Scheelzien, scheel kijken en loensen: operatie en genezen
Scheelzien (strabisme) of scheel kijken is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde fixatiepunt gericht kunnen worden. Het ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar scheelzien kan ook bij volwassenen optreden. Scheelzien komt naar schatting bij 3 tot 5% van de Nederlandse bevolking voor. Er is geen duidelijk verschil tussen jongens en meisjes. Bij vermoeden van scheelzien is altijd verwijzing naar een orthoptist geboden. Orthoptie is de leer van het 'goed' of 'recht' zien.
Wat is scheelzien?
Strabisme
De medische benaming van scheelzien is 'strabisme'. Scheelzien is een aandoening waarbij een kind niet zijn beide ogen op één fixatiepunt kan richten. Het scheelziende oog kan naar binnen, naar buiten, naar boven of naar beneden gericht staan. Een combinatie hiervan is ook mogelijk. Scheelzien kan bij kinderen van 16 à 18 weken leiden tot het ontwikkelen van een
lui oog (amblyopie). Geschat wordt dat scheelzien bij 2-5 procent van de kinderen voorkomt. De aandoening kan ook bij volwassenen optreden.
Vormen van scheelzien
Het scheelzien kan op verschillende manieren plaatsvinden:
- Binnenwaartse richting (esotropia);
- Buitenwaartse richting (exotropia);
- Naar boven (hypertropia); of
- Omlaag (hypotropia).
Wat zijn de verschijnselen van scheelzien?
Symptomen
Vlak na de geboorte hebben veel baby's een wisselende licht divergente oogstand, waarbij één oog naar buiten staat gedraaid. Dit zal zich vaak in de eerste drie levensmaanden herstellen. Wel kan een steeds aanwezige sterke afwijking van de oogstand in de eerste maanden wijzen op een onderliggende aandoening. Na de leeftijd van drie maanden is ieder scheelzien pathologisch.
Moeilijk te herkennen
Scheelzien is vaak moeilijk te herkennen door ouders. Bij sommige kinderen is het scheelzien soms wel en soms niet aanwezig. Er zijn kinderen die alleen scheel kijken als ze vermoeid zijn. Een kind kan alle kanten op scheel kijken: het schele oog kan naar buiten kijken, naar binnen, naar boven, naar onderen of daar tussenin.
Lui oog
Bij scheelzien treedt een lui oog op. Een kind dat scheel kijkt, ziet dubbel en dat is enorm lastig. De hersenen van het kind herstellen dit probleem door het beeld dat afkomstig is van het schele oog te onderdrukken. Het kind kijkt in dat geval nog maar met één oog en ziet dan niet meer dubbel. Het uitgeschakelde wordt een 'lui oog' genoemd, omdat het niet meer leert kijken waardoor de gezichtsscherpte allengs afneemt.
Pseudostrabisme
Er kan ook sprake zijn van pseudostrabisme, dat is schijnbaar scheelzien. Hierbij wordt de indruk gewekt dat er sprake is van scheelzien, bijvoorbeeld als gevolg van een brede neusrug.
Waardoor wordt scheelzien veroorzaakt?
Scheelzien kan verschillende oorzaken hebben; zowel erfelijke als omgevingsfactoren kunnen een rol spelen. Bij omgevingsfactoren kan gedacht worden aan oogheelkundige afwijkingen (als één of meer van de zes oogspiertjes waarmee het oog vastzit in de oogkas te lang zijn of juist te kort, kan het oog scheeftrekken en scheel kijken), hersenzenuwaandoeningen (de oogspieren worden aangestuurd door hersenzenuwen), vroeggeboorte, roken tijdens de zwangerschap, enz. Een kind kan ook scheelzien door een verschil in sterkte tussen beide ogen, waardoor hij er dan niet in slaagt om de ogen goed te richten.
Hoe wordt scheelzien behandeld?
Orthopist
De ogen van ieder kind worden in de eerste levensjaren een aantal keer gecontroleerd tijdens de bezoeken aan het consultatiebureau. Dit gebeurt aan de hand van een vast onderzoeksprogramma. Vroege opsporing en behandeling zijn essentieel voor het voorkomen van een lui oog. Een kind dat scheel ziet wordt verwezen naar de orthoptist. Dit is een paramedicus die zich bezighoudt met een specifiek gedeelte van de oogheelkunde, zoals scheelzien.
Scheelzien: operatie
Bij een groot deel van de scheelziende kinderen wordt de oogstand verbeterd door middel van een operatie, in medische termen een 'strabismusoperatie' genoemd. Bij een scheelzienoperatie worden een aantal oogspieren die het oog bewegen en aan de buitenkant van de oogbol vastzitten, verzwakt of versterkt door ze te verplaatsen of in te korten. In veel gevallen wordt aan beide ogen geopereerd en meestal aan meerdere spieren per oog. De bedoeling is om de scheve oogstand zo recht mogelijk te krijgen, waardoor de ogen beter gaan samenwerken. De operatie duurt ongeveer drie kwartier en vindt plaats onder algehele narcose. Enkele maanden na de operatie kan pas het uiteindelijke resultaat beoordeeld worden.
Luie oog behandelen
Voordat tot een oogstandcorrectie wordt overgegaan, is het noodzakelijk dat eerst het luie oog behandeld worden. Dit kan enige tijd in beslag nemen. Er zijn grofweg drie mogelijke behandelingen van het luie oog:
- Afplakken van het goede oog, waardoor het luie oog gestimuleerd wordt;
- Druppelen van het goede oog, zodat het luie oog wordt gestimuleerd te kijken;
- Voorschrijven van een bril in combinatie met afplakken of druppelen van het goede oog.
Controles
De orthoptist zal door middel van controles het verloop van de behandeling controleren en afhankelijk van de voortgang het verdere beleid bepalen.
Lees verder