Wanneer mag je euthanasie plegen in Nederland?
Gezondheid speelt een belangrijke rol in ieders leven. Het is dan ook niet heel verwonderlijk dat er over medische onderwerpen veel gesproken en gediscussieerd kan worden. Een discussie die regelmatig weer vol in de aandacht is, is euthanasie. Moeten de regels omtrent euthanasie in Nederland worden veranderd; strenger of juist soepeler? Welke voorwaarden moeten er worden gesteld? Maar wat zijn eigenlijk de huidige regels rondom euthanasie?
Euthanasie en hulp bij zelfdoding in Nederland
Het eerste onderscheid dat gemaakt dient te worden is tussen 'euthanasie' en 'hulp bij zelfdoding'. Het eerste houdt in dat op jouw verzoek iemand anders je leven actief beëindigt. Je geeft dus zelf de opdracht maar voert het zelf niet uit. Bij hulp bij zelfdoding voer je uiteindelijk wel zelf de handelingen uit waardoor je sterft, maar word je hierbij wel geholpen. Iemand geeft je bijvoorbeeld de middelen die je hiervoor nodig hebt.
Zowel euthanasie als hulp bij zelfdoding zijn bij wet strafbaar in Nederland! In artikel 293 van het Wetboek van Strafrecht staat beschreven dat er op 'dood op verzoek' (vergelijkend met euthanasie) een straf van maximaal 12 jaar in de gevangenis staat. In artikel 294 wordt voor 'hulp bij zelfdoding' een maximumstraf van 3 jaar beschreven. Kort gezegd is euthanasie in Nederland dus strafbaar. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal de euthanasie/hulp bij zelfdoding echter gedoogd worden en dan wordt er dus ook niet berecht of een straf opgelegd.
Wanneer mag euthanasie wél?
De bovengenoemde uitzonderlijke gevallen staan beschreven in de 'Wet Toetsing Levensbeëindiging en Levensbeëindigend Handelen'. Deze wet trad in 2002 in werking. Om legaal euthanasie te mogen toepassen, moet er aan drie hoofdregels voldaan worden:
- De euthanasie moet door een geregistreerde arts worden uitgevoerd
- De arts houdt zich aan de zorgvuldigheidseisen
- De arts meldt het handelen (via de gemeentelijk lijkschouwer) bij een toetsingscommissie
De arts meldt bij de gemeentelijk lijkschouwer dat er een persoon op een niet-natuurlijke wijze is overleden. De lijkschouwer geeft dit door aan een toetsingscommissie, die gaat controleren of er aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan.
De zorgvuldigheidseisen
Als een arts een euthanasieverzoek heeft geaccepteerd, is het belangrijk dat het gehele euthansieproces op een zorgvuldige wijze verloopt. Om dit voor elkaar te krijgen, moet er aan zes aanvullende eisen worden voldaan:
- De patiënt moet vrijwillig en weloverwogen het euthanasieverzoek hebben ingediend
- Er moet sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden
- Er is geen andere redelijke oplossing voor de situatie
- De patiënt is volledig geïnformeerd over zijn/haar situatie en vooruitzicht
- Een tweede onafhankelijke arts moet het verzoek ook goedkeuren
- Alle handelingen moeten volgens de medische richtlijnen gebeuren
Toetsingscommissie
Sommige termen, zoals 'redelijke oplossing', kunnen op vele manieren geïnterpreteerd worden. Het moge duidelijk zijn dat de regels rondom euthanasie dus ook niet op maar één manier te interpreteren zijn. Het blijft altijd een lastige en ingewikkelde kwestie. Na het uitvoeren van de euthanasie/hulp bij zelfdoding is het daarom ook noodzakelijk dat een arts zijn handelen aan de gemeentelijk lijkschouwer meldt. Deze geeft de situatie door aan een Regionale Toetsingscommissie. Deze commissie gaat na of alle regels rondom euthanasie wel goed zijn nageleefd. De overgrote meerderheid van de gevallen wordt als 'zorgvuldig' verklaard, wat betekent dat alle regels zijn nageleefd.
Conclusie
Er zijn in Nederland veel regels rondom euthanasie. Volgens de wet zijn zowel euthanasie als hulp bij zelfdoding verboden in Nederland. Alleen in uitzonderingsgevallen wordt euthanasie toch gedoogd. De drie hoofdregels zijn: de euthanasie wordt door een geregistreerde arts uitgevoerd, de arts houdt zich aan de zes zorgvuldigheidseisen, de arts meldt het handelen bij een toetsingscommissie. Deze toetsingscommissie controleert achteraf of de arts aan alle regels heeft voldaan.