Schrompelnier: symptomen en oorzaak
Nieren hebben een belangrijke functie: ze filteren het bloed van afvalstoffen en produceren hormonen. Daarnaast reguleren ze onder andere de bloeddruk. Bij een nierziekte kan er uiteindelijk een schrompelnier ontstaan. De nier is beduidend kleiner en functioneert niet meer goed. Vaak treden er al eerder symptomen op, waarvan een onderliggende nierziekte de oorzaak is. In een enkel geval is een schrompelnier aangeboren.
Wat is een schrompelnier?
Een schrompelnier is een nier waarvan het nierweefsel is vervangen door bindweefsel. De nier wordt hierdoor kleiner. Een schrompelnier kan niet meer normaal functioneren. De nier is een belangrijk orgaan. Ieder mens heeft twee nieren die in de buikholte liggen. Nieren filteren het bloed en breken giftige stoffen af. De giftige stoffen krijgen we binnen via de voeding, maar ook via medicijnen. De nieren produceren urine: een waterige stof die vol met afvalstoffen zit. Daarnaast produceren nieren hormonen en reguleren ze de bloeddruk.
Er zijn veel verschillende soorten nierziekten. Vaak komt dit door een onderliggende ziekte of is de nierziekte aangeboren. Een schrompelnier is geen nierziekte maar een gevolg van een nierziekte.
Oorzaak
Een schrompelnier is het eindstadium van een onderliggende nierziekte. Dit kan om verschillende nierziekten gaan. Vaak is een nierziekte aangeboren of het gevolg van een andere ziekte zoals diabetes of een auto-immuunziekte. Ook kunnen nieren schade oplopen door veelvuldig alcohol-of medicijngebruik of door een trauma. Nierstenen of een tumor kunnen ook schade aan de nieren veroorzaken. Bij reflux is een schrompelnier vaak het gevolg. Een schrompelnier treedt pas op bij langdurige schade aan de nier.
In een klein aantal gevallen is een schrompelnier aangeboren. De baby wordt met een te kleine nier geboren. De schrompelnier kan het werk niet goed verrichten. Vaak zal dit vrij snel na de geboorte merkbaar zijn.
Symptomen
De nier bestaat uit nierweefsel. Bij een schrompelnier wordt dit nierweefsel vervangen door bindweefsel. De nier wordt kleiner en schrompelt dus ineen. Een kleinere nier kan niet goed functioneren. Nieren die niet goed functioneren zullen een aantal symptomen laten zien. Vaak zijn deze symptomen al eerder merkbaar, door de onderliggende nierziekte. Vaak zien we dat de nieren meer urine gaan produceren. Vermoeidheid en een verminderde eetlust zijn ook veel voorkomende symptomen.
Het plassen kan soms pijnlijk zijn. Bij onderzoek kan soms worden aangetoond dat de urine eiwit, suikers of bloed bevat. Dit zijn stoffen die normaliter niet in de urine voorkomen. Ook is de bloeddruk vaak verhoogd. Het is vaak moeilijk te zeggen dat de symptomen worden veroorzaakt door een schrompelnier, omdat een onderliggende nierziekte al veel eerder symptomen veroorzaakt. Bij een aangeboren schrompelnier zullen de symptomen bij het jonge kind wel al snel duidelijk worden.
Behandeling
Een schrompelnier is niet te behandelen. Belangrijk om te weten is het feit of beiden nieren zijn aangedaan, of slechts één nier. Dit kan middels verschillende onderzoeken. Een nierscan kan aantonen voor hoeveel procent de nieren nog werken. Ook kan er een echo gemaakt worden, waarop vooral de grootte van de nier zichtbaar wordt. Een schrompelnier is beduidend kleiner dan een gezonde nier.
Bij uitval van één nier, neemt de andere nier de functie van de schrompelnier over. In dit geval werken beiden nieren toch nog voor 100 procent. Wanneer beiden nieren aangedaan zijn, dan zal nierdialyse een eerste keus zijn. Met dialyse wordt 15 tot 20 procent van de nierfunctie overgenomen. Dit is erg weinig, en stelt de patiënt in staat om in leven te blijven. Dialyse kan zowel in als buiten het lichaam plaatsvinden. Bij de eerste methode wordt gebruik gemaakt van een spoelvloeistof in de buikholte. Bij de tweede methode wordt het bloed naar een dialysemachine gepompt, die een kunstnier bevat en het bloed buiten het lichaam om filtert.
In de meeste gevallen zal een niertransplantatie het leven van de patiënt weer redelijk normaal kunnen maken. De meeste nierpatiënten zijn echter te zwak om een niertransplantatie te ondergaan. Ook zijn de wachtlijsten soms te lang, waardoor een donornier te laat komt. Een donornier kan afkomstig zijn van een pas overleden donor of van een donor die hersendood is. Ook kan een donornier afkomstig zijn van familie of een bekende. Mensen kunnen makkelijk met één nier leven. Toch moet de overblijvende nier van de donor in gezonde staat verkeren, anders is afstaan niet mogelijk.