Absence epilepsie: plotselinge kortdurende bewustzijnsdaling
Absence betekent afwezigheid en wordt wel omschreven als kortstondige bewustzijnsdaling of kortstondig bewustzijnsverlies als gevolg van een stoornis in de hersenen. Er zijn twee epilepsievormen waarbij alleen absences voorkomen: absence epilepsie tijdens de kinderjaren en juveniele absence epilepsie. Het kind stopt heel plotseling met een bezigheid en reageert niet meer op de omgeving. Het kind staart voor zich uit en er kunnen beweginkjes in het gezicht te zien zijn. Absences duren een paar seconden, na de aanval gaat het kind weer verder met de bezigheden. Een kind is niet verward na een absence.
Inhoud artikel
Absences
Absences:
dalingen van het bewustzijn die plotseling optreden, veelal in combinatie met andere verschijnselen die niet opvallend zijn (denk aan knipperen met de ogen). Op een EEG zijn kenmerkende afwijkingen te zien. Kenmerkende absences doen zich voor bij absence epilepsie in de kinderjaren: childhood absence epilepsy of
CAE. Maar ook bij juveniele absence epilepsie: juvenile absence epilepsy of
JAE. Juveniel betekent met betrekking tot de jeugd, tienerjaren. Epilepsie met absences kan overgaan in juveniele myoklonische epilepsie: epilepsie met in het bijzonder spiertrekkingen.
Absence of dagdromen?
Niet ieder kind dat staart heeft een epileptische aanval, een kind kan ook dagdromen. Bij dagdromen is er meestal geen sprake van een plotseling begin en dagdromen duurt langer dan een absence. Bij dagdromen kun je de aandacht van het kind trekken door de naam van het kind te noemen of door het kind even aan te raken en dit is niet het geval bij een absence.
Verschillende benamingen voor absences
- Absence epilepsie in de kinderjaren
- Childhood absence epilepsy
- CAE
- Juveniele absence epilepsie
- Juvenile absence epilepsie
- JAE
- Petit mal (een aanduiding die in het verleden werd gebruikt)
Absences op kinderleeftijd: bij wie en hoe vaak?
Absences komen vaak voor bij kinderen in de basisschoolleeftijd, in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. Eén op de tweeduizend kinderen in Nederland heeft hinder van absences. Meisjes hebben vaker last van absences dan jongens, ongeveer drie maal zo vaak.
Oorzaak absences
De oorzaak van absences op de kinderleeftijd en tijdens de tienerjaren is niet exact bekend. Mogelijk bestaat er een genetische aanleg om gevoelig te zijn voor het last hebben van absences. De rijping van de hersenen kan er ook toe doen. Heeft een kind naast de absences ook last van andere aanvallen en is de ontwikkeling afwijkend, dan zou het kunnen zijn dat de aanvallen ook worden veroorzaakt door afwijkingen in de hersenen. Die afwijkingen kunnen komen door bijvoorbeeld een infectie, een ongeluk of aangeboren zijn.
Zijn absences gevaarlijk?
Absences zijn op zich niet gevaarlijk en leiden niet tot hersenbeschadiging, maar ze kunnen wel gevolgen hebben. Als een kind even niet bij bewustzijn is dan kan een kind dingen missen. De leerprestaties kunnen achteruit gaan. In het verkeer of bijvoorbeeld tijdens het sporten kan er iets mis gaan als een kind een absence heeft. Het is dus zeer belangrijk dat er wat gedaan wordt aan de absences.
Symptomen absences
Een kind stopt plotseling met spelen of iets ander wat het aan doen was. Het kind reageert niet meer op de omgeving, bijvoorbeeld niet op aanspreken en ook niet op aanraking. De blik van het kind is starend en het is mogelijk dat de ogen omhoog draaien. Naast het staren kun je vaak beweginkjes zien in het gezicht. Het kan gaan om schokjes van het hoofd, smakken, slikbewegingen, de kin kan trillen of het kan knipperen met de ogen. Friemelen met de handen kan ook voorkomen. De aanval stopt even plotseling als deze begon en het kind zal weer doorgaan met wat hij of zij aan het doen was. Absences duren maar enkele seconden. Een kind kan heel veel absences op een dag krijgen. Het voelt de absences niet aankomen. Na een absence is er geen sprake van verwardheid.
