Echinococcose, infectie met lintworm
Echinococcose is een infectie met de hondenlintworm of vossenlintworm. Je vraagt je af hoe de mens hiermee besmet raakt. Dit kan door het eten van bijvoorbeeld bessen of paddenstoelen, gevonden in het bos. Hieraan kunnen eitjes van de lintworm kleven. Maar ook door het aaien van een besmette hond, waarvan eitjes in de vacht hangen, kan een besmetting ontstaan. Mensen die besmet zijn met de de kleine hondenlintworm of de vossenlintworm zullen niet altijd klachten vertonen. Symptomen als jeuk en galbulten ontstaan pas wanneer de lintwormblaasjes, die zich vaak in de lever bevinden, open gaan. Behandeling is nodig omdat in ernstige gevallen de dood kan optreden.
Wat is echinococcose?
Echinococcose is een infectie met de kleine hondenlintworm. Deze hondenlintworm komt vaak voor bij honden, maar ook bij vossen en andere zoogdieren. We onderscheiden echinococcose animal (besmetting bij dier) en echinococcose human (besmetting bij de mens). De parasiet wordt vooral gevonden in Zuid-Limburg en Groningen. Ook in gebieden waar honden vaak organen kunnen eten van (gedode) dieren, komt meer besmetting voor. Dit zien we dan vooral rondom het platteland/ agrarisch gebied. Jachthonden zijn vaker besmet met de hondenlintworm.
Wijze van infectie
Dragers van de kleine hondenlintworm zijn over het algemeen honden en vossen, maar ook andere zoogdieren kunnen drager zijn. We onderscheiden hierin echinococcus multilocularis (vossenlintworm) en echinococcus granulosus (hondenlintworm). De volwassen lintworm verblijft gedurende twee tot vijf maanden in de dunne darm van zijn gastheer. De lintworm produceert vele eitjes, die met de uitwerpselen van het dier naar buiten komen. De eitjes zijn sterk en kunnen zowel vocht als extreme koude aan. De eitjes kleven vaak aan plantendelen, die door knaagdieren gegeten worden. De eitjes komen in het lichaam van het knaagdier uit. Hieruit komt een larve vrij die zich via de bloedbaan verspreid en vaak in de lever terecht komt.
In de lever zal de larve uitgroeien tot een grote blaas, soms wel tot 20 centimeter doorsnede. In deze blaas bevinden zich veel kleine lintwormblaasjes. Bij beschadiging van de blaas kunnen deze lintwormblaasjes zich weer verspreiden, vaak naar de lever of de longen toe. Wanneer een vos of hond het besmette knaagdier opeet, zal deze ook weer besmet raken met de parasiet. In het lichaam van het roofdier groeien de lintwormblaasjes uit tot volwassen lintwormen.
Besmetting bij de mens
De mens raakt gelukkig niet vaak besmet met de kleine hondenlintworm of met de vossenlintworm. Wanneer de mens toch besmet raakt, komt dit voornamelijk door het eten van bijvoorbeeld bessen of paddenstoelen waaraan de eitjes kleven. Kinderen kunnen ook besmet raken, bijvoorbeeld door het spelen in een gebied waar uitwerpselen van besmette dieren liggen. Kinderen steken vaan de vieze handen in de mond, waardoor de eitjes binnen komen.
Symptomen
Een infectie met de hondenlintworm of de vossenlintworm geeft niet altijd klachten, of de klachten blijven enige tijd afwezig. De volwassen lintworm leeft in de darm, waar deze zich vasthecht door middel van zuignappen. Dit geeft meestal geen tot zeer weinig klachten.
De mens dient als tussengastheer, net als knaagdieren. Bij de mens ontstaan er lintwormblaasjes in de lever. De lever kan gezwollen raken. Vaak is dit niet pijnlijk en wordt dan ook niet opgemerkt. Wanneer een lintwormblaas scheurt kunnen er wel klachten ontstaan. Deze bestaan uit jeuk en galbulten. Galbulten wordt ook wel netelroos genoemd. Er ontstaan rode en jeukende plekken op de huid die plots ontstaan en weer weg trekken. Vervolgens kunnen deze galbulten weer op andere delen van het lichaam opkomen. Ook is de huid onder deze plekken gezwollen. Galbulten zijn een allergische reactie maar kunnen ook ontstaan als gevolg van zweten, inspanning, kou, warmte, insectenbeten etc.
In sommige gevallen kan een allergisch shock ontstaan. Dit noemen we ook wel anafylaxie. Het komt gelukkig niet vaak voor, maar kan wel levensbedreigend zijn. Naast jeuk en galbulten zullen bij een allergische shock ook de volgende symptomen optreden: kortademigheid, druk op de borst, piepende ademhaling, flauwvallen, bewusteloosheid, shocktoestand en in ernstige gevallen een hartaanval. Deze kan uiteindelijk dodelijk zijn. Het is dus zeer belangrijk om bij een allergische shock direct te reageren.
Behandeling
Het is vooral van belang om een besmetting met de lintworm te voorkomen. Dit wordt gedaan door honden en met name jachthonden in risicogebieden regelmatig te ontwormen. De dierenarts kan een middel ontwormmiddel voorschrijven. Honden mogen alleen slachtafval eten wanneer dit voldoende verhit is. Houdt er rekening mee dat er ook eitjes aan de vacht van de hond kunnen kleven. Het aaien van deze dieren kan dus ook voor besmetting zorgen. Daarnaast is het voor de mens belangrijk om geplukte of gevonden bessen en paddenstoelen, maar ook ander natuur-voedsel, goed te wassen. Hiermee worden de eitjes weggespoeld.
Bij infectie zorgen wormmiddelen bij de mens ervoor dat er meer kans is op herstel en wordt de kans op overlijden in ieder geval verkleind. Bij de aanwezigheid van lintwormblaasjes zal de arts overgaan tot operatief verwijderen hiervan. Soms raken de blaasjes verkalkt. Deze hoeven dan niet verwijderd te worden, omdat hieruit geen lintwormen ontstaan.