Welke vormen van urine-incontinentie zijn er?
Bij urine-incontinentie verliest men ongewild enkele druppels urine tot grote hoeveelheden voordat het toilet bereikt is. Het gevolg is urine in het ondergoed. Dit kan vervelende gevolgen hebben voor het dagelijkse leven. Incontinentie kan tijdelijk van aard zijn maar ook blijvend. De oorzaak is heel divers. Er zijn verschillende vormen van incontinentie die allemaal weer een andere oorzaak hebben. Het is belangrijk om te weten van welke vorm er sprake is om daar de behandeling op te richten. Soms gaat incontinentie weer over met behulp van therapie, soms moet er een blijvende oplossing komen omdat het urineverlies niet te stoppen is.
Incontinentie is soms normaal
Bij incontinentie spreken we van het ongewild verliezen van urine. Er is geen of een verminderde controle over de blaas. Toch kan incontinentie ook aanwezig zijn terwijl er wel controle over de blaas is maar men het toilet niet tijdig kan bereiken. Incontinentie is soms zelfs normaal: baby's worden incontinent geboren. Ze hebben helemaal geen controle over de blaas en zullen de kringspier pas rond de 1 tot 4 jaar oud volledig leren beheersen. Sommige kinderen zijn hier zelfs nog later in.
Bij urine-incontinentie gaat het om een urologische ziekte. De beheersing over de kringspier van de blaas is verloren gegaan of het gevoel aan aandrang is afwezig of sterk verminderd. Kinderen tot een jaar of vijf worden hiertoe niet berekend. Na deze leeftijd mag verwacht worden dat ze zindelijk zijn. Is dit niet het geval dan zijn er vaal toch problemen met de blaas of de kringspier en spreken we ook van incontinentie.
Inspanningsincontinentie komt vaak voor bij de zwangerschap
Inspanningsincontinentie noemen we ook wel stressincontinentie. Deze vorm van incontinentie ontstaat vaak gedurende de zwangerschap, de bevalling, verwijderen van de prostaat bij mannen of een ongeval. Over het algemeen komt deze vorm van incontinentie vaker bij vrouwen dan bij mannen voor. De sluitspier van de blaas is verzwakt waardoor er druppels urine doorloopt. Dit gebeurt vaak wanneer er druk op de blaas komt te staan zoals bij lachen, niezen, hoesten, bukken, tillen, springen en rennen. Het trainen van de bekkenbodemspieren kan het probleem verhelpen of verminderen. Fysiotherapie kan hierbij helpen. Daarnaast is het raadzaam om een verbandje te dragen tijdens het sporten.
Overloopincontinentie door een volle blaas
Bij overloopincontinentie kunnen we denken aan een volle emmer die onder een druppelende kraan staat. De emmer zal blijven overlopen waardoor er continue water uit de emmer druppelt. Overloopincontinentie heeft hetzelfde principe: de blaas is continue vol waardoor er telkens wat urine uit de blaas wegloopt. De blaas blijft vol door een vernauwde plasbuis, een vergrote prostaat bij mannen of door problemen met de blaasspier. Deze vorm komt vaker voor bij kinderen ouder dan 7 die nog steeds niet zindelijk zijn. Het onderliggend probleem zal behandeld moeten worden.
Aandrangincontinentie veroorzaakt veel urineverlies
Bij aandrangincontinentie is er een stoornis tussen datgene wat de blaas op het moment doet en het signaal wat de hersenen doorgeeft. Er is sprake van een aandrang tot plassen dat plots is ontstaan. Normaal gesproken voelt men vooraf dat de blaas vol is en ontstaat er een aandrang. Bij aandrangincontinentie gaat dat gevoel vooraf verloren en moet men plots plassen. De aandrang komt dus gelijktijdig met het plassen. Er kan hierbij veel urine weglopen. Vaak zien we dit bij mannen in combinatie met een vergrote prostaat. Ook bij mannen die de blaas niet goed ledigen komt dit vaker voor.
Functionele incontinentie door problemen met mobiliteit
Mensen die bedlegerig zijn of problemen met hun mobiliteit hebben kunnen last hebben van functionele incontinentie. De aandrang om te plassen is aanwezig en de blaasspier/kringspier werkt vaak goed, maar de mogelijkheid om tijdig naar het toilet te gaan is er niet. Ook bij psychische aandoeningen komt dit soort incontinentie vaker voor omdat de patiënt zelf niet het idee krijgt om naar het toilet te gaan. Veelal zullen dit soort patiënten een incontinentieverband/luier moeten dragen omdat andere behandelingen niet zullen werken.
Neurogene incontinentie: blaasproblemen
Bij deze vorm van incontinentie is er sprake van neurologische blaasaandoeningen als gevolg van beschadiging van zenuwen of het zenuwstelsel. Denk hierbij aan een ongeval, dwarslaesie, Parkinson, diabetes, beroerte of multiple sclerose. De hersenen geven geen signalen meer door waardoor de blaas te zwak of te krachtig reageert.
Incontinentie bij dieren
Bij sommige dieren komt incontinentie voor zoals bij honden. Bij teefjes is dit vaak het gevolg van sterilisatie (castratie) waarbij de gehele baarmoeder wordt verwijderd. De blaas heeft dan geen ondersteuning meer en er zal eerder incontinentie ontstaan. Bij reutjes ontstaat incontinentie vaak als gevolg van prostaatklachten. Daarnaast kan diabetes, een hormoonziekte of een aangeboren afwijking ook de oorzaak zijn. Urine-incontinentie bij de hond moet niet verward worden met vaak plassen als gevolg van blaasgruis, blaasstenen of een blaasontsteking. De dierenarts zal een urinetest kunnen doen. Ook andere diersoorten kunnen last krijgen van incontinentie, vooral bij katten zien we dit vaker.