Slaap: wat gebeurt er?
Iedereen doet het maar veel mensen weten niet wat er tijdens hun slaap gebeurt. Slaap is een fysiologisch periodiek terugkerende toestand van relatieve bewegingsloosheid en een verminderde reactie op prikkels.
Waar komt onze slaap vandaan?
In het centrale gedeelte van de hersenstam (tussen het ruggenmerg en de hersenen) is een langgerekt, dicht netwerk van zenuwcellen, de Formatio Reticularis. De Formatio Reticularis werkt als een waaksysteem, het geeft de prikkels die ergens anders uit het lichaam komen door. De Formatio Reticularis kan bij teveel prikkels deze afzwakken maar kan de hersenschors ook activeren wanneer een prikkel van buiten komt zodat hierop gereageerd kan worden door de hersenen. In de buurt van het Formatio Reticularis zit ook het limbisch systeem. Dit is het gebied waarin onze emoties, angsten en verdriet ontplooien. Ook speelt dit gebied een rol bij het slapen gaan of wakker worden.
Hoe wordt onderzoek naar slaap gedaan?
Het meten van de slaap kan gebeuren met behulp van een elektro- encefalogram (EEG). Deze meet de diepte van de slaap. De kleine stroomontladingen die in de hersenen plaats vinden kunnen worden gemeten door elektroden die op de hoofdhuid geplakt worden.
De diepe slaap en de REM- slaap
Als je in slaap valt kom je eerst in een diepe slaap, de zogenaamde slow wave sleep. Na de diepe slaap volgt de REMslaap (Rapid Eye Movement).
Hierna volgt er een nieuwe cyclus van slapen of je wordt wakker na een aantal cyclussen.
De diepe slaap is belangrijk voor het herstel van de celfuncties. De REM- slaap is een droomfase en is vooral van belang voor het verwerken van opgenomen kennis en indrukken van overdag. De diepe slaap vindt vooral plaats in het begin van de nacht, na een aantal cyclussen van slaap wordt deze diepe slaap steeds minder diep en duren de perioden waarin het zich afwisselt met de REM- slaap steeds korter. Tijdens de diepe slaap vind 80% van de dagelijkse productie groeihormonen plaats. Wat opvallend is is dat jonge kinderen meer diepe slaap hebben. Naarmate de leeftijd stijgt neemt dit af, bejaarden hebben bijna geen diepe slaap meer.
De REM- slaap, ook wel de droomperiode of paradoxale slaap genoemd. Gedurende 20% van de slaap per nacht duurt de REM- slaap. Per nacht heb je 4- 6 droomfasen. De 1e REM- slaap begint ongeveer 60 tot 90 minuten na het inslapen. De volgende REM- perioden komen na telkens 90 minuten diepe slaap. De eerste REM- periode duurt kort, 5 a 10 minuten. De opvolgende REM- perioden duren gemiddeld steeds langer tot 20 a 30 minuten.
Tijdens de REM- slaap is er een toename in de beweeglijkheid van de handen, voeten en spieren in het gezicht. Bij de overige spieren (skeletspieren) neemt dit af, met name de nekspieren.
Wanneer men mensen totaal van de slaap berooft worden zij in de loop van de eerstvolgende etmalen in toenemende mate emotioneel labiel, angstig en achterdochtig. Ten slotte gaan ze hallucineren.