Kruidengeneeskunde en de humoraalpathologie
De kruidengeneeskunde is eeuwenlang verbonden geweest met de humoraalpathologie, de vier lichaamssappen: bloed (sang), slijm (flegma), lichte gal (chol) en donkere gal (melanchol). Deze sappen worden geassocieerd met de vier temperamenten en geven de aandoeningen en constituties weer, waarin een van de lichaamssappen dominant is.
Er is dan sprake van een dyscratie. Is het lichaam gezond, dan zal er een evenwicht bestaan tussen de verschillende sappen en temperamenten. Wanneer deze 4 humores in juiste verhouding in het lichaam aanwezig zijn dan spreekt men van eukrasis (evenwicht) en dan is de mens gezond. Is er een te kort of een ophoping van een dezer humores, dan ontstaat er een dyskrasis en is de mens ziek. Maar al hebben alle mensen deze 4 humoren in zich, toch overheerst er meestal één lichaamssap en dat verklaart het verschil in karakter, aanleg en lichaamsbouw tussen de mensen. Men spreekt dan van verschillende temperamenten.
Zo is een persoon,
- die het meest slijm heeft een flegmaticus;
- die het meest gal heeft een cholericus;
- die het meest zwarte gal heeft een melancholicus;
- die het meest bloed heeft een sanguinicus.
Het humorale model is een speculatief model. Galenus, Hyppocratus en anderen hebben zich wel de vraag gesteld of deze humores op observeerbare lichaamsvochten kunnen worden teruggevoerd. Het phlegma had verband met de muceuze secreties, die men uit diverse lichaamsholten, hoofdzakelijk uit de neus en uit de luchtpijpen, te voorschijn ziet komen. De gele gal was waarschijnlijk wat men nu nog steeds gal noemt, en het bloed (sanguinisch) was ongetwijfeld bloed in zijn zuiverste vorm. Maar of de zwarte gal ook als bloed mag worden opgevat vanuit inwendige bloedingen in het lichaam, is veel minder duidelijk. Galenus schrijft hierover:
"
... de zwarte gal is zoveel boosaardiger en ook scherper in haar werking dan de gele gaf'. Men mag in deze context niet uit het oog verliezen dat het Griekse woord melas niet enkel de kleur 'zwart' of de eigenschap 'donker' betekent. Het roept tegelijk de voorstelling op van 'het kwade', van datgene wat tot de nachtzijde van het leven behoort en tegelijk afschrikwekkend is.
Aristoteles
Aristoteles (384-322) van zijn kant vond dat deze theorieën maar nut hadden, wanneer de stoïcheia erop konden worden toegepast; ni. de vier basiseigenschappen, die onze tastzin bepaalt: koude, warmte, vochtigheid en droogte. Deze stoïcheia konden worden toegepast op zowel de microkosmos als op de macrokosmos:
- Water is koud en vochtig
- Vuur is warm en droog
- Aarde is droog en koud
- Lucht is warm en vochtig
Homotoxineleer
De moderne versie van deze humoraal-pathologie is de homotoxineleer zoals die door de meeste natuurartsen wordt aangehangen. Ook de huidige kruidengeneeskunde wordt veelal in dit licht gepresenteerd.
Ziekten zijn een uiting van een verstoorde homeostase in het lichaam. De lichaamsvochten! extracellulair volume) zijn vergiftigd met toxische producten (afvalstoffen, voedingstoxinen). Deze 'dyscrasie' kan worden opgeheven door het afweermechanisme van het lichaam in werking te stellen, waardoor de toxische stoffen via de uitscheidingsorganen worden verwijderd. De kruiden hebben het vermogen deze afvoer van gifstoffen in gang te zetten en zo het lichaam terug in evenwicht te brengen.
Nu is een kruid een samensteling van veelvuldige chemische stoffen die synergetisch kunnen werken en ook op verschillende aandoeningen een positief effect kunnen hebben. De aspecifieke werking is het gevolg van het algemeen stimulerend effect op de afvoerfuncties van het lichaam. Van specifieke orgaanfunctiebeïnvloeding is bij kruiden slechts in beperkte mate sprake. Wel zijn er kruiden die in een verhoogde mate op een bepaalde uitscheidingsfunctie inwerken.
Zo kent men
- diaforetica (zweetafdrijvers), zoals: lindebloesem, vlierbloesem;
- emmenagoga (menstruatieopwekkers): bijvoet, malrove, wijnruit;
- expectorantia (slijmoplossend):zeepkruid, hondsdraf, tijm; enz..
Vanuit de homotoxineleer bekeken hebben geneeskrachtige planten dan ook voornamelijke een algemene reinigende en versterkende werking en kunnen zo vele verschillende kwalen tegelijkertijd beïnvloeden en mee helpen aan hun genezing.