Wie krijgt borstkanker
Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen. De risicofactoren houden in dat bepaalde factoren in iemands leven ertoe bij kunnen dragen dat er eerder borstkanker ontstaat. Zo spelen onder andere leeftijd en voeding een rol bij het ontstaan van borstkanker. Alles over borstkanker en de cijfers.
Wat is borstkanker
Kanker is een ongeremde deling van lichaamscellen. Normaal gesproken delen lichaamscellen zich met een bepaalde snelheid, en worden lichaamscellen ook vervangen of afgebroken met een bepaalde snelheid. Wanneer de deling sneller gaat dan de afbraak of vervanging van cellen, dan spreekt met van een ongeremde deling. Er ontstaat dan een tumor.
De genen in de cellen die ongeremd groeien, kunnen andere cellen binnendringen en ook deze cellen aantasten. Hierdoor kunnen er uitzaaiingen ontstaan. Iemand met kanker zal snel of langzaam sterven wanneer er geen behandeling plaats vindt. Kankercellen richten altijd schade aan binnen een orgaan, zodat het betreffende orgaan niet goed meer kan functioneren.
Borstkanker betreft kankercellen in de borst. Dit komt het meest voor bij vrouwen, maar treft jaarlijks ook een aantal mannen.
Vrouwen vaker borstkanker dan mannen
Risicofactor één om borstkanker te krijgen is het zijn van een vrouw. In Nederland krijgen 1 op de 9 tot 10 vrouwen borstkanker. Jaarlijks komt dat neer op 13.000 vrouwen. Jaarlijks wordt bij ongeveer 80-95 mannen borstkanker vastgesteld. Vrouwen zijn dus veel gevoeliger voor borstkanker. Borstkanker is de meest voorkomende kanker die bij vrouwen voorkomt.
Hormonen spelen een rol bij borstkanker
Oestrogenen zijn vrouwelijke hormonen die de menstruele cyclus regelen en belangrijk zijn tijdens een zwangerschap. Een teveel aan oestrogeen in het lichaam geeft een verhoogd risico op borstkanker. Vrouwen die vroeg menstrueren en laat in de overgang komen, worden langer blootgesteld aan oestrogeen. Deze vrouwen hebben een verhoogd risico.
Vrouwen die de anticonceptiepil slikken, dat het hormoon oestrogeen bevat, hebben een tot twee keer hogere kans op borstkanker dan vrouwen die deze anticonceptiepil niet gebruiken. 1 tot 4 jaar na het stoppen met de pil is dit verhoogd risico nog 16 procent, na 8 jaar is dit nog maar 7 procent. Ook een late zwangerschap (na het 30e jaar) of nooit zwanger worden geeft een verhoogd risico. Bij mannen kan oestrogeen ook een rol spelen bij het ontstaan van borstkanker.
Vrouwen die tijdens de overgang hormonen krijgen toegediend, hebben tevens een verhoogd risico op borstkanker. Ook andere medicatie met daarin vrouwelijke hormonen, geven een groter risico.
De leeftijd speelt een rol
Ruim 77% van de vrouwen met borstkanker is 50 jaar of ouder. Bij vrouwen tussen de 35 en 70 jaar is borstkanker doodsoorzaak nummer 1. Jaarlijks sterven er in Nederland ongeveer 3.300 vrouwen aan borstkanker. Hiervan is het merendeel ouder dan 50 jaar.
Onder de overleden personen van onder de 90 jaar, is 2 tot 3 procent gestorven aan borstkanker. Van de sterftegevallen bij mensen boven de 90 jaar, betreft slecht 0,8 procent borstkanker. Onder de 25 jaar komt borstkanker vrijwel niet voor. De gemiddelde leeftijd op het moment van vaststellen van borstkanker bedraagt 60 jaar.
- Onder de 25 jaar krijgen jaarlijks ongeveer 14 vrouwen borstkanker.
- Tussen de 30 en 50 jaar krijgen jaarlijks ongeveer 3.180 vrouwen borstkanker.
- Tussen de 50 en 70 jaar krijgen jaarlijks ongeveer 6.520 vrouwen borstkanker.
- Tussen de 70 en 90 jaar krijgen jaarlijks ongeveer 3.475 vrouwen borstkanker.
Voeding en overgewicht
Overgewicht betekent meer vetcellen in het lichaam. Vetcellen maken oestrogeen aan. Zoals eerder vermeldt, speelt oestrogeen een rol bij de vorming van borstkanker. Mensen met overgewicht hebben daarom een verhoogd risico op borstkanker. Overgewicht na de menopauze geeft zelfs een nog hoger risico: 30 tot 50 procent meer dan bij vrouwen zonder overgewicht.
Voeding speelt ook een rol. Vooral vlees is een boosdoener, met name roos vlees en bewerkt vlees als bacon, paté en ham. Ook het gebruik van transvetten speelt mee. Harde margarines en frituurolie bevat transvetten, maar ook rundvlees en zuivelproducten. Ook koekjes bevatten vaak meer transvet.
Omega 3-vetzuren kunnen het risico op borstkanker met 25 tot 35 procent verlagen, wanneer er gedurende langere periode omega 3-vetzuren wordt ingenomen. Het gebruik van alcohol verhoogt het risico juist weer. Alcohol verhoogt de oestrogeenproductie, waardoor het risico ook toeneemt.
Lichaamsbeweging verlaagt het risico
Door voldoende te bewegen tijdens de jonge levensjaren, zal het risico op borstkanker afnemen vanaf de leeftijd van 25 jaar. Ook na het 25e levensjaar kan het risico op borstkanker verlaagd worden door voldoende lichaamsbeweging. Door lichaamsbeweging wordt de oestrogeenproductie verlaagd. Beweging brengt tevens de insulinespiegel omlaag. Een te hoge insulinespiegel veroorzaakt ook kanker.
Overige factoren
Roken is een risicofactor: het verhoogt de kans op borstkanker tot wel 1.7 keer. Vooral mensen die vroeg beginnen met roken, lopen een hoger risico.
Straling kan ook de kans vergroten. Bij onderzoek naar borstkanker wordt gebruikt gemaakt van straling. Dit onderzoek heet mammografie. De straling die vrijkomt tijdens dit onderzoek kan het risico op borstkanker verhogen. Maar ook andere onderzoeken waarbij straling woest gebruikt, verhoogt het risico.
Een onregelmatig slaappatroon is ook ongunstig. Vrouwen die in ploegendienst werken of nachtdiensten draaien, slapen veel onregelmatiger. Een goede slaap en een regelmatig slaappatroon verkleint de kans op borstkanker.