Herstel na hartritmestoornis en ablatie
Een hartritmestoornis kan behandeld worden middels een ablatie: het aanbrengen van wondjes in het hartweefsel waardoor littekens ontstaan. Tijdens de ingreep kan pijn gevoeld worden. Na de ingreep is herstel nodig. Dit kan soms veel geduld van de patiënt vragen.
Wat is ablatie na een hartritmestoornis?
Wie een hartritmestoornis heeft, krijgt te maken met een versnelde of onregelmatige hartslag. er ontstaat duizeligheid, kortademigheid, een opgejaagd gevoel en vaak ook angst. Meestal verdwijnt een hartritmestoornis vanzelf, maar kan ook terug blijven keren. De elektrische aansturing van het hart is dan verstoord. Om dit te verhelpen, kan besloten worden tot ablatie. Hierbij wordt er opzettelijk littekens gemaakt in de binnenwand van het hart. Dit gebeurt met behulp van een katheter. Op deze manier wordt de plek waar de elektrische aansturing verstoord raakt, uitgeschakeld.
Na de ingreep
Een behandeling duurt ongeveer 1 tot 4 uur. In sommige gevallen zelfs 6 tot 8 uur. Tijdens de behandeling kan er een pijnlijk branderig gevoel ontstaan. Soms ontstaat er een snelle hartritmestoornis waardoor men het bewustzijn kan verliezen. In een enkel geval wordt de AV-knoop beschadigd en is een pacemaker nodig. Hoewel die kans zeer klein is, minder dan een halve procent, blijft die kans wel aanwezig. De ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving, maar kan ook in sommige gevallen onder volledige narcose plaatsvinden.
Na de ingreep blijft men één dag in het ziekenhuis. Bedrust is nodig, soms in combinatie met hartbewaking. Wanneer alles goed lijkt te verlopen, mag de patiënt naar huis. Alleen in slechte gevallen is een langer verblijf in het ziekenhuis gewenst. Twijfel niet aan het oordeel van de arts: beter een dag langer in het ziekenhuis onder toezicht dan met problemen thuis zitten.
Nog steeds hartritmestoornis
De hartritmestoornis verdwijnt niet direct na de ingreep. De wonden die op het hartweefsel zijn aangebracht moeten veranderen in littekens. Pas wanneer het echte littekens zijn geworden, is het weefsel op die plek uitgeschakeld. Dit kan enkele weken tot enkele maanden duren. Het is dus helemaal niet vreemd dat de hartritmestoornis de eerste tijd aan blijven houden. Om die reden mag er meestal nog niet gestopt worden met medicijnen die al eerder voorgeschreven waren.
In sommige gevallen blijkt de ingreep niet voldoende te zijn en moet de ingreep nog eens herhaald worden. De arts zal dit van geval tot geval bekijken. Soms verdwijnt de hartritmestoornis voor lange tijd en keren daarna weer terug. Ook dan is soms een nieuwe ingreep nodig.
Herstel en therapie
Na de ingreep is er vooral sprake van vermoeidheid. Geef hieraan toe en rust regelmatig. Het is niet niks: er is tijdens de ingreep aan het hart gerommeld en er zijn expres wonden aangebracht. het hart heeft tijd nodig om hiervan te herstellen, wat soms ten kosten gaat van de algehele fitheid. Zware inspanningen kunnen de eerste weken beter vermeden worden, omdat het hart dan harder moet werken.
Soms ontstaat er een
bloeduitstorting (blauwe plek) op de plaats waar geprikt is. Deze bloeduitstorting kan pijnlijk aanvoelen, maar verdwijnt vanzelf weer. Gedurende ongeveer 6 weken moet er een antistolling worden ingenomen. Wanneer de arts dit aangeeft, kan direct of later gestopt worden met de medicijnen tegen de hartritmestoornis. Nacontrole vindt plaats na ongeveer één maand. daarna volgen er nog enkele controles, afhankelijk van de ernst van de stoornis en de manier waarop de behandeling is verlopen. Het is aan te raden om iedere controle na te komen: dit is in het belang van de eigen gezondheid. Eventuele problemen kunnen direct weer opgespoord en behandeld worden.
Speciale therapie is meestal niet nodig. Het is wel belangrijk om de eerst tijd rustig aan te doen en beweging en inspanning weer langzaam op te bouwen. Wie het fijn vindt, kan yoga of gym gaan volgen. Geef hierbij aan dat er een ablatie is ondergaan. Met gerichte oefeningen wordt het lichaam weer soepel en beweeglijk, en helpt het de geest te ontspannen. Zware sport is voorlopig nog niet aan te raden. bespreek dit altijd met de arts wat verstandig is. De lans blijft soms aanwezig dat het hart opnieuw ritmestoornissen gaat vertonen bij zware inspanning. Vaak zal men zelf ook niet in staat zijn om te sporten vanwege de vermoeidheid.