Polio, postpoliosyndroom: oorzaak, symptomen en behandeling

Inhoud artikel
Polio
Het is een infectieziekte van het centraal zenuwstelsel die ernstige gevolgen kan hebben. Polio komt veelal in epidemieën voor. In Nederland is het een zeldzame ziekte geworden nadat vaccinatie werd ingevoerd in 1957. Er zijn in Nederland bepaalde bevolkingsgroepen die zich om godsdienstige redenen niet willen laten vaccineren. De zeldzame polio epidemieën (de laatste in 1992-1993) kwamen bijna alleen voor bij kinderen uit deze groepen. Inenten is in Nederland niet verplicht.Oorzaak polio en wie kunnen het krijgen
De veroorzaker van de ziekte is het poliovirus (behoort tot de enterovirussen). Personen die niet gevaccineerd zijn kunnen polio op iedere leeftijd oplopen. De naam kinderverlamming heeft te maken met vroeger, toen kwamen uitbraken van polio voor bij kinderen en jongvolwassenen omdat veel volwassenen al blootgesteld hadden gestaan aan het poliovirus en immuniteit hadden ontwikkeld.
Verspreiding van het virus
Het poliovirus kan tegen zuur in het maagdarmstelsel, het kan ook lang overleven in rioolwater en oppervlaktewater. Na een incubatietijd van een tot drie weken ontstaan de eerste verschijnselen. Vanuit de keelholte verplaatst het virus zich naar de darmen. Als het niet zo nauw wordt genomen met de hygiëne kan er directe besmetting optreden van ontlasting naar de mond. Maar verspreiding kan ook plaatsvinden middels druppels in de lucht door bijvoorbeeld hoesten, praten.
Andere namen die gebruikt worden voor polio
- Poliomyelitis
- Poliomyelitis anterior acuta
- Kinderverlamming
Symptomen polio
- Polio verloopt meestal zonder verschijnselen (90 tot 95 procent van de infecties).
- Bij 4 tot 8 procent doen de symptomen denken aan een lichte griep. Het kan gaan om verschijnselen als: verhoogde lichaamstemperatuur, pijn in het hoofd, overgeven, pijn in de keel, een vermoeid gevoel.
- Bij 1 tot 2 procent ontstaan redelijk acuut de volgende verschijnselen: nekstijfheid, overgeven, pijn in het hoofd, verhoogde lichaamstemperatuur, pijn in de rug, pijn in de armen en benen, soms tintelingen in delen van de huid. Deze klachten kunnen vanzelf weer verdwijnen, maar de toestand kan ook verergeren.
- Bij 0,5 tot 1 procent verergeren de klachten: er treden verschijnselen van verlamming op. Het gaat vaak om de benen, maar de hersenzenuwen kunnen ook worden aangetast. Dit laatste kan leiden tot problemen met slikken en ademhalen (kunstmatige beademing kan dan nodig zijn).
Diagnose polio
Een arts kan de diagnose stellen op basis van de verschijnselen die iemand heeft. Bevestiging kan verkregen worden door een keeluitstrijkje, door het aantonen van het virus in een monster van de ontlasting en door bloedonderzoek (hoge bloedspiegels van antilichamen tegen het poliovirus).
Behandeling polio
Er is geen speciale behandeling waarmee het poliovirus kan worden bestreden. Behandeling houdt in dat de symptomen verlicht worden. Tegen de hoofdpijn en spierpijn kunnen pijnstillers gegeven worden. Bij problemen met de ademhaling kan kunstmatige beademing nodig zijn, mogelijk voeding via een maagsonde. Om na de acute fase de spieren weer in een zo goed mogelijke conditie te brengen kan fysiotherapie helpen, orthopedische schoenen. Soms is er een operatie nodig.
Complicaties polio
- Problemen met ademhalen, er kan een ademhalingsstilstand optreden.
- De spieren van de hartwand kunnen aangetast worden.
- Het spijsverteringsstelsel kan aangetast worden en dit kan leiden tot bloedingen, maagverwijding. Dit laatste wordt ook wel maagdilatatie genoemd: de normale spanning van de spieren in de wand van de maag is verdwenen en dit zorgt ervoor dat de maag vol raakt met eten, vloeistof, lucht.
Postpoliosyndroom
Iemand die polio heeft gehad kan heel veel jaren erna, je moet dan denken aan tien tot veertig jaar (zelfs zeventig jaar is mogelijk), last krijgen van een verergering van bestaande restverschijnselen of nieuwe symptomen. Het kan bijvoorbeeld gaan om verminderde spierkracht, minder uithoudingsvermogen, pijn in spieren en gewrichten, intense vermoeidheid. Dit complex van verschijnselen wordt het postpoliosyndroom genoemd. De afkorting voor dit syndroom: PPS. Niet iedereen die polio heeft gehad krijgt het postpoliosyndroom, het gaat om een deel. Omdat de klachten zoveel jaren later optreden wordt lang niet altijd het verband met polio gelegd.Oorzaak postpoliosyndroom
Het vermoeden is dat na de polio-infectie de functies van de zenuwen die beschadigd zijn geraakt worden overgenomen door andere zenuwen en dat die zenuwen na veel jaren uitgeput raken en de verschijnselen veroorzaken.
Symptomen poliosyndroom
De volgende verschijnselen kunnen optreden:
- Zwakkere spieren
- Het uithoudingsvermogen kan minder worden
- Overgevoelig zijn voor kou
- Een vermoeid gevoel
- Spierpijn
- Pijn in gewrichten
- Problemen met de ademhaling treden soms op of problemen met slikken
Diagnose poliosyndroom
Als iemand klachten heeft moeten eerst andere oorzaken worden uitgesloten voordat de diagnose postpoliosyndroom kan worden vastgesteld. Lichamelijk onderzoek kan worden gedaan, mogelijk in combinatie met bloedonderzoek en röntgenfoto's.
Behandeling poliosyndroom
In het Post-Polio expertisecentrum van het Amsterdam UMC, locatie AMC werken artsen, paramedici (zoals fysiotherapeut, ergotherapeut en maatschappelijk werk) en onderzoekers aan een optimale diagnostiek, zorg en behandeling. Postpoliosyndroom is niet te genezen. Behandeling is gericht om zo goed mogelijk te leren omgaan met de ziekte. Niet alleen met lichamelijke beperkingen, maar ook op psychisch en sociaal vlak. De revalidatiearts kan informatie geven over wat de gevolgen zijn van postpoliosyndroom en onderzoekt de oorzaak van de pijn en geeft advies. Ook geeft de revalidatiearts informatie over een mogelijke vergoeding van taxikosten, CBR-procedure, over eventuele aanpassingen van schoenen. De fysiotherapeut kan helpen om de spieren in goede conditie te houden, oefenen met hulpmiddelen, tips geven over welke sport geschikt is. De ergotherapeut kan advies geven over de dagindeling en hoe bepaalde handelingen zo min mogelijk belasting geven. Over hulpmiddelen, aanpassingen in de woning. De maatschappelijk werker geeft begeleiding (ook aan naasten) om te komen tot een goede balans tussen draagkracht en draaglast. De psycholoog kan hulp bieden bij het verwerkingsproces.