Allergieën: kan een allergie genezen?
Zoals een allergie zich op bijna elke leeftijd kan ontwikkelen, kan ze ook op elk moment verdwijnen. We weten nog niet waarom dit zo is. Maar artsen stellen patiënten vaak gerust door te zeggen dat voor gewone allergieën zoals eczeem en hooikoorts ‘leeftijd het beste medicijn is’. Cijfers laten zien dat veel baby’s en kinderen hun allergie in de loop van hun tienerjaren of wanneer ze in de twintig zijn geleidelijk kwijtraken.
Op elke tien baby’s en peuters die eczeem krijgen, zullen er vijf geen last meer hebben tegen de tijd dat ze zes jaar zijn en nog eens vier zullen er tien jaar later vanaf zijn. Sommige ‘genezingen’ die worden toegeschreven aan allergiebehandelingen kunnen ook het gevolg zijn van dit natuurlijke verschijnsel dat mensen hun allergie met het ouder worden kwijtraken.
Desensitisatie bij allergieën
Desensitisatie treedt op wanneer het lichaam wordt blootgesteld aan een geleidelijk toenemende hoeveelheid allergeen. Het allergeen wordt meestal toegediend via injecties met regelmatige tussenpozen, bijvoorbeeld elke week. De volledige kuur duurt minstens drie jaar. De techniek werkt doorgaans het best bij iemand die gevoelig is voor slechts één allergeen, zoals één type stuifmeel. Er is streng medisch toezicht nodig vanwege het kleine risico op een ernstige allergische reactie na een injectie. Patiënten gaan dikwijls naar een speciale kliniek voor de injecties en moeten daarna een uur wachten tot de risicoperiode voor een ernstige reactie voorbij is. Desensitisatie wordt ook wel desensitisatie-immunotherapie, allergeenspecifieke immunotherapie (SIT) of allergieinjecties genoemd.
Desensitisatie is in sommige landen populairder bij artsen dan in andere landen. Het succes is het grootst bij ingeademde allergenen, zoals stuifmeel, en bij giffen zoals in bijen- en wespensteken. Maar de patiënt moet hiervoor gedurende een lange periode regelmatig een injectie komen halen, en de behandeling kan kostbaar zijn. Er is geen garantie op succes. Onderzoek toont aan dat desensitisatie in veel gevallen goed of gedeeltelijk werkt.
Hoop voor de toekomst
Er wordt veel onderzoek gedaan om allergieën tot een minder groot probleem te maken. Miljoenen allergiepatiënten gebruiken bijvoorbeeld medicijnen om hun aandoening onder controle te houden. Dus geneesmiddelenfabrikanten gaan door met het ontwikkelen van antihistaminica, steroïden en andere medicijnen die beter werken en minder bijwerkingen hebben.
De voornaamste vooruitgang in het allergieonderzoek zit in het ontwikkelen van effectievere en veiligere medicijnen. Deze immunologe test nieuwe behandelingen op menselijk weefsel. Ze is op zoek naar ontstoken cellen - een teken van een allergische reactie.
Verscheidene overheidsmaatregelen zouden allergiepatiënten kunnen helpen. Voorbeelden zijn het verbieden van roken in openbare ruimtes, het geven van duidelijke waarschuwingen voor mogelijke allergenen op verpakkingen, vooral van voedingsmiddelen en huidverzorgingsproducten, en het planten van grassen, bloemen en bomen in parken die weinig allergenen voortbrengen.
SLIT
Een nieuwere vorm van desensitisatie is SLIT, sublinguale immunotherapie. Toenemende hoeveelheden van het allergeen worden dagelijks gegeven als druppels onder de tong. Deze methode maakt het bezoeken van een speciale kliniek voor injecties misschien overbodig en vermindert het risico op een ernstige allergische reactie. De eerste resultaten zijn bemoedigend, maar er moeten nog veel testen gedaan worden voordat deze behandeling op grote schaal toegepast zal worden.
Moderne levensstijl en allergieën
Er wordt nog steeds onderzoek gedaan naar het verband tussen allergieën en voedsel, lucht, water, huizen, vervuiling, levensstijl, klimaatverandering en bijna elk ander aspect van het moderne leven.
Een beter begrip van allergieën geeft ouders de mogelijkheid om het risico dat hun kinderen een allergie krijgen, te verkleinen, bijvoorbeeld door bepaalde voedingsmiddelen in het eerste levensjaar te vermijden. Aanhangers van de ‘hygiënehypothese’ zeggen dat blootstelling aan een zorgvuldig getest mengsel van microben en veel voorkomende allergenen, vroeg in het leven, het risico op het ontwikkelen van een allergie later in het leven kan verkleinen. Dit zou op dezelfde manier kunnen werken als de inentingen die tegen ziektes als polio, mazelen, bof en rode hond worden gegeven.
Genetisch onderzoek bij allergieën
Het is misschien ook mogelijk om ons snel groeiende bestand van genetische informatie en nieuwe technologieën te gebruiken om allergieën te bestrijden. Als de precieze samenstelling van veel voorkomende allergenen bepaald is, kunnen we wellicht vaccins hiertegen maken. Of misschien kunnen planten en zelfs dieren genetisch gemodificeerd worden, zodat ze geen allergenen produceren - wanneer ze leven of wanneer ze als voedsel gegeten worden. Maar voor de nabije toekomst lijkt er geen wondermiddel tegen allergieën te zijn.
© 2008 - 2024 Guy1962, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- Bron: Allergieën, Acco Leuven 1982