Ziekte van Parkinson: symptomen, diagnose en behandeling
Bij de ziekte van Parkinson sterven cellen in de hersenen af. Het gaat om cellen die de stof dopamine aanmaken die onmisbaar zijn om de controle te houden over het maken van bewegingen. Het tekort aan dopamine zorgt voor een slechtere beheersing van de spieren. De ziekte van Parkinson komt vooral voor bij mannen van boven de vijftig jaar.
Symptomen
De ziekte van Parkinson kan stapsgewijs verlopen. De symptomen bouwen zich vaak geleidelijk op over maanden of zelfs jaren. Ook kan de ziekte plotseling optreden. De meest bekende symptomen van de ziekte van Parkinson zijn:
- Trillen van lichaamsdelen, zoals hand, arm of been
- Stijfheid van de spieren
- Langzame bewegingen
- Lopen wordt schuifelen
- Gezicht wordt emotieloos
- Gebogen houding
- Moeilijk slikken
- Langzamer praten
Parkinson verloopt trapsgewijs. In de eerste fase beginnen de symptomen licht en komen ze alleen voor aan één kant van het lijf. In het tweede stadium krijgt de patiënt te maken met klachten aan beide lichaamskanten. Evenwichtsstoornissen treden op in fase drie. De patiënt merkt dat hij niet alle handelingen meer zelf kan uitvoeren. In de vierde fase worden de klachten steeds erger en heeft de Parkinsonpatiënt ondersteuning nodig bij veel handelingen. In het laatste stadium is er sprake van afhankelijkheid van een rolstoel of bed.
Diagnose
De ziekte van Parkinson wordt vaak pas in een laat stadium ontdekt. Dat komt doordat de klachten geleidelijk aan erger worden. Bij een vermoeden van Parkinson verwijst de huisarts de patiënt door naar een neuroloog. De diagnose wordt gesteld op basis van de symptomen van Parkinson en het lichamelijk onderzoek. Soms wordt er een scan van de hersenen gemaakt. Met een PET-scan kan een tekort aan dopamine in de hersenen worden aangetoond. In sommige gevallen wordt Parkinson pas vastgesteld als de medicatie die wordt voorgeschreven bij Parkinson aanslaat.
Behandeling
Medicatie
De ziekte van Parkinson kan niet worden genezen. De behandeling met medicatie richt zich op het verbeteren van het evenwicht van dopamine en acetylcholine in de hersenen. Als een patiënt ernstig wordt beperkt in zijn zelfstandigheden, kan medicatie worden voorgeschreven die op dopamine lijkt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om pergolide of bromocriptine. Het sterkste middel om Parkinson te behandelen is levopoda, maar dit medicijn heeft zware bijwerkingen, zoals misselijkheid en het zien van hersenspinsels. Op langere termijn worden de bijwerkingen minder erg.
Fysiotherapie en spraaktherapie
Fysiotherapie kan helpen als patiënten moeite hebben met het uitvoeren van bewegingen, zoals het opstaan uit een stoel of lopen. De fysiotherapeut kan helpen om toch in beweging te blijven. Dat is voor een Parkinsonpatiënt ontzettend belangrijk en zorgt ervoor dat problemen met onder meer zwakke botten worden voorkomen. Fysiotherapie kan helpen op dagelijkse bewegingen zoals het opstaan uit bed makkelijker te maken, waardoor de zelfstandigheid zo lang mogelijk kan worden bewaard. Een ergotherapeut kan helpen met aanpassingen in en om de woning. Bij spraakproblemen kan een logopedist worden ingeschakeld. Uit onderzoek is gebleken dat Parkinsonpatiënten erbij gebaat zijn spraaktherapie te volgen om spraak- en slikproblemen te verminderen.
Chirurgie
Een operatie wordt alleen toegepast als medicatie het trillen niet onderdrukt. Chirurgie verhelpt Parkinson meestal nooit helemaal. De meest toegepaste operatie vorm is de Deep Brain Stimulation (DBS). In de hersenen worden elektroden geplaatst. Via deze elektroden worden elektrische impulsen gezonden vanuit een stimulator die in de borstkas wordt gezet. In het verleden was het gebruikelijker om een bepaald hersengebied uit te schakelen. Tegenwoordig wordt vaker gekozen voor de Deep Brain Stimulation.
Oorzaak
De ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door afstervende hersencellen die verantwoordelijk zijn voor de productie van dopamine. Personen met secundair parkinsonisme hebben dezelfde symptomen als mensen met Parkinson, maar hebben te maken met andere oorzaken dan het afsterven van hersencellen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een hersenbloeding of een bijwerking van een bepaald medicijn.
Vooruitzichten
Patiënten met Parkinson hebben dezelfde levensverwachting als gezonde mensen dankzij de nieuwste behandelingsmogelijkheden. Wel kunnen bij Parkinsonpatiënten die ernstig ziek zijn fatale complicaties optreden, zoals bijvoorbeeld een longziekte of niet goed functionerende nieren.
Parkinsondementie
Veertig procent van de personen met Parkinson krijgt te maken met dementie. Dit wordt ook wel Parkinsondementie genoemd. De dementie begint ongeveer tien tot vijftien jaar na de eerste symptomen van Parkinson en komt meer voor bij mannen.