Theorieën over dromen door de jaren heen
25 jaar van ons leven slapen we waarvan we 5 tot 7 jaar dromen. Onze droomwereld verschilt nogal van elkaar. Het is verbazingwekkend hoe verschillend ons droomleven is. De een schenkt geen aandacht aan zijn droomwereld waardoor hij zijn dromen niet of nauwelijks onthoud terwijl de ander zich zijn dromen geregeld herinnerd. Maar hoe dachten ze vroeger eigenlijk over dromen?
Dromen komen uit je onderbewustzijn. Je onderbewustzijn is vindingrijk en speels. Het maakt gebruik van symbolen, woordspelingen, dubbelzinnige dingen en raadsels om je bewustzijn in de war te brengen. Soms lijken je dromen niets voor te stellen, terwijl er daadwerkelijk iets achter zit. Je kunt leren je dromen interpreteren en naarmate je dit vaker gedaan doet, hoe meer je ook je eigen droomwereld ook begrijpt. Het onderbewustzijn probeert tot je bewustzijn door te dringen. Er zit eigenlijk altijd een boodschap in een droom. Je kunt het zien als een boodschap voor je bewustzijn. Als je de boodschap uit een bepaalde droom niet begrijpt zal je onderbewustzijn proberen het je op een andere manier duidelijk te maken, in een andere vorm.
Theorieën over dromen door de jaren heen
Al zolang de mensheid bestaat zijn er mensen die zich bezig houden met dromen. De Griekse filosoof Aristoteles geloofde dat dromen een voorteken waren van ziekte. Egyptenaren, Romeinen en Joden zagen het als boodschap van de goden. De Chinezen dachten dat het boodschappen waren uit een hele andere wereld. In de negentiende eeuw kwam hier verandering in doordat Sigmunt Freud en Carl Jung een hele andere theorie hadden over dromen.
Oosterse en westerse interpretaties
Er zijn schriftelijke bewijzen van onderzoeken uit het verleden en de conclusies. De Assyrische koning Assurbanipal (hij leefde in ca. 668-626 voor Christus) had al boeken in zijn persoonlijke bibliotheek over dromen interpreteren en ook had hij zijn eigen persoonlijke droomtablet. Later werd deze informatie weer gebruikt door een Griek die de informatie op zijn beurt weer gebruikte voor zijn boek over het interpreteren van dromen. Assyriers dachten dat dromen het werk waren van boze geesten. Dit konden dode mensen of een andere geest uit de onderwereld zijn.
De Egyptenaren
In Egypte hadden ze zelfs speciale tempels waarin de god van de dromen geëerd werd. Ze hadden zelfs priesters die zich bezig hielden met het interpreteren van dromen. Zo`n tempel werd een serapea genoemd. Deze priesters konden als een van de eersten dromen opwekken. Ze gebruikten een kruidendrankje wat opgedronken moest worden door de slaper om in slaap te vallen. De volgende ochtend kwam de slaper zijn droom vertellen aan de priester. De priester interpreteerde dan vervolgens de droom. Ze geloofden dat een droom instructie en advies kon geven, de toekomst voorspellen, waarschuwen voor gevaar en vragen kon beantwoorden. Volgens de Egyptenaren moest je de droom zien in het tegenovergestelde. Als je bijvoorbeeld droomt over de dood, gaat het over het tegenovergestelde, het leven dus.
De Chinezen
De Chinezen zagen dromen als berichten uit een andere wereld. Ze geloofden dat de spirituele ziel, genaamd Hun, het lichaam kon verlaten tijdens een droom om zo met geesten, goden of de zielen van de doden te kunnen spreken. Ook de Chinezen konden dromen opwekken.
Lees verder