Diagnose absences
Als er vermoed wordt dat een kind last heeft van absences dan is het verstandig om een consult aan te vragen bij de huisarts. Deze zal doorverwijzen naar een (kinder)neuroloog. Er zal een EEG (elektro-encefalogram) worden gemaakt om de activiteit van de hersenen in beeld te brengen. Er treden ontladingen op in de hersenen tijdens een aanval van epilepsie en deze zijn veelal te zien als pieken of piekgolven op het EEG. Verder kan er beeldvormend onderzoek plaatsvinden, de arts probeert de oorzaak te achterhalen, bijvoorbeeld door middel van MRI of een CT-scan. Mogelijke aanvullende onderzoeken zijn onderzoek van het bloed, cardiologisch onderzoek, neuropsychologisch onderzoek.
Behandeling absences
Absences kunnen worden aangepakt met medicatie tegen epilepsie. Het merendeel van de kinderen reageert goed op medicatie. Het kan zoeken zijn naar welk medicijn goed helpt bij een kind. Krijgt een kind toch nog absences na het starten met medicatie dan moet de dosering misschien verhoogd worden. Veelal wordt er als een kind een half jaar tot een jaar geen absences meer heeft gehad, een EEG gemaakt. Afhankelijk van de uitslag van het onderzoek wordt gekeken hoe verder te gaan met de medicatie. Voorbeelden van medicatie die worden gebruikt bij absences: depakine, ethymal, lamictal. Medicijnen kunnen bijwerkingen hebben zoals problemen met de concentratie, hyperactiviteit, een vermoeid gevoel. Heeft een kind last van bijwerkingen dan is het verstandig dit met de arts te bespreken, mogelijk wordt een ander medicijn geprobeerd.
Het hebben van absences en leefregels
Situaties waarbij het krijgen van absences gevaar op kunnen leveren, moeten vermeden worden. Of er moet iemand bij zijn die weet dat het kind een absence kan krijgen en weet wat er moet gebeuren als dit het geval is. Laat een kind niet alleen zwemmen (zorg voor begeleiding), laat het kind ook nooit alleen in bad. Niet klimmen op grote hoogtes en nooit alleen deelnemen aan het verkeer. Zorg bij sporten dat een kind altijd begeleiding heeft, iemand die op de hoogte is van het mogelijk krijgen van absences. Het is moeilijk om altijd voor begeleiding te moeten zorgen, maar een kind kan dan wel de dingen doen die leeftijdsgenootjes ook doen. Overleg met de arts hoe verder te gaan als de aanvallen goed onder controle zijn.
Prognose, het verloop absences
Absence epilepsie tijdens de kinderjaren heeft een goede prognose, bij drie van de vier kinderen die eraan lijden, verdwijnen de absences voor de puberteit. Het kan zijn dat een kind naast de absences last krijgt van andere aanvallen van epilepsie.
Wat benoemen ouders van kinderen met absence epilepsie?
Kinderen met (actieve) absence epilepsie lijken opvliegender te zijn, onzeker over zichzelf. Ouders zien de gezondheid van de kinderen vaak als kwetsbaarder in vergelijking met kinderen zonder absence epilepsie. Ook zou opvallen dat kinderen met absence epilepsie langer wakker liggen voordat ze in slaap vallen, dat ze vaker in de nachtelijke uren gerustgesteld moeten worden en dat de kinderen overdag slaperiger overkomen dan kinderen zonder absences. Kinderen kunnen ook bang worden om een aanval te krijgen, dit lijkt meer voor te komen bij meisjes.
Lees verder