Problemen in het eerste levensjaar van de baby
Hechting, voeden en het slapen van de baby zijn problemen die het meest voorkomen in het eerste levensjaar van het kind. Deze problemen worden in dit artikel besproken.
Het niet-gehechte kind
Hechting is het opbouwen van een veiligheids- en vertrouwensrelatie met iemand anders. In een gezin, krijgt ieder kind een band met de ouders en de eventuele broertjes en zusjes. Het kind hecht zich aan hen.
Sommige kinderen lijken zich aan niemand te (kunnen) hechten/binden. Als kinderen in de eerste twee levensjaren weinig sociale contacten hebben gehad (hechting), heeft dit een nadelige invloed op hun verdere ontwikkeling. Dit zijn vaak kinderen die in tehuizen zijn opgegroeid of kinderen die ouders hebben die hen zeer ernstig mishandelen of verwaarlozen.
Adoptie van kinderen uit een slecht tehuis voor hun tweede tot derde levensjaar door een stimulerend gezin heeft een positief effect op de intellectuele ontwikkeling van het kind. Als kinderen langer in een slecht tehuis verblijven, lopen ze een achterstand op in sociaal, emotioneel en intellectueel opzicht die moeilijk in te halen is.
Eetproblemen
Kinderen hebben van nature behoefte aan lichamelijke verzorging. Het is belangrijk dat ze voldoende slapen, verschoond worden en goede voeding krijgen. Naast deze behoefte aan lichamelijke verzorging hebben kinderen sociaal contact nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het is voor kinderen belangrijk dat ze aandacht, liefde en warmte van hun ouders krijgen.
Uit onderzoek is gebleken dat gebrek aan sociale en emotionele stimulatie afscheiding tegengaat van het groeihormoon dat nodig is voor normale ontwikkeling. Oftewel: de sociaal emotionele omgeving heeft invloed op de lichamelijke groei van het kind.
Er kunnen problemen ontstaan rondom het voeden van de baby. Oorzaken hiervan kunnen bij de moeder liggen:
- Angst, zenuwachtigheid bij de moeder;
- Negatieve gevoelens te opzichte van de baby;
- Depressieve gevoelens bij de moeder.
Oorzaken kunnen ook bij het kind liggen:
- Gevoelig maag-darmcircuit bij de baby, waardoor de baby snel spuugt en de moeder zenuwachtig wordt;
- Ziekte van de baby, waardoor hij minder voeding opneemt;
- Scheiding van de moeder door bijvoorbeeld opname in het ziekenhuis.
Braken
Braken komt bij baby’s vrij veel voor in het eerste levensjaar. Na elke voeding wordt een deel uitgespuugd. De onderliggende oorzaak kan lichamelijk van aard zijn, namelijk een gastro-oesofageale reflux gastro = maag en oesophagus = slokdarm. Dit is een terugvloed van zuur uit de maag in de slokdarm doordat de kringspier van de slokdarm niet goed functioneert. Dit kan gepaard gaan met braken. Deze reflux verdwijnt meestal vanzelf voor het eerste levensjaar.
Darmkrampjes
Veel baby’s hebben last van darmkrampjes in de eerste weken. Dit gaat gepaard met huilen en het optrekken van de beentjes.
Slaapproblemen
In de tweede helft van het eerste levensjaar blijken veel baby’s ’s nachts wakker te zijn. Niet alle baby’s wekken hierbij hun ouders. Het lukt de meeste baby’s om zelf weer in slaap te komen. Er gaat hierbij een ontspannende werking uit van een attachment object. Bedoeld hiermee wordt een knuffel of iets anders waar het kind bijzonder op gesteld is.
Van belang bij de aanpak van slaapproblemen is dat er consequent wordt gehandeld. Bij de ouders zal moeten geïnformeerd worden op welke wijze zij overdag en ’s avonds op het kind reageren. De ouders zullen moeten worden begeleid in het reageren op de baby.