Een TIA, en nu?
TIA is de afkorting van Transcient Ischemic Atack, wat betekent: een voorbijgaande belemmering in de bloedtoevoer naar de hersenen. Het lijkt misschien niet ernstig, omdat de verschijnselen snel weg zijn. Maar een TIA kan één keer voorkomen of meerdere malen achter elkaar en kan een voorbode zijn van een herseninfarct met blijvende gevolgen. Een TIA is dus een voorbijgaande beroerte. Het komt plotseling op en kan iedereen zomaar overkomen.
Verschijnselen
Er kunnen zich een aantal uitvalsverschijnselen voordoen. Meestal duren deze verschijnselen een paar minuten, soms kan dit ook langer duren maar doorgaans niet langer dan 20 minuten. Een enkele keer duren de verschijnselen nog langer, maar zijn uiterlijk binnen 24 uur verdwenen.
- Het gezichtsveld aan één kant of zelfs aan beide kanten kan ineens wegvallen.
- Men kan wartaal gaan spreken.
- Men kan met dubbele tong gaan praten.
- Er kan plotseling krachtverlies in een arm of een been optreden.
- Het zicht in een oog wordt plotseling wazig en trekt langzaam weer op.
- Er kunnen zich evenwichtsproblemen voordoen en duizeligheid voorkomen.
Wacht niet af tot de verschijnselen vanzelf over gaan. Als deze langer aanhouden dan 15 minuten, dan kan iemand een herseninfarct hebben. Bij één of meer verschijnselen de dokter of het alarmnummer bellen.
Oorzaken
Er zijn twee belangrijke oorzaken:
- Verminderde bloedtoevoer
- Hartritmestoornissen (atriumfibrillerend)
Verminderde bloedtoevoer
Hersencellen hebben zuurstof nodig om te kunnen werken. Bloed zorgt voor de aanvoer van deze stoffen. Als deze toevoer gestagneerd wordt, krijgen de hersencellen geen zuurstof en voeding meer en kunnen er uitvalsverschijnselen optreden. Bij een verminderde bloedtoevoer speelt slagaderverkalking (arteriosclerose) een belangrijke rol. Dat is een proces dat leidt tot vernauwing van de slagaders.
Hartritmestoornissen
Een steeds terugkerende verstoring van het hartritme.
- Het hart klopt te snel.
- Het hart klopt te langzaam.
- Het hart klopt niet regelmatig.
Onderzoek
Als een huisarts vermoedt dat er sprake is van één of meerdere TIA‘S, dan roept hij de hulp in van een neuroloog en zal hij de persoon doorsturen naar het ziekenhuis. Daar vinden verschillende onderzoeken plaats. De persoon zal worden onderzocht op krachtverlies en reflexen. Ook zal de bloeddruk worden gemeten en zal het bloed grondig worden onderzocht op o.a. het stollingsgehalte en eventueel op het cholesterolgehalte. In sommige gevallen roept de neuroloog de hulp in van een andere specialist, zoals een cardioloog. Als de persoon al langer last heeft van hartritmestoornissen, zullen er ook cardiologische onderzoeken plaatsvinden, zoals het maken van een CT-scan van het hoofd -en het hart. Er wordt een hartfilmpje gemaakt en er kan ook besloten worden een echografie te maken van de halsslagaderen om vernauwing uit te sluiten. Ook kunnen er een echocardiogram en röntgenfoto’s van het hart worden gemaakt. Daarnaast is het mogelijk een holteronderzoek te laten plaatsvinden zodat het hartritme gedurende een of twee dagen geregistreerd wordt.
Behandeling
Meestal krijgt de persoon bloedverdunnende medicijnen voorgeschreven. Soms krijgt iemand cholesterolverlagende medicijnen.
Het risico op een nieuwe TIA, beroertes en hart- en vaatziekten kan hiermee worden verkleind. In sommige gevallen zal de behandeling van een TIA bestaan uit een operatie door een vaatchirurg. Dit in gevallen van een ernstige slagaderverkalking of een ernstig vernauwde halsslagader.
Een TIA hebben meegemaakt, hoe nu verder?
Vermoeidheidsklachten kunnen nog weken tot maanden duren. Ook verwarring en duizeligheid kan korte tijd aanhouden. Hoelang deze klachten aanhouden is bij ieder persoon verschillend.
Een TIA kan zich herhalen
- Stress is een medeveroorzaker van het krijgen van TIA‘S.
- Probeer daarom ook zoveel mogelijk rust te creëren en stress te vermijden.
- Probeer gezond te eten, gebruik weinig vet en kies voor onverzadigde vetten.
- Neem voldoende lichaamsbeweging.
- Rook niet.
- Drink met mate.
In sommige ziekenhuizen wordt u geïnformeerd om mee te werken aan een onderzoek naar erfelijke factoren na een beroerte. Op deze wijze hoopt men meer inzicht te krijgen over welke erfelijke factoren bijdragen aan het ontstaan van- en het voorkomen van ziekte.