De geneeskracht van duivenkervel
Duivenkervel is een klein, eenjarig plantje dat 10 tot 50 centimeter hoog wordt. Hij behoort tot de papaverfamilie. De plant komt van oorsprong in heel Europa voor, ook in Nederland tiert het welig op voedselrijke leemachtige bodems. Duivenkervel is voor mensen een giftige plant door de aanwezige alkaloïden maar zoals bij vele giftige planten kan het dienen tot natuurmedicijn. Het is alleen giftig als men de plant als groente gaat eten. Een belangrijke functie van dit kruid is dat deze plant wanneer het in kleine hoeveelheden wordt gebruikt, de leverwerking stimuleert wat uiteindelijk resulteert in het feit dat het goed is voor de huid. Als thee kan het verlichting bieden bij kramp in de spijsverteringsorganen en galwegen. Ook is het goed voor de nieren. Verder wordt het aangewend bij verstopping. In de reguliere geneeskunde wordt duivenkervel gebruikt om een geneesmiddel bij psoriasis te vervaardigen.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Botanische tekening duivenkervel /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Inhoud:
Naamgeving
In het
Latijn heet duivenkervel
Fumaria officinalis.
Het Nederlands kent een aantal alternatieve namen zoals: Gewone duivenkervel, Aardrook, Kattenkervel, Akkerkruid, Grijsekom, Vogeltjes en Koegras. Fumaria komt van fumar wat ´roken´ betekent en deze naam duidt erop dat het als rookkruid werd gebruikt. Officinalis is de aanduiding van officiële geneeskruiden.
Duivenkervel in de geschiedenis
Duivenkervel is van oudsher een volksmedicijn bij waterzucht of oedeem, huiduitslag, eczeem, schurft, scheurbuik, geelzucht, rode oogranden en aambeien. Tovenaars en heksen zouden dit kruid hebben gebruikt om onzichtbaar te worden. Voor dat doel wierpen ze de plant in een offervuur. Dat zou kunnen zijn omdat omstanders de stekende rook in de ogen kregen en niets meer konden zien. Het was een volksgeloof dat meisjes die op het land werkten en het plantje vonden om het vervolgens in hun kledij te dragen, op weg naar huis hun toekomstige echtgenoot gingen ontmoeten. Plinius, een Romeinse geleerde, schaarde de plant onder de belangrijke geneeskruiden. De plant wordt genoemd in diverse kruidenboeken uit de Middeleeuwen.
Werkzame stoffen
Van duivenkervel wordt het bovengronds groeiende kruid gebruikt. Dit kruid bevat vele werkzame stoffen: isoquinoliden-
alkaloïden met protopinen in de vorm van fumarine en cryptopine. Verder zitten er de protoberinen canadine, stylopine en spirobenzyltetrahydro-isoquinolinen in zoals fumricine en fumariline en indenobenzazepinen waaronder fumartrine en fumariline. Ook bevat duivenkervel sanguinarine, cryptocavine, aurotensine, sinactine, fumarinine, fumaritine, de
flavonoïden rutine em
quercetine-3-glycoside, malaten van hydroxykaneelzuren als koffiezuur en feruleenzuur, hexacosanol, fumaarzuur, bitterstoffen en de
mineralen kaliumchloride en kaliumnitraat.
Duivenkervel, goed voor de gal
Duivenkervel reguleert de galfunctie. Bij een normale galfunctie doet duivenkervel niets. Edoch, bij een verstoorde galfunctie heeft dit kruid een effect in de vorm van een galdrijvende functie. Het heeft een bewezen ontkrampende werking of de sfincter van oddi, waarvoor vooral fumarine als werkzame stof aan te wijzen is. De sfincter van oddi is een soort buisje dat galvocht en alvleeskliervocht naar de twaalfvingerige darm brengt. De vloeistof die de gal uitscheidt wordt eveneens van betere samenstelling en daardoor bevordert duivenkervel de leverfunctie. Door deze medicinale werkzaamheden wordt deze
geneesplant in de
fytotherapie aangewend bij de volgende indicaties:
- Bilaire dyskenesie of slechte galwegenwerking,
- Anorexia of eetlustgebrek,
- Dyspepsie of slechte spijsvertering,
- Constipatie en diarree door lever- en galstoornissen,
- Preventie van bilaire lithasis of galstenen,
- Hepatitis of leverontsteking,
- Bilaire migraine of migraine door galwegenstoornis,
- Icterus of geelzucht.
Duivenkervel zuivert het bloed
Omdat duivenkervel de gal- en leverfunctie verbetert, zweetopwekkend is, laxerend werkt en urinedrijvende eigenschappen heeft, beschikt het over een goede bloedzuiverende werking. Deze bloedzuivering is van belang voor mensen met huidziekten. Als er te veel afvalstoffen in het lichaam zijn, die door verminderde leverwerking niet kunnen worden uitgedreven op de normale manier, slaat het lichaam deze stoffen op in het bloed om hat vervolgens via de huid te doen uitdrijven. Het probleem hierbij is dat als deze stoffen zich in de huid bevinden, ze ontstekingen op celniveau kunnen veroorzaken wat tot allerlei verschillende soorten huidziekten kan leiden. Fytotherapeuten zetten duivenkervel in bij de volgende indicaties:
- Eczeem,
- Acné,
- Dermatitis,
- Lymfeklierzwelling.
Duivenkervel wordt op grond van zijn medicinale kwaliteiten gezien als een algemeen versterkend middel voor het lichaam; een tonicum.
Overige werkingen protopine
Het hoofdalkaloïde in duivenkervel is protopine, ook bekend onder de naam fumarine. Hiervan zijn enkele medicinale kwaliteiten bekend die vermeldenswaardig zijn maar die geen gevolgtrekking hebben in geneeskundige toepassingen. Protopine werkt rustgevend en slaapopwekkend. De stof zit ook in
klaproos of papaver waarvan heroïne en morfine wordt gemaakt. Verder verlaagt protopine het histaminegehalte, bestrijdt het pathogene bacteriën, is het bloeddrukverlagend, vertraagt het de hartslag en heeft het een lokaal verdovende werking.
Dosis en veiligheid
Hieronder staat de therapeutische dosis voor duivenkervel. Je kunt deze plant middels verschillende bewerkingsvormen aanwenden.
- Drie druppels moedertinctuur per dag,
- 500 tot 1000 mg nebulisaat(1:4) per dag,
- Een kuur van 10 dagen met twee tot drie koppen thee van 50 gram van het gedroogde kruid op een liter water. Deze kuur dient 10 dagen te worden onderbroken en kan daarna weer worden aangevangen.
Als men zich aan deze voorschriften houdt is duivenkervel een volkomen veilig geneeskruid.