Manische depressie
Manisch depressieve stoornis is een stemmingsstoornis. Tegenwoordig is de naam manisch depressief vervangen door bipolaire stoornis. Bipolaire staat voor kenmerken die tegenovergesteld zijn aan elkaar. De stoornis veroorzaakt stemmingswisselingen van het ene uiterste (euforisch) naar het andere uiterste (depressie). Dit zorgt ervoor dat het een stoornis is waar moeilijk mee om te gaan is. Informatie over de stoornis en tips over de omgang en zorg van iemand met de stoornis kan zeer welkom zijn.
Mensen met een manisch depressieve stoornis (bipolaire stoornis) vallen zonder uitwendige oorzaak emotioneel van het ene uiterste in het andere; dus van het hoogtepunt van euforie naar het dieptepunt van de depressie. De eerste episode kan zowel depressief zijn als manisch. Manische episodes, die enkele weken tot meerdere maanden kunnen duren, zijn meestal korter van duur en eindigen abrupter dan episodes van depressie. Er zijn twee verschillende typen bipolaire stoornissen, bipolaire stoornis type I en type II. Bij type I is er sprake van tenminste één volledige manische episode.
In veel gevallen wisselen manische episodes, depressieve episodes en tussenliggende episodes (normale stemming) elkaar af. Het kan voorkomen dat er geen duidelijke episodes van depressie aanwezig zijn geweest. Aangenomen wordt dat dergelijke episodes in de toekomst zullen ontstaan of mogelijk in het verleden over het hoofd zijn gezien. In enkele gevallen doen een manische en depressieve episode zich gelijktijdig voor. Er wordt dan gesproken van een gemengde type. Type II gaat gepaard met een mildere vorm van manie, maar met frequentere depressie. Bij bipolaire stoornis type II is er sprake van één of meer depressieve episodes en tenminste één hypomane episode (lichte manische episode).
Wanneer is er sprake van een manische depressie
Bij het vaststellen van de stoornis moeten de manische episode en depressieve episode minimaal één keer aanwezig zijn geweest of aanwezig zijn. Omdat deze episodes tegenpolen zijn van elkaar, moeten beide episodes op een andere manier worden vastgesteld.
Om te spreken van een bipolaire stoornis manische periode moeten de volgende kenmerken aanwezig zijn:
- Voortdurend prikkelbare stemming die tenminste één week duurt
- Beperkingen in werk, sociale activiteiten en/of relaties
Verder moet er sprake zijn van drie of meer van de volgende symptomen:
- Grootheidswaanzin
- Verminderde behoefte aan slaap
- Toegenomen spraakzaamheid
- Gedachtevlucht (versnelde spraak en abrupte veranderingen van onderwerp)
- Verminderd concentratie vermogen
- Toegenomen activiteit
- Overgaven aan aangename bezigheden die een grote kans hebben op schadelijke gevolgen
Bij een manische depressie is ook sprake van een depressieve episode. Dit wordt gekenmerkt door een negatieve emotionele toestand. Hierbij worden de motivatie, het functioneren en het cognitieve vermogen negatief veranderd.
Een depressie is ook een op zichzelf staande stoornis. Een manische depressie is daarom pas goed vast te stellen als er een manische episode aanwezig is.
Oorzaken en genezing
Over de oorzaak van manisch depressieve stoornis bestaat nog veel onduidelijkheid. De stoornis kan erfelijk zijn. Ook kan de stoornis ontstaan onder invloed van een combinatie van factoren, zoals psychische, sociale en biologische oorzaken. Wel kan gezegd worden dat manisch depressieve stoornis een chronische aandoening is.
Manische depressie is niet te genezen. Wel kunnen de extreme stemmingswisselingen met behulp van medicatie, therapie en met hulp van gezinsleden onder controle worden gehouden. Helaas gaan de stemmingswisselingen nooit verdwijnen. De persoon kan echter wel een relatief normaal leven leiden.
Zorgen voor iemand met een manische depressie
Het kan heel lastig zijn en veel energie en geduld vergen, om te zorgen voor iemand die een manische-depressieve stoornis heeft. Het is handig om rekening te houden met de manier van communiceren en omgang. Dit zal zowel goed zijn voor de persoon die de stoornis heeft als voor de naasten.
- Neem tijdelijk wat verantwoordelijkheden over, iemand is sneller een gevaar voor zichzelf.
- Stimuleer om professionele hulp te zoeken, wil diegene dat niet, blijf er dan niet op doorgaan.
- Uit niet teveel boosheid, kritiek of bezorgdheid, zo zet je diegene juist meer onder druk wat juist zorgt voor meer spanning.
- Neem de stemmingswisselingen niet persoonlijk op, de stemmingswisselingen komen voor uit de stoornis.
- Probeer geduldig te blijven.
- Accepteer niet alles en stel goede grenzen voor jezelf. Bespreek rustig met de persoon wat je grenzen zijn.
- Vraag diegene waarbij je wel en niet bij kunt helpen en probeer hier een balans in te vinden.
- Leer omgaan met de stoornis. Er worden ook cursussen gegeven hoe er met de stoornis omgegaan moet worden.
- Vergeet jezelf niet. Vergeet zelf niet te ontspannen en leuke dingen te doen. Het is goed om af en toe afstand te nemen.
- Er zullen ook zware periodes zijn. zorg ervoor dat er af en toe mensen in je omgeving zijn waar het hart gelucht kan worden.
- Zorg dat er goed contact is met de behandelaar, zodat er altijd vragen gesteld kunnen worden aan een deskundige.
- Reageer positief en geef complimentjes als hij of zij iets positiefs doet.