Absence is een vorm van epilepsie
Lichte epilepsie komt soms voor bij kinderen. Bij 1 op de 2000 kinderen is er sprake van deze lichte epilepsie, ook wel absence genaamd.
Afwezigheid
Absence betekent afwezig(heid). Tijdens een aanval van absence is het kind even afwezig, niet letterlijk natuurlijk maar wel met zijn gedachten. Absence is een vorm van epilepsie en behoort dus ook tot de groep van epileptische aanvallen. Het bewustzijn daalt gedurende korte tijd. Vaak wordt deze vorm van epilepsie niet direct herkent of wordt er niks mee gedaan. Soms lijkt het alsof het kind gewoon 'lui' of 'moe' is. Dit maakt erkenning vaak lastig.
Absence of petit mal epilepsie
Bij absence is het kind gedurende 2 tot 10 seconden afwezig en afgesloten voor de buitenwereld. Petit mal epilepsie heeft dezelfde kenmerken, alleen komt het dan vaker voor gedurende de dag. De twee benamingen staan dus voor het aantal keren dat het per dag voorkomt.
Verder bestaat er nog de gewone absence-epilepsie, deze begint op een leeftijd van ongeveer 6 jaar, en de juveniele absence epilepsie, deze begint op ongeveer 9-jarige leeftijd. De symptomen van deze vormen van epilepsie zijn hetzelfde, de leeftijd waarop het begint verschilt wel. Ook maakt het verschil hoe vaak het voorkomt: bij de ene vorm weinig en bij de andere juist meerdere malen per dag.
Kenmerken
Dagdromen betekent niet dat het kind een epileptische aanval heeft. Bij dagdromen is het kind ook even afwezig, maar is het wel makkelijk terug te roepen door de naam te noemen of het kind aan te raken. Het kind is bij dagdromen met de gedachten even op een ander niveau en verliest zijn concentratie bij het eigenlijke werk.
Bij absence is het kind gedurende 2 tot 10 seconden afwezig. Het heeft een starende blik. Er kunnen lichte spiertrekkingen optreden in het gezicht. Ook kan het kind met de handen friemelen. Wanneer de aanval voorbij is, gaat het kind gewoon door met waar hij mee bezig was. Het kind is niet verward.
Wanneer er stuiptrekkingen bij komen kijken, dan is er vaak sprake van gewone epilepsie en niet van absence.
Behandeling
De meeste kinderen groeien uit deze vorm van epilepsie. Vaak is een behandeling dan ook niet nodig. Let er wel op dat het kind nooit zonder begeleiding gaat zwemmen of sporten. Soms kan het kind zoveel aanvallen op een dag hebben, dat de schoolprestaties erop achteruit gaan. Geef in ieder geval goed aan bij de leraar en sportleraar, maar ook bij vriendjes en vriendinnetjes van het kind, dat het last heeft van absence.
Indien wenselijk, kunnen de aanvallen onderdrukt worden met medicijnen. Deze worden meestal voor zes tot twaalf maanden voorgeschreven. daarna wordt er (opnieuw) een hersenfilmpje gemaakt om te kijken of de aanvallen nog voorkomen. Komen ze niet meer voor, dan worden de medicijnen afgebouwd. Wanneer ze weer terug komen, dan krijgt het kind weer voor zes tot twaalf maanden medicijnen.
Lees verder