Te laag suikergehalte, hypoglykemie
Wie diabetes of suikerziekte heeft, weet dat het suikergehalte te hoog of te laag kan zijn. Een te laag suikergehalte noemen we hypoglykemie. Andere benamingen voor suikergehalte zijn glucosegehalte of bloedsuikerspiegel. Het kan bij volwassenen, kinderen en baby's ontstaan. Wanneer iemand geen diabetes heeft, is de oorzaak vaak te vinden in te laat eten, te weinig eten, een dieet of te groot energieverbruik. Symptomen zijn vaak zweten en trillen. Snel suiker eten helt de klachten verminderen. In ernstige gevallen raakt de patiënt buiten bewustzijn.
Wat is het suikergehalte?
Het suikergehalte wordt ook wel glucosegehalte of bloedsuikerspiegel genoemd. Glucose wordt ook wel druivensuiker genoemd. De lichaamscellen hebben glucose nodig en zetten deze om in energie. Zonder glucose kunnen de lichaamscellen niet functioneren. Het lichaam ziet glucose als eerste brandstof, maar kan ook eiwitten en vet als brandstof gebruiken. Bij een ernstig tekort zal het lichaam eerst de spieren, en later andere weefsels en organen afbreken om te gebruiken voor de verbranding.
Het suikergehalte kan gemeten worden en wordt aangegeven in mmol/ liter. Insuline speelt een belangrijke rol bij de verwerking van glucose. Insuline wordt door de alvleesklier aangemaakt en zorgt ervoor dat de lichaamscellen glucose kunnen opnemen. Wanneer er te weinig of geen insuline aanwezig is, kunnen de lichaamscellen geen glucose opnemen en ontstaat er een teveel aan glucose in het bloed. Maar ook kan er te weinig glucose aanwezig zijn, waardoor de lichaamscellen een tekort hebben en niet goed kunnen werken.
Hypoglykemie en hyperglykemie
Over deze twee ontstaat nogal eens verwarring. Daarom leggen we het verschil tussen deze twee nog eens goed uit:
- Hypoglykemie: ook wel hypo. Te lage bloedsuikerspiegel.
- Hyperglykemie: ook wel hyper. Te hoge bloedsuikerspiegel.
Oorzaken voor laag suikergehalte
Een te laag of een te hoog suikergehalte komen beiden voor bij suikerziekte, ook wel
diabetes genoemd. Bij diabetes is er iets mis met de insuline. Er wordt bijvoorbeeld te weinig insuline aangemaakt of het lichaam reageert niet goed meer op de insuline. Soms vernietigt het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken, waardoor er ook een tekort aan insuline is. De oorzaak voor diabetes is soms erfelijk. Andere oorzaken zijn overgewicht, te weinig beweging en roken. Maar ook mensen die gezond leven, kunnen diabetes krijgen. Allergie voor bepaalde voedingsmiddelen zou mogelijk een rol kunnen spelen.
Het suikergehalte kan ook laag worden bij vasten of diëten. Ook wanneer er teveel insuline wordt toegediend, kan een te laag suikergehalte ontstaan. Andere oorzaken zijn alcohol, bepaald medicijngebruik en te groot onverwachts energieverbruik.
Symptomen en klachten
Een te laag suikergehalte geeft andere klachten dan een te hoog gehalte. Wanneer het suikergehalte onder de 4 mmol/liter komt, is deze te laag. Een waarde van 7 is normaal. Maar er kunnen ook al klachten optreden bij 5 mmol/liter. De volgende symptomen wijzen in ieder geval op een te laag suikergehalte:
- Trillen
- Duizeligheid
- Zweten
- Hongerig gevoel
- Vermoeidheid
- Hoofdpijn
- Wisselend humeur, vaak snel geïrriteerd zijn of agressief gedrag
Deze symptomen worden veroorzaakt door een verhoogde afgifte van adrenaline en glucagon. Adrenaline wordt in de bijniermerg aangemaakt, glucagon in de alvleesklier. Deze hormonen zetten de lever aan om meer suikers af te scheiden. Dit doet de lever uit de glycogeenvoorraad. Maar door de verhoogde aanmaak van deze hormonen, krijg je bovenstaande klachten.
Even lijkt het beter te gaan, omdat de productie van suikers verhoogd wordt door de lever. Hierdoor nemen bovenstaande klachten wat af. Maar dit is maar van korte duur, want de lever kan het suikergehalte niet blijven verhogen. Er ontstaat nu verwardheid en sufheid. Wanneer het suikergehalte nog verder daalt, treedt er bewustzijnsverlies op.
Door een erg laag suikergehalte stijgt de bloeddruk. Hierdoor is de kans op een hartinfarct of een herseninfarct verhoogd. Wanneer de lever leeg is van suiker of wanneer de lever veel schade heeft opgelopen, kan hypoglykemie dodelijk zijn.
Behandeling en herstel
Een lichte vorm van hypoglykemie (laag suikergehalte) kan behandeld worden door zelf wat suikers te eten. Zoetigheid bevat snel opneembare suikers, evenals druivensuiker-tabletjes. Daarna is het belangrijk om langzaam verteerbare suikers in te nemen, zoals een boterham. Wanneer de klachten na een half uur niet afnemen, dan moet er meer suikers ingenomen worden.
Bij een matige aanval van een laag suikergehalte is het belangrijk dat omstanders zoals partner, familie of vrienden weten dat de patiënt iets moet eten. Zij kunnen voor suiker zorgen en erop aandringen dat de patiënt gaat eten. Eventueel een suikerkontje tegen de mond aanleggen.
Bij bewustzijnsverlies moet er direct glucagon geïnjecteerd worden. Diabetespatiënten dragen vaak een glucagonpen bij zich. De injectie wordt in een spier gegeven. Daarnaast moet er altijd om hulp gevraagd worden van een arts. Het is belangrijk dat iemand met een degelijke aanval plat wordt neergelegd, zodat de hersenen en het hart op één hoogte komen.