Epilepsie petit mal: vorm van epilepsie met absences
Van alle patiënten die gediagnosticeerd worden met epilepsie heeft iets minder dan 10% last van epilepsie petit mal. Dit is een vorm van epilepsie waarbij men geen aanvallen met convulsies krijgt maar waarbij alleen sprake is van absences of wegrakingen. Men kan dan enkele seconden voor zich uit staren terwijl men compleet van de wereld lijkt te zijn. Na een aanval hervat men doorgaans de normale bezigheden alsof er niets gebeurd is. De aandoening komt het vaakst voor bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar en velen groeien over de aandoening heen. Bij een deel van de patiënten blijft de aandoening echter en moet deze onder controle gehouden worden met medicatie.
Epilepsie petit mal
Over epilepsie
Epilepsie is een aandoening van de hersenen waardoor patiënten insulten kunnen krijgen. Veel mensen denken bij epilepsie aan de heftige aanvallen die mensen met deze aandoening kunnen krijgen waarbij iemand op de grond valt, met de ogen gaat draaien, hevig heen en weer begint te schokken en gaat schuimbekken of op de tong bijt. Dit wordt ook wel convulsie of
grand mal genoemd. Epilepsie bestaat echter in verschillende verschijningsvormen en is een verzamelnaam voor een aandoening waarbij een soort kortsluiting ontstaat in een van de vele netwerken in het brein. Waar zo'n aanval bij de één leidt tot bijvoorbeeld het hevig heen en weer schokken, heeft het bij de ander een totaal andere verschijningsvorm. Zo kan een epileptische aanval bijvoorbeeld ook bestaan uit het maken van vreemde bewegingen, het ruiken van een vreemde geur, bewustzijnsverlies zonder bewegingen of 'wegraken' zonder dat men daadwerkelijk omvalt.
Soorten epileptische aanvallen
De soorten aanvallen bij epilepsie worden doorgaans onderscheiden in vier soorten:
- Partiële aanvallen: verstoring van prikkeloverdracht in één deel van de hersenen
- Gegeneraliseerde aanvallen: verstoringen van prikkeloverdracht in het hele brein
- Status epilepticus: insult dat langer dan 10 minuten aanhoudt en alleen met medische ingrijpen beëindigd kan worden
- Niet-epileptische aanvallen: aanvallen die wel het gevolg zijn van epilepsie maar niet geclassificeerd worden als epileptische aanvallen zoals hartritmestoornissen, spierschokken, hyperventilatie en flauwvallen (syncope)
Epilepsie petit mal
Van alle patiënten die gediagnosticeerd zijn met epilepsie heeft slechts iets minder dan 10% last van wat ook wel
epilepsie petit mal genoemd wordt. Er wordt gesproken van epilepsie petit mal wanneer iemand geen insulten met convulsies krijgt maar enkel
absences doormaakt. Bij een absence staart men tussen de 3 en 30 seconden voor zich uit en lijkt men te zijn 'weggeraakt'. Na afloop van zo'n absence hervat iemand doorgaans weer de gewone bezigheden alsof er niets is voorgevallen. Absences kunnen wel gepaard gaan met wat bewegingen, schokjes of oogsamentrekkingen, maar deze zijn dan zeer subtiel. Omdat de spierspanning onveranderd blijft gaan absence doorgaans niet gepaard met ongelukken. Wel kan informatie waaraan een patiënt tijdens een absence wordt blootgesteld hem of haar volledig ontgaan. Ook is het mogelijk dat iemand midden in een verhaal plots stopt met praten.
Hoe vaak een absence bij iemand die lijdt aan epilepsie petit mal voorkomt is heel verschillend. Sommige mensen hebben er slechts zeer incidenteel last van, terwijl anderen wel tientallen absences per dag doormaken. De aanvallen komen vooral voor wanneer men rustig zit of ligt en bijna nooit tijdens een lichamelijke inspanning. Bij kinderen kunnen aanvallen daarom lang onopgemerkt blijven. Er gaat dan pas een belletje rinkelen wanneer gaat opvallen dat veel zaken hen volledig zijn ontgaan. Epilepsie petit mal komt het vaakst voor bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar, maar het komt ook voor bij volwassenen. Meisjes of vrouwen hebben er twee keer zo vaak last van als jongens of mannen. Boven het 20ste levensjaar is epilepsie petit mal zeldzaam maar er zijn mensen die er hun leven lang last van houden. Mensen die er niet 'overheen groeien' hebben de kans om zo nu en dan ook een
grand mal te krijgen, oftewel een aanval die tevens gepaard gaat met bewustzijnsverlies en stuiptrekkingen.
Oorzaak
Zoals ook bij veel andere vormen van epilepsie het geval is wordt van epilepsie petit mal vaak geen oorzaak gevonden. Soms is epilepsie het gevolg van een vaatvervorming of hersentrauma of spelen erfelijke factoren een rol. Bij zeker zeven op de tien patiënten die onderzocht worden middels EEG (elektro-encefalogram) of MRI-onderzoek blijft de oorzaak echter onbekend. Het is echter goed mogelijk dat de afwijking die de aanvallen veroorzaakt dusdanig klein is dat deze simpelweg niet waarneembaar is. Een stoornis in een van de netwerken in de hersenen is sowieso niet op deze manier aan te tonen. De diagnose wordt dan ook doorgaans gesteld op basis van de uiterlijke kenmerken van de aanvallen.
Triggers van aanvallen
Waar de oorzaak van de epileptische aandoening vaak niet wordt gevonden is zeer regelmatig wel aan te duiden wat de aanvallen veroorzaakt. Er wordt dan ook wel gesproken van triggers of uitlokkers. Weet men eenmaal wat de aanvallen kan triggeren dan kan door het vermijden van deze triggers vaak een groot deel van de aanvallen voorkomen worden. Veel voorkomende triggers bij epilepsie zijn:
- Hevige emoties en stress
- Slaaptekort
- Drugs- en alcoholgebruik
- Hormonale schommelingen
- Temperatuurwisselingen (bij koorts)
- Blootstelling aan lichtflitsen
Bij mensen met epilepsie petit mal spelen triggers minder vaak een rol dan bij andere vormen van epilepsie. Sommige patiënten weten echter uit ervaring dat bepaalde situaties de kans op een wegraking vergroten.
Behandeling met medicatie
Epilepsie petit mal is goed te bestrijden met medicatie. Door anti-epileptica of anticonvulsiva te gebruiken zijn de uitingen van de aandoening bij 90% van de patiënten te voorkomen of tot een minimum te beperken. Helaas kan medicijngebruik wel leiden tot bijwerkingen als sufheid en duizeligheid waardoor restricties kunnen gelden bij het besturen van voertuigen. Veel voorgeschreven geneesmiddelen zijn Diphantoine, Zarontine, Lamictal, Depakine, Stavzor, Rivotril en Tegretol.