Ruilseks onder jongeren
Het lijkt alsof jongeren steeds makkelijker omgaan met seks en steeds minder seksuele moraal kennen. De berichtgeving in de media doet vermoeden dat er ook steeds meer jongeren aan ruilseks doen. Dit werd door de media wel ‘breezerseks’ genoemd, omdat jongeren seks zouden ruilen voor een drankje of een spijkerbroek. Na onderzoek blijkt dat jongeren er helemaal niet zo makkelijk over denken als werd gedacht.
Wat is ruilseks
De onderzoekers hebben onderscheid gemaakt tussen vier groepen jongeren, gebaseerd op hun verschillende motieven.
- De eerste groep heeft seks in ruil voor materiële beloning, dat kan zijn geld, dure spullen, onderdak of eten. Deze jongeren hebben de beloning niet absoluut nodig, zij hebben een inkomen of wonen nog bij hun ouders. Het gaat meer om het incidenteel en relatief eenvoudig krijgen van hun beloning.
- De tweede groep is gelijk aan de eerste, alleen zij vinden de situatie ook spannend of ze vinden de partner aantrekkelijk. De beloning is een extraatje. Deze groep houdt volledig controle op hun eigen situatie.
- Dan zijn er jongeren die het slachtoffer worden van dwang of misbruik. Deze jongeren doen het niet voor de beloning, maar krijgen deze van de dader. Die probeert hiermee het eigen gedrag te rechtvaardigen.
- Voor deze groep is seks een ruilmiddel voor inkomen. De grens met prostitutie is moeilijk te duiden. Deze jongeren zagen de seks als een (tijdelijke) noodzakelijkheid en wilde zichzelf niet als hoer/prostituee zien.
Wie doen aan ruilseks
De onderzoekers hebben zich gericht op jongeren van 14 tot 24 jaar. Het blijkt dat ongeveer 1 à 2% van hen aan een vorm van ruilseks heeft gedaan. Het betreft dan jongeren met allerlei verschillende achtergronden wat betreft nationaliteit, geslacht, opleiding en seksuele voorkeur. Dwang en prostitutie werd vaker gevonden bij de lager opgeleiden en jongeren die weinig eigen financiële middelen hadden. Bij de hoger opgeleiden en diegene die een bron van inkomsten hadden of nog thuis woonde, kwam de ruil tegen materiële vergoeding meer voor, zowel met en zonder het zoeken naar spanning.
Het blijkt dat er bij deze jongeren bijna altijd psychische of sociale problemen spelen. Zij hebben persoonlijke problemen of problemen met ouders of broers en zussen, zij zijn depressief of hebben andere psychische problemen.
Ook hebben deze jongeren achter vaak last van schaamte en spijt en vinden ze het moeilijk om erover te praten. Jongeren die het normaal vonden om seks te hebben tegen een beloning zijn de onderzoekers niet tegengekomen. Hierbij speelt mee dat de seks meestal niet als prettig wordt ervaren.
5 jaar onderzoek
Na het sluiten van een tippelzone in Amsterdam-Zuidoost in december 2003 werd een onderzoek gedaan naar straat- en verborgen prostitutie in de stad. De onderzoekers merkten dat er veel jonge meiden actief waren in de straatprostitutie en in de escort, die volgens hen zelf niet aan prostitutie deden. Deze meiden woonde vaak nog thuis, waren niet aan drugs verslaafd, maar wilde even snel, wat ze zelf noemde, ‘zaken doen’. Het betrof vaak orale seks, dat was makkelijk, snel en je hoeft niet uit de kleren. Dit fenomeen alarmeerde het stadsbestuur in Amsterdam, de GGD werd daarom gevraagd dit nader te onderzoeken. Dat onderzoek startte in 2005.
In 2006 werd een vervolgonderzoek gestart, waarbij vooral de tieners zelf aan het woord moesten komen. De Rutgers Nisso Groep had ook al wat onderzoek gedaan en werd uiteindelijk bij het onderzoek betrokken.
Geen toename in ruilseks en groepsverkrachtingen
De Rutgers Nisso Groep deed, in opdracht van de minister van Justitie, al eerder onderzoek over ruilseks en groepsverkrachtingen. Toen werd geconcludeerd dat ruilseks maar bij een zeer kleine (wel kwetsbare) groep jongeren voorkwam. Ook werd vastgesteld dat er geen toename was van het aantal gevallen van ruilseks en groepsverkrachtingen.