Anorexia en boulimia nervosa: achtergronden en herstel
Eetstoornissen zijn veelal van psychosociale aard en gaan gepaard met sterke gevoelens van angst. Het betreft vooral mensen die erg perfectionistisch zijn en te hoge eisen aan zichzelf stellen. Doordat men te allen tijde aan de verwachting van anderen wil voldoen, kunnen deze mensen zich verwijten gaan maken als er niet aan verwachtingen wordt voldaan. Daardoor kunnen ze in de put raken. Irreële angst om dik te worden en/of de controle te verliezen kan deze groep vervolgens in een groot isolement doen belanden. Het herstelproces is niet eenvoudig en vereist veel karakter. Om te kunnen herstellen is het inzicht dat men op de verkeerde weg zit essentieel, meer zelfvertrouwen en een betere lichaamsbeleving zijn ook vereisten daarvoor.
Algemeen
Bij behandeling van mensen die aan eetstoornissen lijden dient de mens centraal te staan en niet zozeer het component eten en gewicht. De verschillende soorten stoornissen zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Er is dan ook vaak een overlap van anorexisch naar boulimisch gedrag en vice versa. Een en ander geldt niet alleen voor de kenmerken maar ook voor de onderliggende factoren. Eetstoornissen gaan naast eetbuien vaak hand in hand met andere dwanggedachten en rituelen. Buitendien zijn er nog andere eetstoornissen, waarbij men de inname van voedsel niet compenseert door laxeermiddelen te nemen en extreem veel te sporten. Dit zal bij deze groep overgewicht veroorzaken, hetgeen ook kan leiden tot een negatievere lichaamsbeleving.
Het voortraject van een eetstoornis
Voorafgaande aan de ontwikkeling van een eetstoornis is er bijna altijd bij de persoon in kwestie sprake van een gebrek aan zelfvertrouwen en eigenwaarde vergezeld met een negatieve zelfbeleving en sterke gevoelens van minderwaardigheid. Bij onlustgevoelens gaat men eten om maar niet te hoeven voelen. Bij deze gang van zaken wordt kritiek veelal opgevat als commentaar op de hele persoon in plaats van op een deelaspect. Deswege wordt ten koste van alles vermeden, dat iemand iets negatiefs omtrent de persoon zou kunnen aanvoeren. Men kan dan een negatieve kijk op zichzelf ontwikkelen. Vandaar dat altijd getracht zal worden aan alle wensen van anderen zo veel mogelijk te voldoen. Dit houdt in dat men zich als het ware ondergeschikt maakt aan de wil van anderen, hetgeen onzekerheid in de hand werkt. Uiteindelijk kan zulks leiden tot een eetstoornis.
Anorexia nervosa
Volgens de DSM-IV (een classificatiesysteem voor psychische aandoeningen ten behoeve van therapeuten) zijn de diagnostische criteria voor deze eetstoornis, waarbij aan al deze voorwaarden dient te worden voldaan, als volgt:
- intense angst om aan te komen of dik te worden, terwijl er juist sprake is van een ondergewicht
- weigering het lichaamsgewicht te handhaven op of boven een voor de leeftijd, bouw en lengte minimaal normaal gewicht
- stoornis hoe men zijn of haar gewicht en/of lichaamsvorm beleeft, onevenredige invloed van deze factoren op het oordeel over zichzelf en het totaal niet inzien van de ernst van het huidige lage lichaamsgewicht
- het wegblijven van de menstruatie gedurende minimaal drie maanden
Boulimia nervosa
Volgens de DSM-IV zijn de diagnostische criteria voor deze eetstoornis:
- het herhaaldelijk optreden van eetbuien, waarbij men niet kan stoppen met eten naar binnen te proppen
- herhaaldelijk kunstmatig braken om gewichtstoename te verhinderen, het teveel innemen van plasmiddelen en overmatige beweging
- beide genoemde factoren komen daarbij gemiddeld minstens twee keer per week gedurende drie maanden voor
- de lichaamsvorm en het gewicht beïnvloeden in onevenredige mate het oordeel over zichzelf
- de stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens periodes van anorexia nervosa
Psychische achtergronden
De mening van anderen is veelal bepalend voor het zelfbeeld van deze patiënten, daarbij is er grote emotionele behoefte aan bevestiging. Het kunnen krijgen van kritiek wordt dan ook zoveel mogelijk vermeden. Deswege wordt perfectionisme ontwikkeld, waarachter een grote angst schuilgaat om te falen in de ogen van anderen, door niet aan hun verwachtingen te voldoen. Daardoor ontwikkelen deze mensen geen eigen emoties en behoeften, waardoor ze niet op eigen benen leren te staan. Hun gebrekkige eigen identiteit is geheel gekoppeld aan hun eetgedrag en gewicht, omdat men denkt daardoor controle te hebben op hun lichaam door een en ander strikt na te volgen. In het kader van extreem lijnen krijgen ze dan meer zelfvertrouwen omdat in dit geval wel nee gezegd kan worden in geval van bijvoorbeeld het aanbod van voedsel. Men hoopt door slanker te worden te ontkomen aan de negatieve gevoelens die men had voordat met extreem lijnen begonnen werd. Daar heeft men alles voor over.
Herstel
Om te kunnen herstellen is het van eminent belang, dat patiënten met een eetstoornis de drang om steeds verder af te vallen leren bezien als een dwaalweg en de eetstoornis te beschouwen als een bedrieglijke schijnoplossing. Het vereist echter veel moed om de eetstoornis te attaqueren, omdat men dan terugvalt in het negativisme van voordat men (extreem) ging lijnen. Daarbij speelt veelal ook de angst voor het verlies van controle, die men paradoxaal echter steeds meer kwijtraakte, een grote rol. Bij onlustgevoelens bij boulimiapatiënten ging men destijds buitensporig eten om niet te hoeven voelen, waardoor het denkvermogen gedesoriënteerd raakte en verwrongen ideeën over eten en gewicht konden ontstaan. Een innerlijk stemmetje spoorde vervolgens de patiënten veelal aan dat ze iets moesten doen, waardoor allerlei dwangstoornissen de kop op konden steken.
Het beter omgaan met negatieve emoties
Daardoor is het van belang met behulp van mensen die men vertrouwd doordrongen te raken, dat men ondanks de problemen wel degelijk de moeite waard is. Het omslagmoment wordt bereikt als de voordelen van de nieuwe zienswijze groter zijn dan de nadelen ervan. Daarbij dient bedacht te worden dat negatieve emoties er mogen zijn, men dient er alleen goed mee om te leren gaan. Een verhoogde eigenwaarde zet de deur vervolgens open voor het meer opkomen voor jezelf, hetgeen het zelfvertrouwen ten goede komt. Middels een betere stroom van gedachten kan vervolgens gewerkt worden aan een duurzaam herstel door een gezonde eigen identiteit te ontwikkelen. In geval van een ernstige eetstoornis is opname in een kliniek te prefereren boven wekelijkse therapiebijeenkomsten en is een goede nazorg van belang.