Het gehoor (de zintuigen)
Dankzij geluidsgolven die onze hersenen opvangen en omzetten kunnen we horen. Het orgaan dat we gebruiken om te horen is het oor. Het gehoor is het belangrijkste orgaan om te communiceren met gelijksoortige organismen.
Geluid
Het geluid dat wij kunnen horen bestaat uit onzichtbare trillingen die overal in de lucht zijn. Deze trillingen hebben een snelheid van 344 m/ seconden die door ons gehoord orgaan wordt opgevangen. De hersenen zorgen er vervolgens voor dat wij dit geluid wel degelijk kunnen horen. De maat waarin het geluid wordt uitgedrukt is decibel ( dB). 1 dB kunnen we net onderscheiden, 10 dB horen we al dubbel zo goed. Fluisteren zou 25 dB zijn en een normaal gesprek 65 dB.De pijngrens van het horen zou liggen op 140 dB. Een opstijgend vliegtuig maakt een geluid van 120 dB, dat ligt dus al redelijk in de buurt. Mensen die te dicht bij de boxen staan op een festival of die te veel naar muziek luisteren op hun mp3 moeten opletten, want dit kan allemaal zorgen voor blijvende gehoorschade, wees dus voorzichtig met het volume van je mp3-speler!
Het gehoororgaan
Het gehoor orgaan is een ingewikkeld systeem want buiten het zichtbare gedeelte van de oor bestaat het uit nog veel meer delen. Het bestaat zelfs uit 3 delen: het uitwendig oor, het middenoor en het binnenoor.
Uitwendig deel
Het uitwendig deel, is het deel dat we kunnen zien, dus het oor. Het bestaat uit de oorschelp en de uitwendige gehoorgang. Dit deel is belangrijk omdat het er voor zorgt dat het geluid wordt opgevangen. De uitwendige gehoorgang heeft een soort S-vorm en heeft haartjes en klieren die talg(=oorwas) afgeven. Het uitwendig deel eindigt met de trommelvlies die gaat trillen als er geluid wordt waargenomen.
Middenoor
Omdat het middenoor heeft een spiraalvorm . Het middenoor bestaat uit de trommelholte die verder gaat in de buis van Eustachius. In het middenoor vinden we ook de drie gehoorbeentjes : hamer,aambeeld,stijgbeugel. Door een vloeistof die hier aanwezig is geven ze de trillingen van het trommelvlies verder door.
Binnenoor
Het binnenoor kan terecht vergeleken worden met een labyrint omdat het uit allemaal gangen en holtes bestaat. Dit laatste deel bestaat uit 3 onderdelen de vestibulum, de half-circelvormige kanalen en de cochlea.Hier wordt het geluid doorgegeven naar ons zenuwstelsel zodat wij het kunnen waarnemen.
Wat kunnen we horen?
De toonhoogte van het geluid wordt bepaald door de trillingen die in de lucht zijn, dit wordt uitgedrukt in Hertz. 1 Hertz is gelijk aan 1 trilling per seconde. Wij kunnen toonhoogtes waarnemen van minimum 16 Hz tot maximum 20 000 Hz. In vergelijking met andere dieren stelt dit weinig voor (zie andere dieren)
Als de frequentie hoger wordt wordt de toon ook hoger. Als we deze hoge tonen kunnen horen hangt af van de gehoorbeentjes. Omdat onze gehoorbeentjes groter zijn en minder stevig vast zitten kunnen we sommige geluiden niet horen die honden wel kunnen waarnemen.
Hoortoestel
Als we ouder worden gebeurt het vrijwel zeker dat we minder frequenties gaan waarnemen. Daarom is een hoortoestel de oplossing die deze geluiden kan versterken. Het toestel heeft een microfoon en een versterkingsapparatuur . Vaak zie je dat iemand een gehoortoestel heeft omdat ze buiten het oor worden gedragen maar tegenwoordig zijn er ook modellen die in het oor ( de gehoorgang) zitten en nauwelijks zichtbaar zijn.
Andere dieren
Sommige andere dieren hebben een heel ander gehoororgaan. Veel dieren hebben zelf niet eens een echt gehoororgaan maar kunnen wel de trillingen voelen. Regenwormen, slangen en schorpioenen voelen trillingen op de grond. Spinnen kunnen hun prooien lokaliseren door de trilling van hun web. Sowieso zijn insecten een apart geval wat betreft horen, vaak hebben deze hun gehoororganen op heel andere plaatsen. Vlinders hebben ze op hun borststuk, sprinkhanen op hun achterlijf, krekels in de voorpoten en muggen gebruiken de voelsprieten. Vissen gebruiken hun zwemblaas als een soort trommelvlies dat bestaat uit een aantal verbonden botjes en zo de trillingen overbrengt naar het middenoor.
De toonhoogtes die de dieren kunnen waarnemen verschillen ook sterk. Door echolocatie kunnen vleermuizen gebruik maken van ultrasone geluiden. Olifanten en neushoorns horen geluiden van 5 en sommige zelf 1 Hz dit in tegenstelling tot de mens die het moet stellen met 16 Hz.