n verrassing kan van te voren worden ingeschat.