Polio: Virusziekte met gedeeltelijke of volledige verlamming
Polio is een acute virusziekte van het centrale zenuwstelsel die in een aantal gevallen leidt tot gedeeltelijke of volledige verlamming. De oorzaak van de ziekte is te wijten aan een virus dat op diverse manieren over te brengen is. Algemene infectiesymptomen zijn misselijkheid, koorts en diarree waarmee de ziekte soms stopt. Anderzijds verspreidt de infectie zich soms verder met mogelijk slikstoornissen, ademhalingsproblemen en/of verlammingsverschijnselen als resultaat. Diverse behandelingsmethoden zijn beschikbaar. De prognose is van diverse factoren afhankelijk. Diverse complicaties zijn mogelijk, waaronder het postpoliosyndroom dat zich soms tientallen jaren pas manifesteert. Hierdoor verzwakken spieren nog meer. Een vaccin voorkomt de ziekte, die beter gekend is als "kinderverlamming".
Synoniemen polio
Polio is ook gekend onder deze synoniemen
- kinderverlamming
- poliomyelitis
- poliomyelitis anterior acuta
- spinale kinderverlamming
Epidemiologie virusziekte
Wereldwijd bestaat een vaccinatiecampagne waardoor polio zeldzaam is. De ziekte bestaat echter nog steeds in een aantal landen in Afrika en Azië, met uitbraken in groepen van patiënten die geen vaccinatie hebben gekregen. Meestal komt polio voor bij kinderen maar de ziekte treft eveneens ouderen.
Risicofactoren kinderverlamming
Patiënten die niet immuun zijn tegen polio, zijn vaker getroffen. Verder is het reizen naar een gebied dat een polio-uitbraak heeft gehad, ook een verhogende risicofactor.
Oorzaken poliovirus
Het poliovirus veroorzaakt polio. De
overdracht gebeurt via besmet slijm of fluim uit de neus of mond, contact met besmette ontlasting of direct contact van persoon tot persoon. Het virus komt binnen via de mond en neus. Daarna vermenigvuldigt het virus zich in de keel en het darmkanaal. Vervolgens absorbeert het bloed dit virus en gebeurt een verspreiding naar het bloed en lymfestelsel. Het virus is zeer besmettelijk.
Symptomen: Gedeeltelijke of volledige verlamming
De symptomen treden op tussen 5 en 35 dagen na de besmetting (gemiddeld 7 tot 14 dagen). De meeste patiënten vertonen echter geen symptomen. Bij anderen treden wel symptomen op.
Subklinische infectie
In het begin heeft de patiënt volgende symptomen: malaise (algemeen ziek gevoel), een
verkoudheid (milde infectie met symptomen aan neus en keel), nausea (
misselijkheid),
braken,
diarree,
keelpijn,
hoofdpijn, een rode keel en (lichte)
koorts. Soms stoppen de symptomen hierbij. Dan is sprake van de abortieve vorm van polio of een subklinische infectie. Deze symptomen houden meestal maximaal 72u aan.
Klinische infectie
Na enkele dagen ontwikkelt de patiënt meningisme (prikkeling van de hersenvliezen zonder ontstekingsverschijnselen of liquorafwijkingen), paresen (gedeeltelijke
verlamming van een spier of spiergroep) zoals bijvoorbeeld het niet meer kunnen sluiten van de oogleden =
lagoftalmie), ademstoornissen, slikklachten en strabisme (scheelzien). Bij sommige patiënten treden de verlammingsverschijnselen niet op, wat dan gekend is als de niet-paralytische vorm van polio. Wanneer de verlammingen wel optreden, is sprake van de paralytische vorm. Deze vorm is progressief waarbij de spieren blijvend verlamd zijn. Hierop volgen contracturen (samentrekkingen van weefsel door schrompeling).
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts onderzoekt de patiënt grondig. Hij identificeert abnormale reflexen, een
stijve nek en
rugstijfheid bij de patiënt. De patiënt heeft tevens moeilijkheden om het hoofd of de
benen op te heffen wanneer hij plat op de rug ligt. Hij heeft eveneens problemen met het buigen van de nek.
Diagnostisch onderzoek
De arts neemt een staaltje van het
sputum (slijm), de ontlasting of het ruggenmerg (spinaal vocht). Verder voert hij een grondig
bloedonderzoek uit.
Behandeling
De behandeling is vooral symptomatisch en ondersteunend gericht. Bij urineweginfecties neemt de patiënt
antibiotica. Warmtekompressen of warme handdoeken verminderen
spierpijn en
spasmen. Voorts verminderen
pijnstillers de hoofdpijn, spierpijn en spasmen. Tevens zijn fysiotherapie, braces of corrigerende schoenen of orthopedische chirurgie aanbevolen voor het herstellen van de spierkracht en spierfunctie.
Prognose infectie
De vooruitzichten zijn afhankelijk van de ernst en uitgebreidheid van de symptomen. Wanneer het ruggenmerg en de
hersenen niet aangetast zijn, herstellen de meeste patiënten goed. Wanneer deze wel zijn getroffen, is medische hulp noodzakelijk daar dit mogelijk leidt tot verlamming of zelfs de dood (meestal door
ademhalingsproblemen). Een infectie die zich hoog in het ruggenmerg of de hersenen bevindt, verhoogt het risico van ademhalingsproblemen. De meeste patiënten hebben een (blijvende) handicap door polio.
Complicaties ziekte
Enkele mogelijke complicaties van polio omvatten:
Soms treedt nog een andere complicatie op, met name het
postpoliosyndroom. Deze aandoening treedt bij sommige patiënten op, meestal dertig jaar of later nog na de besmetting. De verzwakte spieren verzwakken dan nog meer. Ook treedt mogelijk zwakte op aan spieren die eerder niet getroffen waren.
Lees verder