Buikgriep: het norovirus
Het norovirus wordt ook wel buikgriep genoemd. Buikgriep, niet te verwarren met de gewone griep, kan erg plotseling optreden en vervelende klachten, zoals braken en diarree, veroorzaken. Het is dan ook belangrijk om te weten hoe besmetting kan plaatsvinden en nog belangrijker, hoe besmetting te voorkomen.
Het norovirus
Het norovirus is een zeer besmettelijk virus dat zorgt voor een maag-darminfectie. Het slijmvlies aan de binnenkant van de maag en darmen raakt door besmetting met dit virus ontstoken en zorgt voor verschillende klachten die zeer plotseling kunnen optreden. Per jaar krijgen zijn er ongeveer 4,5 miljoen gevallen van buikgriep, waarvan een half miljoen wordt veroorzaakt door het norovirus. Het virus is niet gevaarlijk, maar wel erg vervelend. Het kan voorkomen dat mensen worden opgenomen in het ziekenhuis door uitdrogingsverschijnselen.
Symptomen
Het norovirus is vaak erg herkenbaar aan verschillende symptomen. Deze symptomen treden vaak erg plotseling op en zorgen ervoor dat je je erg ziek kunt voelen. De verschijnselen kunnen erg heftig zijn. Het belangrijkste is om er voor te zorgen dat je voldoende vocht binnenkrijgt. Lukt het niet om drinken binnen te houden, neem dan om de vijf of tien minuten een eetlepel met water. Door het vele braken en diarree kan er namelijk uitdroging optreden. Vooral bij kleine kinderen, ouderen en mensen met een verminderde weerstand moet uitdroging goed in de gaten worden gehouden. Tegen buikgriep is niet veel te doen, behalve goed uitzieken. De onderstaande symptomen zijn typische symptomen bij besmetting van het norovirus. Niet alle symptomen hoeven voor te komen.
- Buikpijn en/of buikkrampen.
- Braken.
- Diarree.
- Misselijkheid.
- Koorts.
- Hoofdpijn.
Uitdroging
Door het vele braken en diarree kan er uitdroging optreden. De verschijnselen treden op wanneer je vochtgehalte erg gedaald is. Je begint je slap te voelen en kan last krijgen van duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid. In ernstige gevallen kun je last krijgen van meer klachten, zoals een zwakke of snelle pols, stemverlies, vaat- en spierkrampen, ingezonken ogen en zelf bewusteloosheid. Vooral kinderen en ouderen zijn een risicogroep. Bij kinderen is uitdroging vaak te herkennen aan donkergele urine, weinig tot geen energie, diepliggende ogen en geen tranen bij het huilen. Bij een ernstige uitdroging van baby's kan de urine naar vis gaan ruiken. Wanneer ouderen last hebben van uitdroging is dit vooral te herkennen aan een droge mond, lippen en huid. Ook verwardheid, groeven in de tong, spraakproblemen en verminderde spierkracht komen vaak voor. Let ook altijd op de kleur van de urine. Wanneer die donkergeel/bruin begint te worden moet er rekening worden gehouden met uitdroging. Zowel bij bij kinderen en volwassenen als bij ouderen.
Besmetting
Het norovirus is zeer besmettelijk. Het kan dan ook op verschillende manieren verspreid worden. Vaak wordt dit virus van mens op mens verspreid. Het virus komt het meest voor in braaksel en ontlasting. Ook via speekseldruppeltjes kan iemand besmet raken met dit virus. Wanneer handen niet goed gewassen worden kan het virus zich ook verspreiden via bijvoorbeeld deurklinken, trapleuningen of speelgoed. Wanneer een besmet persoon eten klaarmaakt kan het virus zich ook via het voedsel verspreiden. Het virus kan ook voorkomen in rauwe schaal- en schelpdieren, rauwe groenten en fruit. Het meeste voedsel raakt echter vaak besmet door door mensen die al besmet zijn met het virus.
Na besmetting beginnen de symptomen meestal na drie dagen. Sommigen voelen zich na één dag al weer beter, bij anderen kan het wat langer duren. Meestal voel je je na twee dagen al weer wat beter en heb je weer zin in eten. Vaak zijn na vier dagen de klachten over. Houd er wel rekening mee dat, als de klachten over zijn, je nog drie dagen besmettelijk bent voor anderen. Het is dan ook niet aan te raden om in de besmettingsperiode met voedsel te werken. Zorg dat je je hand voor je mond en neus hebt wanneer je hoest of niest, vermijd lichamelijk contact in deze periode en zorg ervoor dat je regelmatig je handen wast. Wanneer je werkzaam bent in de horeca, keuken, verzorging of het onderwijs, is het verstandig om thuis te blijven om verdere besmettingen te voorkomen.
Besmetting voorkomen
Besmetting kan niet altijd voorkomen worden. Om de kans tot besmetting zo klein mogelijk te maken zijn er wel een paar dingen die je kunt doen.
- Was regelmatig je handen, vooral na een toiletbezoek.
- Zorg ervoor dat je groente en fruit grondig wast met schoon water.
- Eet geen rauwe schelpdieren, zoals oesters en mosselen.
- Maak het toilet regelmatig schoon, het liefst met chloor.
Voedingsadvies bij besmetting
Wanneer je toch besmet bent geraakt met het virus is het verstandig om licht verteerbaar voedsel te eten. Dit om de kans te
vergroten dat je het voedsel kunt binnenhouden.
- Witte rijst.
- Wit brood.
- Kippensoep.
- Bouillon.
Huisarts
Hoewel bij de meeste mensen de buikgriep binnen vier dagen weer voorbij is, kan het soms toch nodig zijn om de huisarts te raadplegen. Bij het vermoeden van uitdroging moet je
altijd contact met de huisarts opnemen. Bij zowel volwassenen als bij kinderen zijn er symptomen waar goed opgelet moet worden, zodat je weet wanneer je contact met de huisarts moet opnemen.
Volwassenen
- Suf en verward voelen.
- Niet kunnen drinken.
- Bloed of slijm bij de ontlasting.
- De diarree houdt langer aan dan een week.
- Constante buikpijn/buikkramp.
- De koorts duurt langer dan drie dagen.
Kinderen
- Veel huilen.
- Suf of verward.
- De diarree en koorts duurt langer dan drie dagen.
- Bloed of slijm bij de ontlasting.
- Niet willen drinken.
- Niet meer plassen.